ECLI:NL:GHARL:2025:237

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
21-000718-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en oplichting via cryptovalutahandelsplaats Coinhouse.eu en andere frauduleuze activiteiten

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diverse strafbare feiten, waaronder verduistering, oplichting en witwassen. De verdachte, samen met een mededader, heeft een cryptovalutahandelsplaats genaamd Coinhouse.eu opgezet, waar zij op frauduleuze wijze geld van investeerders hebben verduisterd door de opnamefunctie van de handelsplaats te sluiten terwijl de stortingsfunctie openbleef. Hierdoor konden zij aanzienlijke bedragen aan virtuele valuta van klanten in eigen zak steken. De verdachte heeft in de periode van 5 maart 2018 tot en met 5 augustus 2018 in totaal € 125.492,34 verduisterd.

Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door onjuiste informatie te verstrekken over de beschikbare hoeveelheid altcoins en door het pumpen en dumpen van deze altcoins, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor investeerders. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader op een grove wijze misbruik hebben gemaakt van het vertrouwen van het publiek in de cryptomarkt.

Verder is de verdachte ook veroordeeld voor gewoontewitwassen van de opbrengsten van zijn criminele activiteiten, waaronder de exploitatie van een Bitcoin ATM. Het hof heeft de verdachte een gevangenisstraf van 46 maanden opgelegd, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. De verdachte heeft geen berouw getoond voor zijn daden, wat het hof zwaar heeft aangerekend. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000718-22
Uitspraak d.d.: 17 januari 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle , gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle , van 8 februari 2022 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 08-132541-21 en 08-211081-20, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres] .

1.Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

2.Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 8 februari 2023, 15 maart 2024 en 6 december 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. M. Berndsen, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

3.Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van:
  • medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd (parketnummer 08-132541-21, feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3);
  • een gewoonte maken van het plegen van witwassen (parketnummer 08-132541-21, feit 4);
  • eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd, en
een gewoonte maken van het plegen van witwassen (parketnummer 08-132541-21, feit 5), en;
- diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking (parketnummer 08-211081-20);
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van het voorarrest.
Verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van diefstal door middel van verbreking (parketnummer 08-132541-21, feit 6) en partieel vrijgesproken van het witwassen van horloges, een vaartuig, diverse voertuigen en een geldbedrag ter hoogte van € 75.000,-. (parketnummer 08-132541-21, feit 5).
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] toegewezen tot een bedrag van € 837,22, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] zijn door de rechtbank in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard.
Tot slot heeft de rechtbank verbeurd verklaard:
de in beslag genomen Bitcoin ATM;
de 5
minersdie in [plaats 1] in beslag zijn genomen;
de 53
minersdie in [plaats 2] in beslag zijn genomen;
de woning van verdachte aan de [adres] , de diverse valuta en een geldbedrag ter hoogte van € 75.000,- dat verdachte ter investering van onroerend goed in Oostenrijk heeft aangewend (de vordering op de heer [naam ] ), en;
een nog niet in beslag genomen geldbedrag, in totaal geschat op € 937.030,-, bij geen (of niet gehele) voldoening te vervangen door 365 dagen hechtenis.
Daarbij heeft de rechtbank bepaald dat de onder 4) verbeurd verklaarde voorwerpen in het onder 5) genoemde bedrag van € 937.030,- moeten worden verdisconteerd.

4.Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 08-132541-21 als feit 6 is tenlastegelegd. Daarnaast is verdachte partieel vrijgesproken van het witwassen van horloges, een vaartuig, diverse voertuigen en een geldbedrag ter hoogte van € 75.000,-. Het hoger beroep is door verdachte onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof zal verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat tegen de (beschermde) vrijspraak is gericht.
5. Beoordeling van het hoger beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt ten aanzien van het bewijs, de op te leggen straf, de vorderingen van de benadeelde partijen en het beslag. Het hof zal daarom opnieuw recht doen.

6.De tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van de rechtbank van 2 november 2021 nader omschreven. Op de zitting van het hof van 15 maart 2024 is die nader omschreven tenlastelegging gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit arrest gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven en voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, op neer dat verdachte:
Zaak met parketnummer 08-132541-21:
  • feit 1 primair:in de periode van 27 augustus 2017 tot en met 5 augustus 2018 in [plaats 1] en/of [plaats 3] , althans in Nederland, samen met anderen of alleen personen heeft opgelicht door middel van het gebruik van de cryptohandelsplaats/exchange Coinhouse.eu ;
  • feit 1 subsidiair:in de periode van 27 augustus 2017 tot en met 5 augustus 2018 in [plaats 1] en/of [plaats 3] , althans in Nederland, samen met anderen of alleen geldbedragen/(virtuele) valuta heeft verduisterd;
  • feit 2 primair:in de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 in [plaats 1] en/of [plaats 4] , althans in Nederland, samen met anderen of alleen personen heeft opgelicht door middel van het ontwikkelen van eigen cryptocurrency’s, deze te laten verhandelen op een cryptohandelsplaats en de indruk te wekken dat er sprake van was betrouwbare virtuele valuta, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen;
  • feit 2 subsidiair:in de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 in [plaats 1] en/of [plaats 4] , althans in Nederland, samen met anderen of alleen heeft geprobeerd personen op te lichten door middel van het ontwikkelen van eigen cryptocurrency’s, deze te laten verhandelen op een cryptohandelsplaats en de indruk te wekken dat er sprake van was betrouwbare virtuele valuta, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen;
  • feit 3:in de periode van 1 februari 2021 tot en met 28 februari 2021 in [plaats 1] , althans in Nederland, samen met anderen of alleen klanten van de [benadeelde 3] heeft opgelicht;
  • feit 4:in de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021 in [plaats 1] , althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van witwassen van (virtuele) valuta;
  • feit 5:in de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 in [plaats 1] althans in Nederland samen met anderen of alleen een gewoonte heeft gemaakt van witwassen van (virtuele) valuta;
Zaak met parketnummer 08-211081-20 (gevoegd):
-
feit 1:op 20 april 2020 in [plaats 1] stroom heeft gestolen door middel van verbreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

7.Overweging met betrekking tot het bewijs

7.1
Standpunt van de verdediging
7.1.1
Vormverzuimen
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat bij het binnentreden van het pand aan de [straat] te [plaats 1] op 20 april 2020 en bij het daaropvolgende onderzoek vormverzuimen zijn begaan. Allereerst heeft de verdediging aangevoerd dat de verbalisanten niet bevoegd waren de deur van de meterkast te openen, omdat op dat moment geen sprake (meer) was van een verdenking van een strafbaar feit. De verbalisanten hadden immers al gezien dat in de loods – anders dan de MMA-melding aangaf – geen hennepplanten stonden, maar
miners.
