ECLI:NL:GHDHA:2021:1594
Gerechtshof Den Haag
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herziening van een onherroepelijke uitspraak inzake belastingaanslagen en de afstand van rechtsmiddelen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 juli 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van 9 juli 2019. Verzoeker, een belastingplichtige, had tegen aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2010 tot en met 2014 bezwaar gemaakt, maar zijn verzoeken waren eerder ongegrond verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslagen gehandhaafd, en de Rechtbank Den Haag had de beroepen van verzoeker afgewezen. Het Hof bevestigde deze uitspraak in 2019. Verzoeker verzocht nu om herziening, stellende dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die de herziening rechtvaardigden, waaronder een nieuwe juridische stelling met betrekking tot de afstand van rechtsmiddelen in een vaststellingsovereenkomst (VSO). Het Hof oordeelde echter dat de aangevoerde gronden geen nieuwe feiten of omstandigheden betroffen, maar eerder juridische argumenten die niet in aanmerking kwamen voor herziening. Het Hof concludeerde dat verzoeker niet meer in bezwaar en beroep kon komen tegen de aanslagen, omdat hij met de ondertekening van de VSO afstand had gedaan van zijn rechtsmiddelen. Het verzoek om herziening werd afgewezen, en het Hof zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.