ECLI:NL:HR:2004:AR7765
Hoge Raad
- Herziening
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot herziening van een onherroepelijke uitspraak van het Gerechtshof
In deze zaak gaat het om een verzoek tot herziening ingevolge artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De uitspraak waar herziening om wordt gevraagd, betreft een ongegrond verklaard beroep tegen een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De Hoge Raad heeft eerder, op 5 december 2003, het beroep in cassatie tegen deze uitspraak ongegrond verklaard. Het verzoek tot herziening is op 25 maart 2004 ingediend bij het Hof, dat het verzoek vervolgens doorstuurde naar de Hoge Raad, in de veronderstelling dat het niet bevoegd was om de uitspraak te herzien. De Hoge Raad oordeelt echter dat het Hof wel degelijk bevoegd was om het verzoek tot herziening in behandeling te nemen. De Hoge Raad stelt vast dat artikel 8:88 Awb de mogelijkheid biedt om herziening te vragen van onherroepelijke uitspraken, en dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen. De Hoge Raad verklaart zich onbevoegd om op het verzoek tot herziening te beslissen en zendt het verzoek terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.