Daarnaast heeft de verdediging bepleit dat de inbeslagneming van de in het pand aangetroffen laptop onrechtmatig was, omdat de gegevens op de laptop geenszins kunnen bijdragen aan de beantwoording van de vraag of sprake is (geweest) van diefstal van elektriciteit en hoe lang dit heeft geduurd.
Tot slot heeft de verdediging, onder verwijzing naar het Landeck-arrest van het Hof van Justitie d.d. 4 oktober 2024 (ECLI:EU:C:2024:830) betoogd dat het onderzoek naar de gegevens op de in beslag genomen laptop onrechtmatig is geweest, omdat daarvoor toestemming aan de rechter-commissaris had moeten worden gevraagd. Bovendien was volgens de verdediging op voorhand te voorzien dat bij het onderzoek een min of meer compleet beeld kon worden verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager, te weten verdachte. In een dergelijk geval dient de rechter-commissaris te beslissen of aan het onderzoek beperkingen moeten worden verbonden (vgl. Hof Den Haag 26 augustus 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1873). Het onderzoek naar de gegevens op de laptop heeft echter zonder enige beperking plaatsgevonden.
Het voorgaande maakt dat volgens de verdediging sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), waarbij het in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) verankerde recht op eerbiediging van het privéleven is geschonden. Volgens de verdediging gaat het om zeer ernstige vormverzuimen, die ook nadeel voor verdachte hebben veroorzaakt. Daarbij heeft de raadsman naar voren gebracht dat een laptop een apparaat is dat dikwijls (ook) voor privédoeleinden wordt gebruikt en daardoor privégegevens kan bevatten, zoals foto’s, internetgeschiedenis, chatgesprekken, contactgegevens en informatie over bijvoorbeeld het bezit van cryptocurrency en gebruiksmomenten en -duur. Daarnaast heeft de raadsman erop gewezen dat de rechtbank op basis van de in de laptop aangetroffen gegevens tot een bewezenverklaring is gekomen en dat verdachte een groot deel van de opgelegde straf al in voorarrest heeft uitgezeten.
Volgens de raadsman zijn de vormverzuimen zodanig ernstig dat de chatberichten en al het bewijsmateriaal dat als gevolg van het onderzoek naar die chatberichten is verkregen (de zogenoemde verboden vruchten) moeten worden uitgesloten van het bewijs en als gevolg daarvan vrijspraak dient te volgen voor de feiten 1 tot en met 5. Subsidiair is aangevoerd dat de vormverzuimen dienen te leiden tot strafvermindering.
7.1.2
Ten aanzien van het in parketnummer 08-132541-21 tenlastegelegde
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het onder parketnummer 08-132541-21 onder 1 primair, 2 primair, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft hij – samengevat weergegeven – het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het onder 1 primair tenlastegelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte ten tijde van het opzetten, bouwen en onderhouden van cryptohandelsplaats Coinhouse.eu niet het oogmerk heeft gehad om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de ten laste gelegde gedragingen niet zijn te kwalificeren als oplichting. Volgens de raadsman zijn het creëren van handelsvolume door het laten draaien van software (een
bot), het opgeven van een valse naam, het sluiten van de opnamefunctie en het openhouden van de stortingsfunctie geen geëigende middelen om iemand te bewegen tot het ter beschikking stellen van gegevens. Bovendien bevat het dossier onvoldoende bewijs dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een
bot.
Ten aanzien van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde verduistering heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit het dossier enkel blijkt dat 8,3 Bitcoin (destijds: 55.081,46 USD) is overgemaakt van Coinhouse.eu naar het Bitcoinadres van verdachte. Van andere overgemaakte tegoeden kan volgens de raadsman niet zonder meer worden vastgesteld dat die wederrechtelijk zijn toegeëigend, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde heeft de raadsman allereerst aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de munten UK Coin, SIPS, SLCO, ERSO en SDE heeft gemaakt.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte de
premineuit de broncode heeft verwijderd. Volgens de raadsman kan ook niet worden bewezen dat verdachte onjuiste informatie over de
premineheeft verstrekt. Uit het dossier volgt enkel dat verdachte eenmalig bij een exchange een verkeerde
premineheeft opgegeven, omdat bij die exchange een maximale
preminevan 2% was toegelaten. Het verstrekken van de onjuiste informatie had dan ook als doel om tot de exchange toegelaten te worden en was niet bedoeld om potentiële kopers te bewegen tot het kopen van de betreffende
altcoin. Het niet (volledig) vermelden van de premine levert volgens de raadsman voorts geen oplichting op, omdat potentiële kopers hierdoor niet worden bewogen de
altcointe kopen. Bovendien kan de informatie over de premine worden teruggevonden in de broncode, zodat geen sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken. Dat daarvoor specialistische kennis is vereist, maakt dat volgens de raadsman niet anders.
