Uitspraak
- Inkomensopstelling 2008;
- Stukken waaruit blijkt dat de inkomensgegevens 2008 al eerder zijn ingeleverd bij
Bijlage II(…)
“Box 1
€ 20.150
Box 3
€ 12.500
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag inzake een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 2008. De Inspecteur had belanghebbende een navorderingsaanslag opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 159.313, en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 12.059. Belanghebbende betwistte de hoogte van de navorderingsaanslag en voerde aan dat de Inspecteur ten onrechte geen rekening had gehouden met negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en het resultaat uit overige werkzaamheden. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 januari 2017, waarbij beide partijen aanwezig waren. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur de negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen niet in mindering had hoeven brengen, omdat deze niet in directe relatie stonden tot de ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Den Haag, bestaande uit drie rechters, en werd op 22 februari 2017 in het openbaar uitgesproken.