Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Handel
1.[appellant]
[appellant] Group B.V.,
1.Waar het in deze zaak over gaat
2.Het verdere procesverloop
3.De feiten
Geachte heer, mevrouw,
is destijds afgesloten via www. [appellant] .nl. Wij doen tegenwoordig geen zaken meer met deze tussenpersoon. Deze tussenpersoon heeft ondertussen het bedrijf ‘Schade 24’ opgericht (op 30-11-2016). Dit kunt u in het 'KVK' terugvinden.
kort voor de aanrijding tweemaal met ons gebeld heeft om te controleren of de premie(s) tijdig voldaan waren en om te controleren of er dekking was. Dit was op 13 november en op 21 november 2017. Dit is natuurlijk ook opvallend. Daarvoor is Dhr.[geanonimiseerd]
lange tijd in het buitenland geweest.
4.De procedure bij de kantonrechter
5.De vordering en het verweer in hoger beroep
handelsrente).
6.De beoordeling in hoger beroep
De portefeuille die opgebouwd is[…]
heeft een hoog schadecijfer. Ook in het verleden is het resultaat van de onder uw naam opgebouwde portefeuilles niet naar behoren en een punt van aandacht geweest. Nu maatschappijen meer en meer aansturen op het aanleveren/opbouwen van gezonde portefeuilles is dit voor ons de hoofdreden om uw verzoek tot nieuwe aanstelling af te wijzen. Verder zijn er gedurende onze gehele periode van samenwerking(en) vanuit diverse afdelingen (Acceptatie. KCC en Schade) veel opmerkingen geweest over de kwaliteit van door u ingediende aanvragen en dossiers. En bij een portefeuille met een slecht resultaat/schadecijfer is de kwaliteit van het aangeleverd werk juist zeer belangrijk om tot een positiever resultaat te komen. Daarnaast maken wij ons, gezien bovenstaande, zorgen over het door u na komen van uw zorgplicht.” [appellant] c.s. weerspreken niet dat de samenwerking is opgezegd. [appellant] c.s. wijzen erop dat er geen nadere onderbouwing is van de juistheid van de verwijten in de brief waarin de samenwerking is opgezegd, maar dat neemt niet weg dat tegen die achtergrond de opmerking in de brief dat [geïntimeerde] “
tegenwoordig geen zaken meer met deze tussenpersoon doen”juist is.
zeer negatief” bekend staat. Zij legt in haar brief zelf een verband met [appellant] , de middellijk eigenaar van Schade24. Het concrete verwijt aan Schade24 is dat Schade24 om voorschot op schadevergoeding verzoekt, ook in dossiers
waar achteraf is gebleken dat er weinig tot niets aan de hand was.[appellant] c.s. weerspreken dit onvoldoende. [appellant] c.s. schrijven immers zelf over een concreet dossier: “
Er was wel sprake van een ongeval maar niet van letsel. Dit bleek pas het geval na nader onderzoek. Het is echter helemaal niet ongebruikelijk in de letselschadewereld om bij de aansprakelijkstelling een voorschot te verlangen.” Een andere claim is ingetrokken na een gesprek met een door de verzekeraar ingeschakeld recherchebureau, volgens [geïntimeerde] ging het hier om verzekeringsfraude. Ook in een ander dossier heeft Schade24 om een voorschot gevraagd, volgens [appellant] c.s. “
Dit omdat[het]
usance is en in de wetenschap dat het een ondernemer betreft.” Deze werkwijze van Schade24 is – samen met de opgezegde samenwerking tussen [appellant] en [geïntimeerde] – voldoende om te rechtvaardigen dat [geïntimeerde] haar ervaringen met [appellant] en Schade24 heeft gedeeld met de verzekeraar.
onbetrouwbaar en ondeskundig worden geframed”, maar ook samengenomen, zijn de verschillende opmerkingen niet meer dan een waarschuwing van [geïntimeerde] over [appellant] , Schade24 en de betrokken verzekerde aan de verzekeraar, in de context van één concreet schadegeval. Het hof is van oordeel dat de brief is opgesteld in zakelijke bewoordingen en niet onnodig grievend is tegenover [appellant] c.s. De brief is alleen verzonden aan de betrokken verzekeraar. In een gerechtelijke procedure is die brief door de verzekeraar ingebracht als processtuk en (daardoor) heeft een andere verzekeraar er kennis van kunnen nemen, maar van een bredere verspreiding van de brief onder het algemene publiek, door [geïntimeerde] , is geen sprake. Het hof komt zodoende tot de conclusie dat het belang van [appellant] c.s. in de gegeven omstandigheden onvoldoende zwaar weegt om te oordelen dat de mededelingen jegens [appellant] c.s. onrechtmatig kunnen zijn. Dat in het concrete schadedossier waarin deze brief is geschreven, de verzekeraar een regeling heeft getroffen en de claim van de verzekerde is betaald, maakt dat niet anders.