Ook ten aanzien van het oppompen van de koers – door zelf
altcoinsaan te kopen en te verkopen – heeft de raadsman bepleit dat dit niet kan worden aangemerkt als een van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) genoemde oplichtingsmiddelen, omdat koersstijgingen (en -dalingen) inherent zijn aan een (crypto)beurs. Op welke wijze een koersstijging tot stand komt, doet volgens de raadsman niet ter zake.
Verder heeft de raadsman ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde naar voren gebracht dat het latere dumpen van de munten niet kan maken dat bij het eerdere oppompen van de koers sprake was van oplichting. Bovendien is het dumpen van de munten niet tenlastegelegd. Het feit is voltooid door de afgifte van het goed.
Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde aangevoerd dat enkel kan worden bewezenverklaard dat verdachte potentiële investeerders heeft bewogen tot afgifte van een bedrag ter hoogte van € 306.353,26, nu verdachte heeft verklaard dat hij de in de chatberichten genoemde verdiensten steeds met één of twee anderen heeft gedeeld.
Ten aanzien van de onder 2 subsidiair ten laste gelegde poging tot oplichting heeft de raadsman dezelfde verweren gevoerd als ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde. Daaraan heeft de raadsman nog toegevoegd dat bij het proberen te wijzigen van de
preminesprake is geweest van een absoluut ondeugdelijke poging, omdat het technisch niet mogelijk is om de
preminein de broncode te wijzigen.
Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte zelf slachtoffer van oplichting is geworden doordat hij een persoon genaamd [naam 4] heeft geholpen met de aankoop van cryptocurrency en die [naam 4] vervolgens met de door verdachte aan [naam 4] gestuurde QR-code aan de haal is gegaan en geld bij klanten van de [benadeelde 3] heeft weggenomen. Verdachte heeft dan ook niemand bewogen tot afgifte van enig goed en heeft evenmin het oogmerk gehad om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Ook kan niet worden bewezen dat verdachte daartoe nauw en bewust met [naam 4] of een ander heeft samengewerkt.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde (gewoonte)witwassen door middel van het exploiteren van een Bitcoin ATM heeft de raadsman primair betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat de (crypto)valuta uit enig misdrijf afkomstig zijn. Daarbij heeft de raadsman naar voren gebracht dat het gemiddeld om transacties ter hoogte van € 403,- ging en het hoogste transactiebedrag € 10.000,- bedroeg. Onder die omstandigheden hoefde volgens de raadsman niet van verdachte te worden verwacht dat hij onderzoek deed naar de gebruikers van de Bitcoin ATM en/of de herkomst van de (crypto)valuta.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op de criminele herkomst van het geld. Daarbij heeft de raadsman erop gewezen dat verdachte een vergunning voor de exploitatie van de Bitcoin ATM had aangevraagd, dat gedurende een aantal maanden wel aan de KYC-eisen (
Know Your Customer) was voldaan en dat verdachte heeft verklaard dat hij niet het idee had dat het om criminelen ging.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat slechts sprake is van witwassen vanaf het moment dat de Bitcoin ATM er illegaal stond en er geen ID-controles meer werden verricht, te weten vanaf 21 november 2020. Daarnaast moeten de mislukte transacties en de pseudokopen volgens de raadsman op het totaalbedrag in mindering worden gebracht.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde heeft de raadsman primair betoogd dat - gelet op de bepleite vrijspraken voor het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde - de voor witwassen vereiste gronddelicten ontbreken. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de geldbedragen van misdrijf afkomstig zijn, aangezien verdachte ook legale inkomsten heeft gegenereerd met de handel in cryptovaluta.
Ten aanzien van het geldbedrag van € 863.538,54 (de ‘opbrengst’ van het pumpen en dumpen) heeft de raadsman verder aangevoerd dat de hoogte van het bedrag enkel is berekend op grond van chatberichten van verdachte, terwijl enig steunbewijs voor die chatberichten ontbreekt. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat ten hoogste moet worden uitgegaan van een bedrag van € 306.353,26. Daartoe heeft de raadsman naar voren gebracht dat men bij de berekening van de opbrengsten van de verkoop van de altcoins ervan uit is gegaan dat enkel verdachte de in de chatberichten genoemde bedragen heeft verdiend, terwijl de opbrengst bij de
altcoinsLepen, USA en MALC door twee personen werd gedeeld en bij de
altcoinEuropeUnited door drie personen. De munten SIPS en SLCO-ERSO-DSE zijn voorts ten onrechte meegerekend, want die munten zijn niet door verdachte gemaakt.
7.1.3
Ten aanzien van het in parketnummer 08-211081-20 tenlastegelegde
De diefstal van elektriciteit te [plaats 1] kan volgens de raadsman bewezen worden verklaard op grond van de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte.
7.2
Standpunt van het openbaar ministerie
7.2.1
Ten aanzien van de gestelde vormverzuimen
De advocaat-generaal heeft primair betoogd dat de verweren van de raadsman geen kans van slagen hebben, omdat van enig vormverzuim geen sprake is. Daarbij heeft de advocaat-generaal verwezen naar het vonnis van de rechtbank.
