Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De feiten
2.Dekking
1.Uitsluitingen
4.De beoordeling van het hoger beroep
[o]nder schade […] verstaan: de aantasting van het vermogen van een verzekerde door beschadiging of verlies van het verzekerde woonhuis”en overeenkomstig art. 1.11 vallen “
[o]nder herstelkosten [..] alle kosten verbonden aan het in de oorspronkelijke staat of vorm terugbrengen van het verzekerde object.”Het gaat hierbij om niet-uitonderhandelde bepalingen in een met een consument gesloten verzekeringsovereenkomst. Voor de uitleg daarvan gelden de maatstaven van HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427. Bij gebreke van verklaringen en gedragingen van partijen ligt de nadruk bij de uitleg meer op objectieve uitlegfactoren, zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel. Bij twijfel over de betekenis van het beding geldt de voor de consument meest gunstige uitleg (HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:83).
die het gevolg is van(curs. hof) een fysieke beschadiging, zoals de met de opheffing van die vermogensaantasting gemoeide herstelkosten.
allekosten worden vergoed die zijn verbonden aan het
in de oorspronkelijke staat of vormterugbrengen van het verzekerde object. De betegeling van de toiletruimte in zijn oorspronkelijke staat en vorm (bestaande uit volledig gave tegels van gelijk formaat en kleur) bevat als object - in zijn geheel beschouwd - een bepaalde vermogenswaarde. Dit laatste is op zich ook onvoldoende gemotiveerd betwist. Aegon heeft namelijk op geen enkele wijze toegelicht dat de toiletruimte in de woning van [appellant] zo gedateerd zou zijn dat (ook) de betegeling daarvan geen waarde meer zou hebben.
grief IIIheeft de kantonrechter ten onrechte de vordering ter zake van de schade aan het badkamermeubel en de spiegel afgewezen. Aegon heeft zowel de (tijdige) melding als de schade zelf betwist.
Grief VIslaagt gedeeltelijk. [appellant] heeft tegen de in reconventie ten laste van [appellant] gegeven kostenveroordeling geen (kenbare) grief gericht. Nu het vonnis in reconventie ook overigens in hoger beroep niet is bestreden, zal het vonnis in zoverre worden bekrachtigd.