Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : 5773998 \ VZ VERZ 17-3732
beschikking van 8 mei 2018
[appellant],
Tibco Software Services Netherlands B.V.,
Het geding
De beoordeling
- [appellant] noch in de ontbindingsprocedure, noch daarna, een uitdrukkelijk voorbehoud met betrekking tot een transitievergoeding heeft gemaakt;
- [appellant] in de ontbindingsprocedure ook niet om een transitievergoeding heeft verzocht nadat Tibco in reconventie had verzocht om in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst [appellant] geen transitievergoeding toe te kennen;
- de gemachtigde van [appellant] in een (collegiaal) e-mailbericht van 29 november 2016, met het oog op de ontbindingsdatum van 1 december 2016, de gemachtigde van Tibco alleen heeft verzocht de billijke vergoeding ten bedrage van € 219.392,-- uit te betalen, en niet ook een transitievergoeding, daarmee suggererend dat dit de ‘eindafrekening’ betrof;
- dat Tibco op 1 december 2016 de billijke vergoeding aan [appellant] heeft uitbetaald en daarna niets inhoudelijks meer van [appellant] heeft vernomen;
- [appellant] niet bereid was om vóór 1 december 2016 met Tibco een algehele schikking overeen te komen;
- Tibco medio januari 2017 de gemachtigde van [appellant] heeft bericht dat zij niet in hoger beroep zou gaan van de ontbindingsbeschikking van 19 oktober 2016 en dat zij door de betaling van de billijke vergoeding de zaak definitief wenste af te sluiten, waarop [appellant] niet heeft gereageerd;
- [appellant] zelf ook niet in hoger beroep is gegaan van de ontbindingsbeschikking, waardoor Tibco ervan uit is gegaan, gelet ook op de zeer hoge billijke vergoeding die [appellant] toegewezen had gekregen, dat [appellant] zich kon verzoenen met de uitkomst van de ontbindingsprocedure;
- de gemachtigde van [appellant] niet heeft gereageerd op de brief van 14 februari 2017 waarin de gemachtigde van Tibco had verzocht om opheldering over het e-mailbericht van 31 januari 2017 waarbij de gemachtigde van [appellant] Tibco had opgedragen de transitievergoeding van € 195.040,31 op zijn bankrekening te storten; en
- [appellant] tot het e-mailbericht van 31 januari 2017 niet is teruggekomen van zijn (hierboven in rov. 2.9 geciteerde) stellingen dat hij geen recht heeft op een transitievergoeding.