Subsidiair heeft de advocaat-generaal aangevoerd dat kan worden volstaan met de enkele constatering dat in strijd met het Landeck-arrest is verzuimd toestemming te vragen aan de rechter-commissaris voor het onderzoek naar de gegevens op laptop, omdat het arrest pas na het onderzoek is gewezen en derhalve is gehandeld conform de destijds geldende vormvoorschriften. Bovendien is volgens de advocaat-generaal geen sprake van nadeel zoals bedoeld in artikel 359a lid 2 Sv.
7.2.2
Ten aanzien van het in parketnummer 08-132541-21 tenlastegelegde
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde bewezen kan worden verklaard overeenkomstig het vonnis van de rechtbank, behoudens het volgende. Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde oplichting (de pump en dump) is in hoger beroep komen gebleken dat – anders dan de rechtbank heeft vastgesteld – de
preminevan de
altcoinsvan verdachte steeds zichtbaar is geweest in de broncode op Github . Wel heeft verdachte een mislukte poging ondernomen om de premine van de altcoin GET in de broncode te verhullen. Volgens de advocaat-generaal blijkt uit die mislukte poging de intentie van verdachte, te weten het misleiden van potentiële investeerders door het verhullen van de premine. Bovendien heeft verdachte de premine verhuld door geen of onjuiste informatie over de
preminevan zijn altcoins op websites zoals Bitcoin Garden te verstrekken en door een beperkte
block explorerop te nemen in de
walletsoftware.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde gewoontewitwassen heeft de
advocaat-generaal in aanvulling op de overwegingen van de rechtbank naar voren gebracht dat het vermoeden van witwassen wordt gerechtvaardigd door het feit dat verdachte bij de exploitatie van de bitcoin ATM fors hogere transactiekosten vroeg dan reguliere exchanges. Daarnaast heeft de advocaat-generaal erop gewezen dat uit de verklaring van verdachte op de zitting van het hof van 8 februari 2023 volgt dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij (virtuele) valuta zou verwerven en voorhanden zou hebben dat van enig misdrijf afkomstig was. Hij verklaarde toen immers: ‘
Dat er ook allerlei mensen
gebruik van zouden kunnen maken met crimineel geld klopt wel. Ik was mij daarvan
ook wel bewust. Zeker de laatste zes maanden’.
Tot slot heeft de advocaat-generaal bepleit dat – anders dan de rechtbank heeft gedaan – het onder 5 tenlastegelegde dient te worden gekwalificeerd als opzetwitwassen en niet als eenvoudig witwassen, aangezien de gedragingen van verdachte erop waren gericht om de criminele herkomst van de (virtuele) valuta daadwerkelijk te verbergen en te verhullen.
7.2.3
Ten aanzien van het in parketnummer 08-211081-20 tenlastegelegde
De diefstal van elektriciteit te [plaats 1] kan volgens de advocaat-generaal bewezen worden verklaard op grond van de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte.
7.3
Oordeel van het hof [1]
7.3.1
Ten aanzien van de gestelde vormverzuimen
7.3.1.1 De binnentreding in het pand
Op 12 december 2019 kwam bij de politie een MMA-melding binnen. Die MMA-melding hield, zakelijk weergegeven, het volgende in:
'Er is een hennepkwekerij actief aan de [straat] in [plaats 1] . De huurder van dit pand wordt ' [bijnaam 1]'
genoemd. In de loods wordt gesleuteld aan auto's. Op de bovenverdieping wordt er groots hennep gekweekt. Op 17 november 2019 omstreeks 14:35 uur kwam er een enorm sterke hennepgeur uit de loods. Er staan meerdere auto's voor de deur en er zijn meerdere personen in de loods aanwezig om te oogsten.’ [2] Daarnaast had een op 14 januari 2020 omstreeks 02:00 uur door de politie ter verificatie van die melding verrichte warmtemeting op genoemd adres een positief resultaat. De verbalisanten zagen dat aan de voorzijde van het pand aan de [straat] , op de eerste verdieping, een raam open stond. Zij zagen met de warmtebeeldcamera dat de ruimte achter dit geopende raam een aanzienlijke hoeveelheid warmte uitstraalde in vergelijking met omliggende objecten. Gelet op de MMA-melding en deze bevindingen, werd het vermoeden van de aanwezigheid van een hennepkwekerij in het betreffende pand bevestigd. [3] Verder bleek uit onderzoek dat aan de [straat] in [plaats 1] blijkens het register van de Kamer van Koophandel sinds 12 juni 2013 een bedrijf van verdachte, genaamd [bedrijfsnaam 1] , was gevestigd. [4] Bovendien bleek uit onderzoek in de politiesystemen dat een warmtemeting op het woonadres van verdachte op 14 november 2019 een positief resultaat had. [5] Op 20 april 2020 is de politie het pand aan de [straat] binnengetreden. [6]
Het hof is van oordeel dat de MMA-melding, in combinatie met de andere onderzoeksbevindingen zoals hiervoor omschreven, voldoende concreet is om tot de verdenking te komen dat ten tijde van het betreden van het pand op 20 april 2020 een hennepkwekerij in het pand aanwezig was. De verbalisanten waren daarom op grond van artikel 9, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd het pand te betreden. Hoewel sprake is van tijdsverloop tussen de MMA-melding, de door de politie verrichte onderzoekshandelingen en het moment waarop het pand is betreden, maakt dit naar het oordeel van het hof niet dat de instap in het pand daardoor niet gerechtvaardigd was. Voor zover de raadsman heeft willen aanvoeren dat het binnentreden in het pand onrechtmatig is geweest, wordt het verweer dus verworpen.
