Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 28 juni 2022
Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie Denk,
[werknemer] ,
Waar de zaak over gaat
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“Werknemer zal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Werkgever tijdens de duur van deze overeenkomst geen betaalde of onbetaalde werkzaamheden verrichten voor derden. Werkgever kan aan de toestemming voorwaarden verbinden. Niet-naleving van deze bepaling kan een dringende reden vormen tot ontslag op staande voet.”
- i) schending van het nevenwerkzaamhedenbeding;
- ii) het verrichten van nevenwerkzaamheden waardoor, gezien de omvang daarvan, de werkzaamheden voor Denk ernstig te lijden hebben gehad;
- iii) het produceren van muziek onder werktijd en met apparatuur van Denk;
- iv) het hardnekkig weigeren te voldoen aan de redelijke opdrachten van Denk om nevenwerkzaamheden te melden.
Procedure bij de kantonrechter
Verzoeken en beoordeling in hoger beroep
primair:
subsidiair:
arbeidsovereenkomstonverwijld moet zijn opgezegd. Dat betekent in het onderhavige geval dat bezien moet worden of met de ontslagbrief van 21 juli 2021 de arbeidsovereenkomst van [werknemer] onverwijld is opgezegd.
In de tussentijd werkt hij op zijn laptop. Zichtbaar is dat hij orders verwerkt voor zijn coronatestbedrijf’). Bovendien heeft dit gesprek volgens het verslag een uur geduurd. Dat [werknemer] tijdens dit gesprek niet is aangesproken op het tegelijkertijd zichtbaar verwerken van orders, biedt steun voor zijn stelling dat Denk al wat langer op de hoogte was van zijn nevenwerkzaamheden. Verder heeft Denk ter zitting in hoger beroep erkend dat [werknemer] tenminste ‘tussen neus en lippen door’ aan [X] heeft verteld dat hij een coronatestbedrijf had, dat [X] toen bezig zou zijn geweest met de voorbereiding van een debat en verder geen tijd had daar op in te gaan. Het hof acht dit voldoende concrete informatie voor Denk om vanaf dat moment, gelet op het verbod op nevenwerkzaamheden dat in de arbeidsovereenkomst met [werknemer] was opgenomen, desgewenst nader onderzoek te gaan verrichten naar de aard en omvang van de nevenwerkzaamheden en dit dan ook met de nodige voortvarendheid te doen. Denk heeft echter gewacht met het instellen van een onderzoek naar de aard en omvang van de nevenwerkzaamheden en de mogelijke dringende reden en is eerst op 30 juni 2021 vragen gaan stellen over het coronatestbedrijf en/of de omvang van de nevenwerkzaamheden. Het onder deze omstandigheden wachten met het doen van een dergelijk onderzoek, is in strijd met de eis van onverwijldheid (vgl. Hoge Raad 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT1851). Nu de in de ontslagbrief genoemde dringende redenen verder allemaal in de kern betrekking hebben op de - door Denk niet voortvarend onderzochte - nevenwerkzaamheden van [werknemer] , voldoet de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet aan de eis van onverwijldheid. Het ontslag op staande voet is daarom niet rechtsgeldig gegeven.
subsidiair– als het hof oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is - de arbeidsovereenkomst alsnog dadelijk te ontbinden.