2.8.Tijdens de bezwaarprocedure tegen voormelde aanslag heeft belanghebbende een aangifte ingediend voor het onderhavige jaar waarbij hij een bedrag van € […] als aftrekbare kosten ter zake van het resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking heeft genomen.
3. De Rechtbank heeft het volgende overwogen:
"Beoordeling van het geschil
12. Alvorens de vraag te kunnen beoordelen of [belanghebbende] ter zake van de onderhavige aansprakelijkstellingen een voorziening kan vormen, zal de rechtbank eerst, gelet op de rangorderegeling van artikel 2.14 van de Wet IB 2001, beoordelen of in dit geval sprake is van negatief loon, en zo ja, of in 2014 enig bedrag aan negatief loon in aftrek kan worden gebracht.
13. Uit het vonnis valt op te maken dat de rechtbank de schadevordering ter zake van de doorbetalingen van de fees aan artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (rechtsoverweging 6.144) heeft getoetst, dat de rechtbank heeft geoordeeld dat [belanghebbende] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [Stichting X] (rechtsoverweging 6.150) en dat de rechtbank op die grond [belanghebbende] heeft veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € […] (rechtsoverwegingen 6.197, 6.200 en 7.3). De rechtbank heeft echter in rechtsoverweging 6.203 van het vonnis tevens geoordeeld dat voormelde schadevordering evenzeer op grond van artikel 7:661 van het BW toegewezen kan worden en dat [belanghebbende] opzettelijk schade heeft toegebracht in de zin van die bepaling. Nu in artikel 7:661 van het BW is bepaald dat de werknemer die bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan de werkgever jegens de werkgever aansprakelijk is indien die schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid, brengt dit naar het oordeel van de rechtbank mee dat de verplichting tot betaling van de onderhavige schadevergoeding, naast het onrechtmatig handelen van [belanghebbende], ook haar oorzaak vindt in de wijze van vervulling van [belanghebbendes] dienstbetrekking bij [Stichting X] . De onderhavige aansprakelijkstelling houdt dan ook voldoende causaal verband met [belanghebbendes] dienstbetrekking om als negatief loon in aanmerking te kunnen worden genomen (vgl. Hoge Raad 27 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7257). 14. Ook voor wat betreft de gefixeerde schadevergoeding is de rechtbank van oordeel dat deze haar oorzaak vond in de vervulling van [belanghebbendes] dienstbetrekking bij [Stichting X] . De vergoeding vloeit op grond van 7:677 van het BW immers voort uit het ontslag op staande voet, dat in het vonnis rechtsgeldig is geoordeeld. De aansprakelijkstelling ten aanzien van de gefixeerde schadevergoeding houdt dan eveneens voldoende causaal verband met [belanghebbendes] dienstbetrekking om als negatief loon in aanmerking te worden genomen.
15. Negatief loon kan pas in aanmerking worden genomen in het jaar waarin dat is betaald. [Belanghebbende] heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in 2014 ten aanzien van de onderhavige aansprakelijkstellingen - behoudens niet aftrekbare advocaatkosten - enig bedrag heeft betaald. Dit brengt mee dat [belanghebbende] in 2014 geen bedrag aan negatief loon in aftrek kan brengen.
16. Nu, naar hiervoor is overwogen, de onderhavige aansprakelijkstellingen als negatief loon kwalificeren, komt de rechtbank niet meer toe aan de beoordeling van de vraag of het bedrag van de aansprakelijkstellingen als negatief resultaat uit overige werkzaamheden dient te worden aangemerkt.
17. Op 1 januari 2014 beschikte [belanghebbende] over bezittingen waarop conservatoire beslagen rustten. Naar het oordeel van de rechtbank dienen deze bezittingen (van in totaal € […] ) ondanks de daarop rustende beslagen tot de rendementsgrondslag te worden gerekend (vgl. Hoge Raad 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BG4235). 18. Daarentegen kan [belanghebbende] naar het oordeel van de rechtbank op 1 januari 2014 wel een schuld ter zake van de aansprakelijkstellingen in aanmerking nemen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat [belanghebbende] ook in dat jaar al wist dat hij onrechtmatig jegens [Stichting X] had gehandeld. Daarnaast was [belanghebbende] al in 2012 door [Stichting X] gedagvaard voor de aansprakelijkstellingen en was in 2012 een strafrechtelijk onderzoek naar [belanghebbende] gestart. [Belanghebbende] wist dan ook op 1 januari 2014 dat hij naar alle waarschijnlijkheid aansprakelijk zou worden gesteld. Aldus bestond er op 1 januari 2014 een (zij het op termijn) juridisch afdwingbare en voldoende bepaalbare verplichting, waarmee bij de rendementsgrondslag rekening kan worden gehouden.
19. Voor de waardering van die verplichting acht de rechtbank van belang dat [belanghebbende] uiteindelijk voor meer dan € […] aansprakelijk is gesteld, dat de exacte omvang van de beslagen niet duidelijk is en dat de uit de aansprakelijkstellingen voortvloeiende schuld in ieder geval groter is dan het totale bedrag van de beslagen. De rechtbank acht de kans op 1 januari 2014 dat [belanghebbende] uiteindelijk aansprakelijk zou worden gesteld, mede gelet ook op het latere vonnis van 7 juni 2017, 100%. Daarnaast schat de rechtbank de kans op enige betaling van de aansprakelijkstelling in verband met de beslagen vrij hoog in. Het vorenstaande brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat [belanghebbende] op 1 januari 2014 een schuld ter zake van de aansprakelijkstellingen in aanmerking kan nemen en dat die schuld in dit geval niet hoger kan zijn dan de waarde van de bezittingen ter grootte van € […] . Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen dient dan ook te worden verminderd naar nihil.
20.Belanghebbende] heeft tegen de in rekening gebrachte belastingrente geen gronden ingebracht. Nu de aanslag wordt verminderd, dient de in rekening gebrachte belastingrente overeenkomstig de vermindering van de aanslag te worden verminderd.
21. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dient het beroep gegrond te worden verklaard."
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen