Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 28 april 2022
[X] te [Z] , belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de Werkorganisatie Duivenvoorde, de Heffingsambtenaar,
Procesverloop
het eerste gevorderde bedrag). Het feit waarvoor de leges zijn gevorderd is in de kennisgeving omschreven als “Leges Z19/033833 [adres] Betreft omgevingsvergunning voor
het tweede gevorderde bedrag). De omschrijving van het feit waarvoor de leges zijn gevorderd is identiek aan omschrijving in de schriftelijke kennisgeving van het eerste gevorderde bedrag
de uitspraak op bezwaar).
Feiten
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Uitspraak van de Rechtbank
Onevenredigheid leges
(…)
Beoordeling van het hoger beroep
de opbrengst(en)) en de eveneens in dat artikel genoemde “geraamde lasten ter zake" (
de kosten) hebben overschreden, de heffingsambtenaar inzicht dient te verschaffen in de desbetreffende ramingen.
het nadere stuk) de oplegging van het tweede gevorderde bedrag. Naar het oordeel van het Hof is het nadere stuk in zoverre (mede) een bezwaarschrift tegen het tweede gevorderde bedrag. De Rechtbank heeft het nadere stuk echter niet (mede) opgevat als een bezwaarschrift; zij heeft het dan ook niet op de voet van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht doorgezonden aan de Heffingsambtenaar. Er is als gevolg hiervan nog geen uitspraak op bezwaar gedaan.
vaststellingsovereenkomst [17] ). Verder kunnen partijen met elkaar afspreken dat zij de beslissing over de vaststelling opdragen aan het Hof [18] . Het Hof zal, als partijen voor deze oplossing kiezen, die beslissing gelijktijdig met de beslissing over het eerste gevorderde bedrag nemen. Partijen moeten zich er wel van bewust zijn dat het om een definitieve beslissing van het Hof gaat; partijen kunnen daartegen geen bezwaar of beroep instellen.