Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 10 augustus 2021
[appellant],
Fedex Express Netherlands B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
.
In verband met de ernst van de geconstateerde verdwijning van goederen en jouw betrokkenheid daarbij, ben jij (…) op non-actief gesteld (…)”en
“(…) naar voren is gekomen dat er in de afgelopen periode (…) twee andere gevallen van een verdwijning van kostbare zendingen hebben plaatsgevonden (…)”)
.Verder heeft [appellant] moeten begrijpen dat alleen al de verduistering/verdwijning van de oorbellen voor FedEx voldoende grond opleverde voor het geven van ontslag op staande voet. FedEx heeft immers geschreven: “
Alle genoemde feiten en omstandigheden in onderling verband/samenhang - alsook elk feit/omstandigheid afzonderlijk (in het bijzonder de verduistering van (een deel van) de zending bij Schaap & Citroen) - kwalificeert FedEx als een dringende reden voor ontslag op staande voet”.
- i) Op 3 december 2019 is een pakket met daarin kostbare oorbellen verpakt bij de verzender Schaap en Citroen in Rotterdam. Het betreffende pakket is eveneens op 3 december 2019 bij Schaap en Citroen opgehaald door [appellant] die het pakket heeft gescand;
- ii) Op 4 december 2019 heeft Schaap en Citroen aan FedEx melding gedaan dat de oorbellen niet waren aangekomen bij de ontvanger, althans dat de oorbellen zich niet meer in het verzonden pakket bevonden, het betrof een zending van het filiaal Rotterdam naar het filiaal Amsterdam;
- iii) Bij e-mail van 11 december 2019 heeft Schaap en Citroen FedEx aansprakelijk gesteld voor de vermiste inhoud van het pakket en bericht dat zij daarvan aangifte bij de politie heeft gedaan (productie 2 vws);
- iv) Bij e-mail van 12 december 2019 heeft Schaap en Citroen foto’s/stills aan FedEx verzonden van het pakket zoals dat voor verzending verpakt was en zoals dat na de verzending was ontvangen (productie 3 vws);
- v) [security specialist] heeft in zijn e-mail van 16 december 2019 aan [leidinggevende], naar aanleiding van het bekijken van de beelden van het lossen van zending 777129771416 die op 3 december 2019 is opgehaald door [appellant], samengevat het volgende geschreven. [security specialist] heeft de beelden van de zending terwijl deze verpakt wordt bij de verzender bekeken en de verpakking onderzocht zoals die is afgeleverd. In de wijze van verpakking zit een duidelijk verschil. Het bruine tape dat is gebruikt bij de zending zoals afgeleverd, heeft een andere breedte dan dat van de verzender en er is ook anders getapet dan door de verzender. Op de beelden van het lossen van de zending in het RTMA station is te zien dat de zending die uit de bus van [appellant] komt, niet zo getapet is zoals de verzender dat heeft gedaan. De beelden in het RTMA station geven weer dat in de tijd dat [appellant] zijn bus verlaat, totdat de zending wordt gelost, er niemand in zijn bus is geweest. De conclusie van [security specialist] is daarom dat de zending is geopend en opnieuw is dichtgetapt voordat de zending in de RTMA is gelost. Er is geen melding geweest van een inbraak in de bus van [appellant] en daarom is de conclusie dat [appellant] betrokken is bij het verdwijnen van de diefstal van deze zending (productie 4 vws);
- vi) [security specialist] heeft een still weten veilig te stellen van het pakket zoals dat op de band heeft gelegen bij het RTMA station (productie 5 vws);
- vii) [security specialist] heeft een schriftelijke verklaring over de door hem bekeken video afgelegd (productie 6 vws);
- viii) [leidinggevende] heeft een schriftelijke verklaring (productie 6 vws) afgelegd:
- ix) [appellant] heeft geen braaksporen gemeld;
- x) [appellant] is geconfronteerd met de onderzoeksresultaten. Hij kon geen plausibele verklaring geven. Hij heeft als verweer aangevoerd dat hij niet de enige is geweest die betrokken is geweest bij de betreffende zending. Dat klopt volgens FedEx; er is in Ridderkerk (slechts) een andere werknemer in de wagen geweest om de zendingen eruit te halen en deze aan te geven aan de aanpakker zodat de zending op de band kon worden gelegd, maar dat is secondewerk geweest en het is niet plausibel dat deze persoon de tijd heeft gehad om de zending leeg te halen en opnieuw te verpakken. Op het moment dat het betreffende pakket uit de bus van [appellant] op de band is gelegd door de warehouse medewerker, was de verpakking al aangetast en zat er ander plakband op (dit blijkt uit de still van productie 5 vws en de verklaringen van productie 6 vws);
- xi) De verdwenen oorbellen kunnen dan ook met zekerheid aan [appellant] worden gelinkt;
- xii) Ook de zendingen van 5 en 20 november 2019 kunnen aan [appellant] worden gelinkt op basis van de scangegevens;
- xiii) Uit onderzoek na het ontslag op staande voet is naar voren gekomen dat een zending op 16 december 2019 van 150 IPhones waarvan er 80 waren verdwenen, kan worden herleid naar [appellant].