7.3.1.2 Het openen van de meterkast
Uit het procesdossier blijkt dat op het moment van binnentreden geen personen in het pand aanwezig waren. Op de eerste verdieping troffen de verbalisanten meerdere soorten computerapparatuur aan, waarbij op sommige apparatuur
'antminer'stond geschreven. Het vermoeden rees dat sprake was van het
minenvan Bitcoins of andere cryptocurrency's. Daarnaast namen de verbalisanten in de meterkast waar dat er met stroom was gerommeld. Een medewerker van [naam 23] constateerde vervolgens dat sprake was van diefstal van stroom. [7]
Het hof is van oordeel dat de meterkast, anders dan bijvoorbeeld een kledingkast, is aan te merken als een ruimte in het pand, zodat het openen van de deur naar de meterkast onder de betredingsbevoegdheid van artikel 9 Opiumwet valt. Gelet op de verdenking van overtreding van de Opiumwet en de toen beschikbare informatie, waaronder de omstandigheid dat eerder ter plaatse een hennepgeur was geroken, waren de verbalisanten dan ook bevoegd om in de meterkast te kijken. Het kijken in de meterkast is bovendien een logische handeling bij een verdenking van hennepteelt. Dat op 20 april 2020 uiteindelijk geen hennepkwekerij in het pand aanwezig bleek te zijn, doet aan het voorgaande niets af. Immers, er zou ook op een eerder moment een hennepkwekerij in het pand aanwezig kunnen zijn geweest.
7.3.1.3 De inbeslagneming van de laptop
In het pand is een
miningfarmaangetroffen. Dit betreft een verzamelnaam voor een plaats waar een grote hoeveelheid
miners(ofwel: computers) staat. Het is een feit van algemene bekendheid dat
mining computersveel stroom verbruiken. De constatering dat sprake was van diefstal van stroom betreft een ontdekking op heterdaad van een (nieuw) strafbaar feit. Omdat de computers (waaronder de laptop) informatie kunnen verschaffen over de tijd dat deze werkzaam waren, hoelang er stroom is gestolen en hoeveel stroom er is gestolen, ook om eventueel wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen, is met toestemming van de officier van justitie op grond van artikel 94 Sv onder meer de laptop in beslag genomen. [8] Uit dit artikel vloeit voort dat alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan het licht te brengen vatbaar zijn voor inbeslagneming. Het hof is dan ook van oordeel dat de laptop rechtmatig in beslag is genomen. In zoverre wordt het verweer van de raadsman verworpen.
7.3.1.4 Het onderzoek naar de gegevens op de laptop
Het hof stelt het volgende voorop. Indien onderzoek naar gegevens op een elektronische gegevensdrager een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer met zich meebrengt, is voorafgaande toestemming van een rechterlijke instantie of onafhankelijk bestuursorgaan vereist (vgl. het Landeck-arrest, HvJ EU 4 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:830). Daarbij geldt dat de officier van justitie niet als een ‘onafhankelijk bestuursorgaan’ wordt aangemerkt (vgl. het Prokuratuur-arrest, HvJ EU 2 februari 2021, ECLI:EU:C:2021:152). Als het onderzoek zo verstrekkend is dat op voorhand is te voorzien dat een min of meer compleet beeld kan worden verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager, dient bovendien door de
rechter-commissaris te worden overwogen of aan dat onderzoek beperkingen dienen te worden verbonden (Hof Den Haag 13 oktober 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:2145).
Naar het oordeel van het hof doet zich in deze zaak voor de situatie dat het onderzoek naar de gegevens op de laptop zo verstrekkend was dat was te voorzien dat een min of meer compleet beeld van het persoonlijk leven van de gebruiker kon worden verkregen. De laptop is weliswaar aangetroffen in een loods met
miners, zodat het aannemelijk was dat de laptop voor de handel in
cryptocurrency– en aldus voor zakelijk gebruik – werd gebruikt. Echter, dat maakt nog niet dat voorzienbaar was dat het onderzoek geen of slechts een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer met zich kon meebrengen. Uit het procesdossier volgt immers dat niet alleen onderzoek is gedaan naar het op de laptop geïnstalleerde softwareprogramma
Awesome Miner [9] , maar ook naar de 62.583 opgeslagen Skypeberichten. [10] Naar het oordeel van het hof was daarom te voorzien dat het onderzoek naar de Skypeberichten een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zou kunnen meebrengen, zodat daarvoor toestemming van de rechter-commissaris was vereist. Het ontbreken van voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris levert een onherstelbaar vormverzuim op.
Het hof ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of er, en zo ja welke, rechtsgevolgen aan dit vormverzuim moeten worden verbonden. Bij de beantwoording van die vraag dient de rechter rekening te houden met de in artikel 359a, tweede lid, Sv genoemde factoren, te weten het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt. Bewijsuitsluiting op grond van artikel 359a, eerste lid, Sv is voorts uitsluitend aan de orde indien door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk (strafvorderlijk) voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden (vgl. HR 30 maart 2004, LJN AM2533, NJ 2004/376). Daarbij geldt dat een schending van het in artikel 8 EVRM gegarandeerde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer niet zonder meer een inbreuk oplevert op de in artikel 6 EVRM vervatte waarborg van een eerlijk proces (vgl. HR 7 juli 2009, LJN BH8889, NJ 2009/399) en dat aan een niet gerechtvaardigde inbreuk op het door het eerste lid van artikel 8 EVRM gewaarborgde recht in de strafprocedure tegen de verdachte geen rechtsgevolgen behoeven te worden verbonden, mits zijn recht op een eerlijk proces zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM wordt gewaarborgd (vgl. HR 5 oktober 2010, LJN BL5629, NJ 2011/169).
