Uitspraak
Innova
[geïntimeerde]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
Bol.comen
Capabel. [1]
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Innova Energie B.V. en een niet verschenen geïntimeerde. De zaak betreft de vraag of de overeenkomst tussen partijen gedeeltelijk vernietigd kan worden op basis van schending van de informatieplicht zoals vastgelegd in artikel 6:230v lid 3 BW. Het hof oordeelt dat Innova niet heeft voldaan aan deze informatieplicht, wat leidt tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat bij schending van deze informatieplicht de overeenkomst vernietigbaar is, maar dat de rechter, indien de consument niet is verschenen, slechts tot gedeeltelijke vernietiging kan overgaan. Het hof past een korting van één derde toe op de betalingsverplichting van de niet verschenen geïntimeerde, wat in lijn is met de richtlijnen van de Hoge Raad. De uitspraak benadrukt het belang van een afschrikwekkende en doeltreffende sanctie voor schending van consumentenrechten, waarbij de rechten van de consument in stand blijven. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter en kent Innova een bedrag van € 1.199,51 toe, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De proceskosten worden eveneens toegewezen aan Innova.