kunnengeven voor de verdwijning
.Er kan niet worden nagegaan wie het pakket in handen heeft gehad, aldus nog altijd [appellant].
“(…) zie ik dat een andere FedEx collega de pakketten uit de bus van Dhr [appellant] haalt en op de lopende band legt. Ik herken een van de pakketten als zijnde het pakket dat ik eerder had onderzocht op locatie van Schaap en Citroen Diemen nadat deze zending zonder inhoud was afgeleverd. Door de afmeting, de kleur maar met name het slordige gebruik van het bruine tape is het duidelijk dat dit om de zelfde zending gaat”. [leidinggevende] heeft verklaard:
“Op de beelden die ik nadat het Schaap en Citroen pakje op de band is gelegd heb gezien is voor mij duidelijk dat er aan het pakje is gerommeld mbt plakband. Dit vergeleken met de fotos die ik heb gezien van de camerabeelden van de klant”. Het hof acht het geen belemmering dat dit interpretaties zijn van de door [security specialist] en [leidinggevende] bekeken beelden (en niet, zoals [appellant] stelt, “observaties’) en vindt dat hun voldoende gedetailleerde verklaringen kunnen bijdragen aan het te leveren bewijs. In samenhang met de still, daarbij betrekkend de stills van Schaap en Citroen, acht het hof dit voldoende onderbouwing voor de stelling van FedEx dat de oorbellen die zich in het door Schaap en Citroen ter transport afgegeven pakket bevonden, gedurende de tijd dat [appellant] het transport van dat pakket verzorgde, uit dat pakket zijn gehaald en het pakket vervolgens opnieuw is dichtgeplakt alvorens het bij het FedEx station in Ridderkerk door [appellant] werd afgeleverd en dat het dus hetzelfde pakket betrof. Dit betekent dat het verweer van [appellant] dat foto’s en stills die FedEx heeft overgelegd van een zo slechte kwaliteit zijn dat ze niets zeggen, wordt verworpen.
Voordat er sancties worden genomen tegen medewerkers zullen zij, zo mogelijk, afhankelijk van de ernst van de gepleegde feiten in staat worden gesteld om de videobeelden zelf te bekijken”. Het hof is van oordeel dat zelfs indien ervan moet worden uitgegaan dat sprake is van overtreding van het protocol en van onrechtmatig verkregen bewijs, dit niet zonder meer tot uitsluiting van het bewijs moet leiden. In een civiele procedure geldt niet als algemene regel dat de rechter op onrechtmatig verkregen bewijs geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, alsmede het belang dat partijen erbij hebben hun stellingen in rechte aannemelijk te kunnen maken, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden, is terzijde legging van dat bewijs gerechtvaardigd (HR 18 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:942). Het hof laat in deze zaak het belang van de waarheidsvinding zwaarder wegen dan het belang van [appellant] om voorafgaand aan het ontslag de camerabeelden te (hebben) kunnen bekijken. Het door FedEx aangeleverde beeldmateriaal (de foto’s/stills), voor zover al in strijd met het protocol, kan dan ook bijdragen aan het door FedEx te leveren bewijs van de dringende reden.