Voor wat betreft het belang van het geschonden voorschrift stelt het hof vast dat de vereiste rechterlijke toestemming voor onderzoek naar (gevoelige) gegevens het in artikel 8 EVRM neergelegde recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer dient. De inbreuk van de in artikel 8 EVRM gewaarborgde privacyrechten is in deze zaak niet zo aanzienlijk geweest dat van een schending van het recht op een eerlijk proces sprake is. Het hof ziet daarom geen aanleiding om te komen tot uitsluiting van bewijs.
Ook ziet het hof geen aanleiding voor strafvermindering. Strafvermindering komt slechts in aanmerking wanneer de verdachte door een vormverzuim daadwerkelijk nadeel heeft ondervonden en wanneer strafvermindering ook in het licht van het belang van het geschonden voorschrift en de ernst van het verzuim gerechtvaardigd is. Voor wat betreft de ernst van het verzuim overweegt het hof dat ten tijde van het vormverzuim – daterend van na de Richtlijn 2002/58/EG doch voor het hiervoor genoemde arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 4 oktober 2024 (‘de Landeck-zaak’) – het overtreden vormvoorschrift nog niet (algemeen) bekend was, terwijl in dit geval overigens aan de wettelijke vereisten van artikel 126n Sv is voldaan. Dit relativeert de ernst van het vormverzuim aanzienlijk. Voorts is het hof van oordeel dat niet aannemelijk is dat verdachte als gevolg van het verzuim concreet nadeel heeft geleden. De raadsman heeft ter onderbouwing van het nadeel volstaan met de algemene opmerking dat verdachte ernstig in zijn privacy is geschaad, zonder enige nadere concretisering waaruit deze privacyschending zou hebben bestaan. De raadsman heeft niet meer aangevoerd dan dat het voor verdachte veroorzaakte nadeel erin zou hebben bestaan dat de rechtbank op basis van de op de laptop aangetroffen gegevens tot een bewezenverklaring is gekomen en dat verdachte een groot deel van de opgelegde straf al in voorarrest heeft uitgezeten. Het belang van een verdachte dat door hem gepleegde strafbare feiten niet worden ontdekt, kan echter niet worden aangemerkt als een rechtens te respecteren belang, zodat een eventuele schending van dit belang als gevolg van een vormverzuim geen nadeel in de zin van artikel 359a, tweede lid, Sv oplevert (vgl. HR 4 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BM6673, NJ 2012/145). Daarnaast heeft de raadsman in algemene zin naar voren gebracht dat een laptop privégegevens bevat. De raadsman heeft echter niet (concreet) aangevoerd welke privégegevens van verdachte op de laptop stonden opgeslagen. Voor het overgrote deel hebben de Skypeberichten betrekking op de handel in cryptovaluta, zodat met het kennisnemen van deze communicatie niet een min of meer compleet beeld van het persoonlijke leven van verdachte wordt verkregen. Verder is onderzoek gedaan naar het op de laptop aangetroffen softwareprogramma. Uit het dossier blijkt niet dat op de laptop andere (gevoelige) gegevens zijn aangetroffen. De inbreuk kan dan ook als gering worden bestempeld. Het hof zal daarom volstaan met de enkele constatering van het vormverzuim en daaraan geen rechtsgevolgen verbinden.
7.3.2
Ten aanzien van het in parketnummer 08-132541-21 tenlastegelegde
Het hof is van oordeel dat de rechtbank ten aanzien van het in parketnummer 08-132541-21 onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde (grotendeels) op juiste gronden tot haar bewijsbeslissing is gekomen. Het hof zal de motivering van de rechtbank dan ook overnemen en aanvullen of verbeteren waar nodig. Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde komt het hof tot een ander oordeel dan de rechtbank.
‘Enig goed’
Het hof stelt voorafgaande aan de bespreking van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde vast dat virtuele valuta (Bitcoins en
altcoins) en giraal geld vallen onder het begrip 'enig goed' in de zin van artikel 326 lid 1 Sr. De Hoge Raad heeft immers al in 1982 geoordeeld dat giraal geld is aan te merken als 'enig goed'. [11] In het Runescape-arrest is bepaald dat virtuele voorwerpen ook zijn aan te merken als 'enig goed'. [12] Het hof is van oordeel dat virtuele valuta (zoals Bitcoins en
altcoins)eveneens zijn aan te merken als 'enig goed', omdat deze online opgebouwde bezittingen voor zowel aangever(s) en verdachte(n) een reële waarde hebben die hen kan worden afgenomen. Het betreft immers een (virtueel) ruil- of betaalmiddel waarmee goederen en diensten kunnen worden aangekocht en verkocht.
