ECLI:NL:GHDHA:2024:1385
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- T.A. de Hek
- W.J.M. van der Weijden
- A.P. Bliek-Monsma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gebruikersbelasting onroerende zaak tijdens coronamaatregelen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 juli 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling. De zaak betreft de aanslag in de onroerende zaakbelastingen voor het kalenderjaar 2021, opgelegd aan belanghebbende voor het gebruik van een onroerende zaak die als kledingwinkel was ingericht. Belanghebbende betwistte de aanslag, stellende dat er geen gebruik was van de onroerende zaak vanwege de coronamaatregelen die de winkel gedurende een bepaalde periode sloten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er wel degelijk sprake was van gebruik, omdat de winkel ingericht bleef voor verkoop en de voorraad aanwezig was, ondanks de sluiting voor publiek. Het Hof bevestigde deze uitspraak, oordelend dat het inrichten van de winkel met de intentie om deze weer te openen, ook onder het begrip 'gebruik' valt zoals bedoeld in de Gemeentewet. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar terecht de aanslag had opgelegd, en dat het hoger beroep ongegrond was. De proceskosten werden niet toegewezen.