Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat het om
3.De beslissing van het hof en de toelichting daarop
You left after an argument about your aggressive behavior and the fact that you do not want to return property belonging to others. Therefore I will mention this again: you are fired with cause.”
Therefore I will mention thisagain: you are fired with cause.” en
The letter you will get will repeat what I told youprior to your departure[onderstreping hof]
(…).” Dat ondersteunt het standpunt van Coolways dat [naam2] [appellante] in het gesprek mondeling heeft ontslagen. Coolways heeft haar stelling op dit punt verder onderbouwd met de verklaringen van twee collega’s van [appellante] . Zij verklaren allebei dat [appellante] toen zij uit het gesprek kwam tegen haar leidinggevende heeft gezegd: “
door jou ben ik ontslagen”. In haar beroepschrift erkent [appellante] ook dat zij dit na het gesprek heeft gezegd. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft zij dit weliswaar alsnog ontkend, maar gelet op het voorgaande, is dat een onvoldoende concrete betwisting. Aangenomen moet dus worden dat [naam2] [appellante] tijdens het gesprek op 14 augustus 2024 op staande voet heeft ontslagen. Daarmee valt zonder nadere toelichting, die [appellante] ook desgevraagd tijdens de mondelinge behandeling bij het hof niet heeft gegeven, niet in te zien hoe een feit dat zich ná dat gesprek heeft voorgedaan (namelijk haar vertrek) aan het ontslag dat ín het gesprek is gegeven ten grondslag kan zijn gelegd. Het ligt ook niet in de rede om een werknemer te ontslaan niet vanwege de inhoud van het gesprek, te weten het agressieve gedrag dat ter discussie is gesteld, maar vanwege het na dit gesprek vertrekken. In ieder geval had het op de weg van [appellante] gelegen om nader toe te lichten waarom dat vertrek voor Coolways aanleiding zou vormen om haar op basis daarvan op staande voet te ontslaan. Voor zover zij dat heeft willen doen door te betogen dat het gesprek op 14 augustus 2024 over iets heel anders ging, namelijk het feit dat zij naar de huisarts moest en [naam2] daar geen toestemming voor wilde geven, gaat het hof daaraan voorbij. Nog los van het gegeven dat in het betreffende Whatsappbericht zelf expliciet wordt vermeld dat het gesprek ging over [appellante] ’ agressieve gedrag, zijn daar ook overigens onvoldoende aanknopingspunten voor. Zo heeft [naam2] tijdens de mondelinge behandeling bij het hof verklaard dat hij werknemers van Coolways juist bijstand verleent bij het maken van medische afspraken. Dit omdat Coolways er, mede gelet op het personeelstekort en haar productieproces, groot belang bij heeft dat haar werknemers, voor zover zij iets mankeren, zo snel mogelijk worden geholpen en weer inzetbaar zijn. Ook valt niet in te zien waarom [appellante] haar leidinggevende direct na afloop van het gesprek een verwijt zou maken van het feit dat zij ontslagen is als het over dit doktersbezoek ging waar [naam2] het niet mee eens zou zijn. Verder schrijft [appellante] pas rond 16.00 uur in het Whatsapp-gesprek van 14 augustus 2024 aan [naam2] dat ze een afspraak bij de dokter had, wat de indruk wekt dat [naam2] daarvoor nog niet op de hoogte was van het feit dat ze naar de dokter moest. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, vallen deze omstandigheden en de verwijzing in het Whatsappbericht in kwestie niet te rijmen met de stelling van [appellante] dat het gesprek over een voorgenomen doktersbezoek ging.