Computergegevens, zoals een afbeelding van een legitimatiebewijs, kunnen echter niet als ‘enig goed’ worden gekwalificeerd, nu daarvan slechts sprake kan zijn als degene die de feitelijke macht daarover heeft, deze noodzakelijkerwijze verliest als een ander zich de macht erover verschaft. [13]
7.3.2.1 - Feit 1: verduistering ( Coinhouse.eu )
Inleidende overwegingen: een cryptovalutahandelsplaatsEen cryptovalutahandelsplaats maakt het mogelijk dat klanten hun cryptovaluta kunnen storten, kunnen verhandelen voor andere cryptovaluta en weer kunnen opnemen. De handelsplaats moet een
wallethebben voor de cryptovaluta die zij ondersteunt. Een
walletbevat de toegangscodes
(private keys)tot het beheer van één of meerdere
coin-adressen. In het geval van een
custodial wallet,kunnen klanten van de handelsplaats hun cryptovaluta overmaken naar een adres van de
walletvan de handelsplaats. Iedere transactie gaat gepaard met een
transactionfee,een vergoeding voor het uitvoeren van een transactie op een
blockchain-netwerk.Nadat de transacties voldoende bevestigingen op de
blockchain(database) hebben, weet de handelsplaats dat de tegoeden definitief in haar handen zijn gekomen. In de database van de handelsplaats wordt vervolgens een saldo opgenomen bij de stortende klant. De klant krijgt dan een vordering op de handelsplaats ter hoogte van de gestorte tegoeden. De handelsplaats heeft de cryptovaluta hiermee in eigen beheer gekregen en kan deze naar haar eigen inzicht gebruiken, bijvoorbeeld om andere gebruikers uit te betalen. De klant kan met het saldo dat uit de database blijkt handelen. De transacties worden alleen in de database van de handelsplaats verwerkt, door bij de koper en de verkoper het saldo van de ene cryptovaluta te verminderen en van de andere cryptovaluta te verhogen. Er vinden dus geen cryptovalutatransacties op de
blockchainplaats. Indien een klant besluit om het saldo op te nemen, wordt dit op de website van de handelsplaats aangegeven. De handelsplaats vermindert vervolgens het saldo van de klant in de database en stuurt de cryptovaluta op de
blockchainnaar het opgegeven adres van de klant.
Feiten
Verdachte en [medeverdachte] hebben samen cryptovalutahandelsplaats Coinhouse.eu opgezet. [14] Zij communiceerden onder andere via Skype over het cryptobedrijf. Verdachte heeft verklaard dat ‘ [accountnaam 3] ’ zijn Skype-account betreft [15] en dat de accounts ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’ van [medeverdachte] zijn. [16] Uit Skype-gesprekken tussen verdachte en [medeverdachte] volgt dat zij op enig moment Coinhouse.eu wilden platgooien. Zo stuurde verdachte op 3 april 2018 naar [medeverdachte] :
‘Zullen we Coinhouse nog tot het einde van de maand geven? Is het dan nog ruk trekken we de stekker eruit’. [17] Uit datzelfde chatgesprek blijkt dat Coinhouse op dat moment 30.000 klanten had en dat er in ieder geval 16 Bitcoins, 144 Litecoins, 16 Bitcoins aan ECA en 20 Bitcoins aan X8 aan klanttegoeden bij Coinhouse in beheer waren. [18] Op 4 april 2018 blijkt dat het handelsvolume laag was. [19] Verdachte stuurde op 5 april 2018: ‘
Als we Coinhouse platgooien, kunnen ze ons dan vinden eventueel?, waarop [medeverdachte] een paar uur later reageerde:
‘Zullen we hem straks platgooien? Dan moeten we van tevoren de wallets leeghalen.’Hierop antwoordde verdachte:
‘Gewoon die withdrawals stilleggen.’De
walletsvan de klanten van Coinhouse.eu werden op 5 april 2021 daadwerkelijk stilgelegd, zo blijkt uit chatberichten tussen verdachte en [medeverdachte] :
'Wallet leeg', 'Die van ons niet’,waarbij over en weer smileys werden verzonden. [20] Op 7 april 2018 stuurde [medeverdachte] naar verdachte:
'Je kan geen ECA withdrawen, staat al voor twee weken stil’. [21]
Aangever [benadeelde 2] heeft verklaard dat hij op 19 april 2018 - vanwege het lage handelsvolume - zijn ECA-coins door middel van een
withdrawalwilde overboeken naar een andere exchange. Deze transactie werd echter nimmer uitgevoerd. Ook aangever [benadeelde 1] wilde op diezelfde datum zijn ECA-coins uit zijn
walletbij Coinhouse.eu opnemen, maar dit bleek niet mogelijk. [22]
Hoewel de opnamefunctie van cryptovaluta van de
wallets/tegoeden die in beheer waren bij Coinhouse.eu werd gesloten, bleef het storten van cryptovaluta mogelijk. Verdachte stuurde op 3 april 2018 naar [medeverdachte] :
'Kutcoins, ook zonder verder iets, kunnen gewoon volume opleveren en extra BTC in de wallet voor als we er wel mee stoppen'. [23] De stortfunctie van de
walletswerd bewust opengehouden om zoveel mogelijk
coinsin de door verdachte en [medeverdachte] beheerde
walletste krijgen vóórdat zij definitief de stekker uit Coinhouse.eu zouden trekken. Op 5 april 2018 stuurde verdachte naar [medeverdachte] :
'Ja, die wallets wilde ik gewoon laten draaien.' [medeverdachte] reageerde daarop met:
'We kunnen de wallets leeghalen en Coinhouse laten draaien'. [24] Verdachte:
'Hopelijk storten ze nog een beetje bij'. [25] Op 8 april 2018 chatten verdachte en [medeverdachte] over en weer:
'Haha, we hebben weer 9 LTC'.
