Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[naam],wonende te [woonplaats],
TURBONED HOLDING BVen
TURBONED GROUP BV,
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
In oktober 2009 is [Y] (hierna te noemen: [Y]) alleen opererend algemeen (statutair) directeur geworden van Turboned Holding.
-binnen drie dagen na betekening van dit vonnis een afschrift te verstrekken van de door de heer E. Wetstein op 1 juni 2012 bij de rechter-commissaris bij de rechtbank Rotterdam in voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaring en
-binnen vier weken na betekening van het vonnis afschriften te verstrekken van alle notities/verslagen met (ex-) werknemers waarin sprake is van de bevestiging van het beeld als door Turboned Group in punt 29 van het rekest voorlopig getuigenverhoor bedoeld, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per dag met een maximum van € 100.000,-.
Enkele uren voor de mondelinge behandeling van dat kort geding heeft Turboned Group [appellant 1] een aantal van de gevraagde schriftelijke stukken, waaronder twee aanvullende forensische rapporten opgesteld door Alvarez en Marsal, ter beschikking gesteld.
De rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 6 augustus 2014 de hiervoor aangehaalde vorderingen afgewezen. [appellant 1] en Sapienti zijn bij dagvaarding van 8 oktober 2014 in hoger beroep gekomen van het vonnis.
3.Vordering van [appellant 1] c.s. in eerste instantie
- het door mr. G.J.M. Moussault aan de curator uitgebrachte procesadvies jegens [appellant 1] c.s., een en ander op straffe van een dwangsom.
5.Beoordeling in hoger beroep
De curator verzet zich tegen deze eiswijziging, en, zo oordeelt het hof, met recht. De twee-conclusie-regel (347 lid 1 Rv.) brengt met zich dat [appellant 1] c.s. zijn eis niet later dan in zijn memorie van grieven kon veranderen of vermeerderen. Een in de rechtspraak (zie in het bijzonder HR 19 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI8771) erkende uitzondering die afwijking van deze regel zou kunnen rechtvaardigen is gesteld noch gebleken. Het hof zal daarom oordelen over de eis zoals die in de appeldagvaarding (die tevens de gronden bevat) is geformuleerd.
De curator voert aan dat dit bodemvonnis van de rechtbank, ook al is dit niet in kracht van gewijsde gegaan, door de kort geding rechter – bijzondere omstandigheden daargelaten – gevolgd dient te worden. De curator meent dat reeds om die reden het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd dient te worden.
6.Beslissing
- bekrachtigt het door de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, team handel, tussen partijen gewezen vonnis van 28 oktober 2014 (C/10/459813 / KG ZA 14-898);
- veroordeelt [appellant 1] c.s. in de kosten van het geding, tot aan de uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 308,-- wegens verschotten en op € 2.682,--- (3 punten x tarief II) wegens salaris advocaat;
- verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.