Uitspraak
Uitspraak van 15 augustus 2018
[X] te [Z] belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
Naheffingsaanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Loop van het geding in hoger beroep
- de aan belanghebbende over het jaar 2008 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw), en de daarbij opgelegde beschikkingen heffingsrente (BK-18/00350);
- de aan belanghebbende over het jaar 2009 opgelegde navorderingsaanslagen in de IB/PVV en de Zvw, de daarbij opgelegde vergrijpboete en beschikkingen heffingsrente, en de herziene verliesverrekeningsbeschikking 2009 (BK-18/00352).
Vaststaande feiten
"2.3. Administratie
Oordeel van de Rechtbank
Hof], niet in op de mogelijkheid om met [de Inspecteur] in gesprek te gaan. Ook geeft hij aan niets meer toe te voegen te hebben aan zijn eerder gegeven antwoorden. [Belanghebbendes] stelling dat sprake is van schending van het verdedigingsbeginsel, doordat hij maar één werkdag de tijd had om te reageren op het controlerapport, slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet. Gelet op het voorgaande heeft [de Inspecteur] [belanghebbende] voldoende mogelijkheden geboden om te reageren op de correcties die in het controlerapport zijn opgenomen. Van schending van het verdedigingsbeginsel is dan ook geen sprake.
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
- a. de Inspecteur alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd;
- b. het beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging is geschonden;
- c. terecht is nageheven ter zake van de restvoorraad dvd's; en
- d. de verzuimboete terecht is opgelegd.
Beoordeling van het hoger beroep
- (i) de 618 volgens belanghebbendes administratie niet verkochte dvd’s ongeveer twee derde van de totale dvd-inkoop van het onderhavige jaar vormen, met een geschatte inkoopprijs van € 6.000, en dat een schenking van een dergelijke omvang zeer ongebruikelijk is bij een stakende onderneming;
- (ii) van de door belanghebbende gestelde schenking geen enkel schriftelijk bescheid of andere vastlegging in belanghebbendes administratie is opgenomen;
- (iii) de kringloopwinkel de schenking niet heeft bevestigd; en
- (iv) belanghebbende in zijn aangifte IB/PVV voor het jaar 2010 onder de rubriek 'liquide middelen' een bedrag van € 5.601 heeft vermeld (resulterend – na aftrek van een banktegoed van € 187 – in een kassaldo van € 5.414), dat er op 1 januari 2010 nog niet was.
Proceskosten
Beslissing
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.