Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 3 september 2019
[appellant],
[appellante],
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een bevel tot verstrekking van politiegegevens op grond van artikel 843a Rv. Appellant en appellante, echtgenoten, hebben de Nationale Politie aansprakelijk gesteld voor schade die is ontstaan na een incident op 4 en 5 mei 2010, waarbij appellant in een politiecel is ingesloten en later ernstige gezondheidsproblemen heeft ondervonden. Na een eerdere afwijzing van hun vordering door de rechtbank Overijssel, hebben appellanten hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de grieven van appellanten gegrond verklaard en het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof oordeelt dat appellanten een rechtmatig belang hebben bij de verstrekking van de camerabeelden die zijn gemaakt tijdens het incident. De Politie had eerder geweigerd deze beelden te verstrekken, onder verwijzing naar de Wet politiegegevens (Wpg). Het hof stelt vast dat de Wpg niet in de weg staat aan de verstrekking van de beelden aan de betrokkenen zelf. Het hof gebiedt de Politie om de beelden te vertonen tijdens de zitting in de bodemprocedure, waarbij de rechter kan bepalen in welke versie de beelden worden getoond. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de Politie.