Uitspraak
1.Waar deze zaak over gaat
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feiten, tevens behandeling van de grieven I en II
- Ernst & Young Nederland LLP (…);
- [appellant] B.V. (…) represented by [appellant] (the “Partner”); and
- [appellant] (…) (the “Professional”).
4.Procedure bij de voorzieningenrechter
5.Beoordeling
persoonlijkonrechtmatig heeft gehandeld, door geen opvolging te geven aan de door [appellant] gemelde misstanden conform de EY Nederland Klokkenluidersregeling”. Het in artikel 21.1.1 van de Fundamental Rules EYNL respectievelijk in artikel 7 van de NL Admission Agreement - ruim - omschreven verband is daarmee naar het voorlopig oordeel van het hof gegeven. [appellant] heeft nog enkele andere argumenten naar voren gebracht, maar ook deze snijden geen hout. Voorshands kan niet worden aangenomen dat de opzegging bij brief van 24 december 2020 (zie hiervoor onder 3.10) tot gevolg heeft dat het geschil niet langer binnen de reikwijdte van artikel 21.1.1 van de Fundamental Rules valt. De verwijzing naar een standpunt van EYAN in een procedure tussen [appellant] en EYAN is in het onderhavige geding tussen [appellant] en EYNL zonder belang.
hof). Een volledig overzicht van de verwerkte persoonsgegevens kán volstaan. Of de verwerkingsverantwoordelijke is gehouden tot meer, hangt van de omstandigheden af. Waar het om gaat, is - zoals [appellant] met verwijzing naar overweging 63 van de AVG ook met juistheid onderkent - of de verstrekte informatie voor de betrokkene begrijpelijk is en hem in staat stelt de juistheid van de persoonsgegevens en de rechtmatigheid van de verwerking daarvan te controleren. De voorzieningenrechter heeft in het verlengde daarvan overwogen dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat het omstreeks 22 april 2021 aan hem verstrekte overzicht onvoldoende is om kennis te nemen van de verwerkte persoonsgegevens en om te controleren of die gegevens juist (waarmee kennelijk is bedoeld: juist en rechtmatig) zijn verwerkt. In de toelichting op grief VI leest het hof niet een bestrijding van deze overweging. [appellant] heeft in hoger beroep evenmin behoorlijk uit de doeken gedaan in welk opzicht en waarom het verstrekte overzicht voor dat doel niet toereikend zou zijn. Reeds hierop stuit grief VI af. De overige klachten daarin kunnen verder onbesproken blijven.
hof], zit er een raadsheer bij die werkt bij een mediationbureau waar advocatenkantoren bij betrokken zijn die aan EY gelieerd kunnen worden. Waarom krijg ik iedere keer dezelfde rechters? De rechtszoekenden trekken hun wenkbrauwen op.(…) Ik spreek u aan als een professional. Het moeilijke is dat er dingen gebeuren die niet te verklaren zijn. Ik zie een aantal uitspraken die ik hier en daar bijzonder vind. Ik kan alleen maar vragen stellen. Ik heb altijd veel vertrouwen in rechters gehad. Hier gebeuren echter bijzondere dingen. Wilt u expliciet in deze situatie misschien het meer bekijken vanuit de positie van [appellant] ? Heeft EY hier een relevant belang bij?(…) Ik krijg in zaken steeds nagenoeg dezelfde samenstelling bij het hof. Ik doe dit werk nu al 25 jaar en hier gebeuren rare dingen.(…) Mr. Lem zei het al, er gebeuren rare dingen.(…) Wij moeten zelf ook het gevoel hebben dat we onze cliënten nog kunnen bijstaan, zeker als onze cliënt vragen gaat stellen over wat er gebeurt in bepaalde procedures.”