tijdensde rit - terwijl [appellant] doende was bij een klant en in die tijd de bus onbeheerd had achtergelaten - de inhoud van het pakket heeft weggenomen. FedEx heeft hier tegenover gesteld dat dit een onwaarschijnlijk scenario is; een collega van FedEx zou dan ongemerkt de reservesleutel/tag van de bus moeten hebben gepakt, achter [appellant] zijn aangereden, op het moment dat hij de bus onbeheerd achterliet de lading, die uit veel pakketten bestond, zijn gaan doorzoeken, het waardevolle pakket van Schaap en Citroen eruit hebben gekozen, de inhoud uit het pakket hebben gehaald waarna hij het pakket weer dicht zou hebben getapet en teruggelegd, en dat laatste allemaal binnen een vooraf onzeker tijdsbestek omdat van te voren niet bekend is hoelang [appellant] bij de klant binnen is, van enkele minuten tot hooguit tien minuten. Bij gebreke van enig aanknopingspunt voor dit alternatieve scenario, acht ook het hof deze gang van zaken, gelet op het onzekere en korte tijdsbestek dat [appellant] de bus op enig moment onbeheerd achterlaat, niet waarschijnlijk. Bij dit scenario zou bovendien eerder verwacht worden dat de onbekende derde het hele pakket meeneemt en niet de moeite neemt het pakket weer dicht te tapen en terug te leggen, laat staan dat de sleutel en tag weer worden teruggelegd. [appellant] heeft verder geen feitelijkheden gesteld die enige ondersteuning bieden voor zijn stelling dat anderen - zonder medeweten van [appellant] - toegang tot de laadruimte van de auto hebben gehad. Het door [appellant] geopperde nader onderzoek door FedEx te verrichten naar het “ontbreken van braaksporen”, acht het hof onvoldoende concreet en niet duidelijk is wat daarmee zou kunnen worden aangetoond. FedEx heeft er nog op gewezen dat in het FedEx station in Ridderkerk (dus
nade rit door [appellant]) slechts één andere werknemer in de auto van [appellant] is geweest en dat dat was om de zending eruit te halen, waarna deze op de band is gelegd. Gelet op het zeer korte tijdsbestek waarbinnen het lossen gebruikelijk plaatsvindt (‘secondewerk’) is het niet waarschijnlijk dat de persoon tijd heeft gehad om het pakket leeg te halen en opnieuw te verpakken (en aansluitend op de band te leggen). Het hof is van oordeel dat [appellant] hier onvoldoende tegenover heeft gesteld, zodat de mogelijkheid dat de handler de inhoud van het pakket zou hebben ontvreemd als onwaarschijnlijk moet worden beschouwd.
op zijn minstaan [appellant]’s betrokkenheid te wijten, in de zin van het bieden van gelegenheid aan een derde, dat de inhoud van het pakket is ontvreemd. Een en ander heeft geleid tot schade voor Schaap en Citroen en tot een aansprakelijkstelling van FedEx door Schaap en Citroen. Deze gang van zaken levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet, bijzondere omstandigheden waarom dit in dit geval anders zou zijn, zijn niet gesteld of gebleken. Het hof acht de geschetste gang van zaken ook ernstig verwijtbaar. Aan [appellant] komt daarom geen transitievergoeding toe terwijl aan FedEx wel de gefixeerde schadevergoeding van € 3.787,04 toekomt. Dit betekent dat de incidentele grief van FedEx die zich richt tegen de toekenning van de transitievergoeding, slaagt. Bij deze uitkomst kan een beslissing over betrokkenheid van [appellant] bij andere verdwijningen van zendingen achterwege blijven.
Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [appellant] tot betaling aan FedEx van een bedrag van € 7.601,84 bruto te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van deze beschikking tot aan de dag van voldoening;
- bekrachtigt de bestreden beschikking voor het overige;
- bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten van de procedure dragen;
- wijst af het meer of anders verzochte;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.