1.4.Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft bij de bestreden - in één geschrift vervatte - uitspraken het volgende beslist, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiser en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid:
- verklaart de beroepen, voor zover die zijn gericht tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2004, gegrond;
- verklaart de beroepen, voor zover die zijn gericht tegen de navorderingsaanslagen vermogensbelasting, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000, gegrond;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar, voor zover deze betrekking hebben op de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2004;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar, voor zover deze betrekking hebben op de navorderingsaanslagen vermogensbelasting, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000;
- vernietigt de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen en de heffingsrentebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2001;
- vernietigt de navorderingsaanslagen vermogensbelasting en de heffingsrentebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000;
- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2002 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 13.877;
- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2003 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.026;
- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2004 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 19.752;
- vernietigt de in de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 1996 tot en met 2001 begrepen verhogingen en vergrijpboetes;
- vernietigt de in de navorderingsaanslagen vermogensbelasting over de jaren 1997 tot en met 2000 begrepen verhogingen en vergrijpboetes;
- vermindert de in de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 1995, 2002 tot en met 2004 en in de navorderingsaanslag vermogensbelasting over het jaar 1996 begrepen vergrijpboetes tot de bedragen zoals hiervoor in de kolom verhoging/boete na matiging in 4.41. zijn vermeld;
- wijzigt de beschikkingen heffingsrente aldus dat de heffingsrenten worden verminderd tot bedragen, berekend naar de nader vastgestelde bedragen van de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 2002 tot en met 2004;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt verweerder de kosten van het bezwaar en het beroep tot een bedrag van € 2.730 aan eiser te voldoen;
- gelast dat verweerder het door eiser in de zaak AWB 10/5016 betaalde griffierecht van in totaal € 41 aan hem vergoedt.”
De in voormeld citaat genoemde rechtsoverweging 4.41 van de rechtbank luidt:
”4.41. Gelet op het vorenoverwogene dienen de onderstaande verhogingen en vergrijpboetes tot de volgende bedragen te worden verminderd:
Navorderingsaanslagen IB/PVV verhoging / boete (100%) verhoging / boete na matiging
1995 ƒ 43.873 (€ 19.908) € 16.921
2002 € 4.163 € 3.538
2003 € 4.774 € 4.535
2004 € 5.218 € 4.957
Navorderingsaanslagen VB verhoging / boete (100%) verhoging / boete na matiging
1996 ƒ 11.760 (€ 5.336) € 4.535.”.