Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de schuldenaar],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van [de schuldenaar] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 30 april 2025, het verzoek van [de schuldenaar] afgewezen, omdat hij niet te goeder trouw zou zijn geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden. Het hof heeft de procedure en de feiten van de zaak uitvoerig besproken, waarbij het hof heeft vastgesteld dat [de schuldenaar] in 2018 getrouwd is en een aanzienlijke schuldenlast heeft opgebouwd, onder andere door een drugs- en gokverslaving. Na een periode van herstel en het volgen van een hbo-opleiding, heeft hij zijn leven weer op de rails gekregen. Het hof heeft geoordeeld dat, ondanks het feit dat er gronden voor afwijzing zijn, [de schuldenaar] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden onder controle heeft gekregen. Het hof heeft daarom besloten om de hardheidsclausule toe te passen en heeft [de schuldenaar] alsnog toegelaten tot de wsnp. De aanvang van de termijn van de wsnp is vastgesteld op de datum van de uitspraak, omdat relevante informatie over een eerder aanvangsmoment ontbreekt.