ECLI:NL:GHDHA:2020:2010
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- R.A. Bosman
- P.J.J. Vonk
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake valutaverlies op verplichting tot betaling resterende koopsom vliegtuig
In deze zaak heeft belanghebbende, een B.V., in november 2014 een overeenkomst gesloten voor de aankoop van een vliegtuig voor een totale koopsom van $ 8.050.000. Bij de ondertekening van de koopovereenkomst is een aanbetaling van $ 2.050.000 gedaan, terwijl het restant van $ 6.000.000 verschuldigd was op het moment van levering in 2015. Belanghebbende heeft het vliegtuig op haar fiscale balans opgenomen tegen de koopsom van $ 8.050.000 en de resterende koopsom als betalingsverplichting. Ultimo 2014 is de tegenwaarde van de verplichting gestegen door wisselkoersschommelingen, en belanghebbende heeft deze toename als aftrekbaar valutaverlies aangemerkt. De Inspecteur heeft dit valutaverlies niet geaccepteerd, wat leidde tot een geschil over de vraag of het in strijd is met goed koopmansgebruik om in 2014 een ongerealiseerd valutaverlies in aftrek te brengen. Het Hof oordeelt dat het in strijd is met goed koopmansgebruik om een ongerealiseerd valutaverlies in aftrek te brengen, omdat de resterende koopsom moet worden omgerekend tegen de koers op het moment van betaling. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.