4.1.De rechtbank heeft het geschil tussen partijen als volgt beschreven:
Multimediair vordert na eisvermeerdering dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij
voorraad te verklaren vonnis [appellant] veroordeelt tot betaling aan Multimediair tegen
behoorlijk bewijs van kwijting:
6.
ter zake van de beheers- c.q. redelijke vergoeding van een bedrag van
€ 10.873,62 (tot 1 februari 2021), althans € 13.811,89 (tot 1 mei 2021), te
vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans
subsidiair de wettelijke rente, vanaf de dag van indiening van de conclusie van
antwoord in reconventie tevens (voorwaardelijke) akte vermeerdering eis in
conventie, 3 december 2021, tot de dag van de algehele voldoening,
II. ter zake van de administratieve c.q. beëindigingsvergoeding van een bedrag van
€ 36.834,12 (per 1 februari 2021), althans een bedrag van € 44.116,85 (per 1
oktober 2020), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a
BW, althans subsidiair de wettelijke rente, vanaf 7 juli 2021 tot de dag van de
algehele voldoening;
III. ter zake van de wettelijke handelsrente over de administratieve c.q.
beëindigingsvergoeding tot en met 6 juli 2021 van een bedrag van € 1.259,42;
IV. ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten van een bedrag van
€ 1.143,34;
V. ter zake van de contractuele boete van een bedrag van € 12.500,--,
met veroordeling van [appellant] in de proceskosten en de nakosten.
[appellant] vordert na achtereenvolgens eisvermindering en eisvermeerdering, die
per saldo neerkomen op een eisvermindering, dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad
te verklaren vonnis Multimediair veroordeelt tot betaling aan [appellant] van:
I. een bedrag van € 40.069,70, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, althans
wettelijk rente, over:
•€ 7.431,43 (provisie oktober 2020) vanaf 16 november 2020
•€ 6.387,80 (provisie november 2020) vanaf 16 december 2020
•€ 4.847,94 (provisie december 2020) vanaf 16 januari 2021
•€ 13.004,65 (provisiejanuari 2021) vanaf 16 februari 2021
•€ 2.569,18 (provisie februari 2021) vanaf 16 maart 2021
•€ 3.716,45 (provisie maart 2021) vanaf 16 april 2021
•€ 2.112,25 (provisie april 2021) vanaf 16 mei 2021,
althans over € 31.671,82 vanaf 15 februari 2021 en over € 8.397,88 vanaf 15
september 2021;
2. een bedrag van € 1.187,50, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, althans
wettelijke rente, vanaf 15 februari 2021, althans 15 september 2021;
3. een bedrag van € 1.617,87, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, althans
wettelijke rente, vanaf 15 juni 2021;
4. een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van
€ 1.371,00, althans een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten conform
de BIK-staffel over de toe te wijzen hoofdsom;
5. de proceskosten en de nakosten.”