Uitspraak
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]en ieder afzonderlijk
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
Woonhuis
Het geschil en de beslissing van de rechtbank
5.De gebeurtenissen na het vonnis
6.De gewijzigde vorderingen in hoger beroep
7.Het oordeel van het hof
“Tijdens de overdracht zijn geen dan noemenswaardige scheuren waargenomen. [geïntimeerden] beroept zich – voor het geval sprake was van enige scheurvorming – te dierzake op het kenbaarheidsvereiste.”waarna de toelichting besluit met de stelling dat de scheurvorming voor [appellante] tijdens het transport kenbaar had moeten zijn. Daar [geïntimeerden] bestrijden dat er ten tijde van de koop en de overdracht sprake was van scheurvorming is daarmee niet te rijmen de tevens ingenomen stelling dat scheurvorming ten tijde van de overdracht wel voor [appellante] kenbaar had moeten zijn. Tijdens de mondelinge behandeling is deze grief, ondanks vragen daarover, niet verder verhelderd. Ook is niet toegelicht waaruit het gestelde nadeel van [geïntimeerden] zou bestaan. Aan dit bezwaar van [geïntimeerden] gaat het hof dan ook voorbij.
uitgangspunt
elektrische installatie
staartkosten
dampdichte folie / dakconstructie
onderheien/scheurvorming
luchtlekken/isolatie
de post onvoorzien
de aftrek van ‘nieuw voor oud’
samengevat
€ 25.873,35
€ 13.818,93
8.De beslissing
- € 2.053 aan griffierecht
- € 137,47 aan kosten voor het betekenen (bekendmaken) van de dagvaarding aan [geïntimeerden]
- € 11.070 aan salaris van de advocaat van [appellante] (2,5 procespunten × appeltarief VI à 4.428)