Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 19 juli 2023
[X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze gericht zijn tegen de boetebeschikkingen;
- vernietigt in zoverre de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de boetebeschikkingen tot de navolgende boetebedragen € 7.650 (2006), € 7.609 (2007), € 7.532 (2008), € 22.469 (2009), € 22.479 (2010), € 22.509 (2011) en € 22.563 (2012) en bepaalt dat in zoverre deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 1.122;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser te vergoeden.”
.Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd. De zaken zijn gezamenlijk behandeld. Hetgeen in de ene zaak is aangevoerd wordt geacht te zijn aangevoerd in de andere zaken, tenzij hetgeen is aangevoerd uitsluitend op die ene zaak betrekking heeft. Van het verhandelde ter zitting is één proces-verbaal opgemaakt.
Feiten
“Termination of business relationship with UBS
How can you reverse the termination?
“Motivering boete
Strafverzwarende-en strafverminderende omstandigheden
Oordeel van de Rechtbank
Vergrijpboetes (2006 tot en met 2012)
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
- Belanghebbende heeft gedurende een lange reeks van jaren keer op keer bij zijn jaarlijkse aangiften het vermogen in het buitenland niet aangegeven, zodat hij voor aanzienlijke bedragen belasting heeft ontdoken.
- Het onderbrengen van gelden in een land met een bankgeheim teneinde deze buiten het zicht van de Belastingdienst te houden is een omstandigheid die een verhoging van de boetes voor de jaren 2008 tot en met 2012 tot 225% rechtvaardigt (zie artikel 67e, lid 6, AWR).
- Belanghebbende heeft, ondanks herhaaldelijk verzoek, steeds geen informatie aan de Inspecteur verstrekt (zie het overzicht onder 2.5 tot en met 2.9.2), maar heeft dat pas gedaan nadat de FIOD bij hem thuis bankstukken van de UBS Bank heeft aangetroffen.
- Belanghebbende heeft welbewust ervoor gekozen om niet in te keren, ook niet in of na het gesprek hierover met de FIOD. Hij heeft dus willens en wetens volhard in zijn beboetbare gedragingen.