'Ja, gaat lekker he'. 'Ze blijven geld geven'. [26] Verdachte stuurde op 28 april 2018 naar [medeverdachte] :
'0.3 BTC weer in de Coinhouse -wallet. Niet veel, maar wél weer 1.000 euro per de man'. [27]
Verdachte en [medeverdachte] hebben de cryptovaluta uit de
walletsvan de klanten van Coinhouse.eu naar hun eigen
walletsovergemaakt. [28] In totaal is in de periode van 5 maart 2018 tot en met 5 augustus 2018 (omgerekend) € 69.085,35 overgemaakt naar de
walletvan verdachte en € 56.406,99 naar de wallet van [medeverdachte] . [29]
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij en [medeverdachte] op enig moment hadden besloten om de opnamefunctie dicht te gooien, dat ze dit vervolgens ook hebben gedaan en dat ze de stortingsfunctie wel hadden opengehouden. [30] Daarnaast heeft verdachte verklaard dat [medeverdachte] en hij het geld dat nog in Coinhouse.eu zat onderling hebben verdeeld, en dat het kan kloppen dat verdachte ongeveer € 69.000,00 heeft verdiend. Verdachte heeft tot slot nog verklaard dat deze handelswijze “niet netjes” van hen is geweest en het inderdaad op zijn minst “als verduistering” kan worden gezien. [31]
Vrijspraak van de onder 1 primair ten laste gelegde oplichting
Het hof ziet zich gesteld voor de vraag of is bewezen dat verdachte ten tijde van het opzetten van Coinhouse.eu het oogmerk had om zich door middel van de in de tenlastelegging opgenomen oplichtingsmiddelen wederrechtelijk te bevoordelen. Het hof beantwoordt die vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat het de bedoeling was een bloeiend cryptobedrijf op te zetten, waarbij geld zou worden verdiend door de opbrengsten van de
trading fees. [32] Op grond van de vele chatberichten in het dossier kan voorts niet worden vastgesteld dat verdachte en [medeverdachte] reeds vanaf de lancering van Coinhouse.eu van plan waren om (uiteindelijk) de opnamefunctie stil te leggen – maar de stortingsfunctie open te houden – en het gestorte geld van de klanten van Coinhouse.eu naar hun eigen
walletsover te maken. De chatberichten bevatten daarentegen wel aanknopingspunten dat verdachte en [medeverdachte] aanvankelijk een bonafide cryptobedrijf wilden opzetten. Zo vond op 19 december 2019 het volgende chatgesprek tussen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’ plaats:
‘Ik wil dit wel serieus aanpakken en niet verkloten zeg maar’, ‘Ja, ikke ook wel’, ‘Ik bedoel wat we hebben is niet zomaar iets en ik denk dat we wel een flink iets kunnen opbouwen’. [33] Daarnaast stuurde ‘ [accountnaam 4] ’ op 16 januari 2018 naar ‘ [accountnaam 5] ’:
‘Ik heb nu ook een exchange he en dat gaat elke dag beter’. Ter terechtzitting in eerste aanleg verklaarde verdachte dat hij ‘ [accountnaam 4] ’ was. [34] Dat verdachte en [medeverdachte] pas op een later moment besloten Coinhouse.eu plat te gooien, kan daarnaast worden afgeleid uit het bericht van 3 april 2018 van ‘ [accountnaam 3] ’ aan ‘ [accountnaam 1] ’:
‘Zullen we Coinhouse nog tot het einde van de maand geven? Is het dan nog ruk trekken we de stekker eruit’. [35] Tot slot stuurde ‘ [accountnaam 2] ’ op 3 september 2018 naar ‘ [accountnaam 3] ’:
‘Maar we hebben niemand opgelicht. Of zeg ik iets doms?’. ‘ [accountnaam 3] ’ antwoordde daarop:
‘Nou ja, mensen laten storten wat ze niet meer konden opnemen’. Vervolgens reageerde ‘ [accountnaam 2] ’:
‘Maar is nooit het plan geweest’. [36]
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat niet is bewezen dat verdachte Coinhouse.eu heeft opgezet met het oogmerk om zich door middel van de in de tenlastelegging opgenomen oplichtingsmiddelen wederrechtelijk te bevoordelen, zodat hij van het onder 1 primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde verduistering
Het hof acht op grond van de hierboven opgenomen bewijsmiddelen wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan verduistering. Door de opnamefunctie van Coinhouse.eu te sluiten en (vervolgens) de (virtuele) valuta van de Coinhouse -gebruikers naar hun eigen
walletsover te maken hebben verdachte en [medeverdachte] zich de valuta immers wederrechtelijk toegeëigend. Uit de chatberichten volgt voorts dat zij beiden daarop ook het oogmerk hadden. Met het bewust openhouden van de stortingsfunctie zorgden zij er bovendien voor dat zij zoveel mogelijk valuta in eigen zak konden steken. In totaal hebben zij (omgerekend) een bedrag van € 125.492,34 naar hun eigen
walletsovergemaakt. Uit de vastgestelde feiten volgt dat zij dit in nauwe en bewuste samenwerking hebben gedaan. Het hof acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met [medeverdachte] in de periode 5 maart 2018 tot en met 5 augustus 2018 schuldig heeft gemaakt aan verduistering van een bedrag van
€ 125.492,34.
7.3.2.2 - Feit 2: medeplegen van oplichting (pumpen en dumpen)
Inleidende overwegingen: pumpen en dumpen
De modus operandi(werkwijze) die verdachte voor
het pumpenen
dumpenvan 'zelfgemaakte'
altcoinsheeft gehanteerd, bestaat uit de volgende stappen:
  • Stap 1: het opzetten van een nieuwecoin.De openbare code van bestaande cryptovaluta, gebaseerd op Bitcoin, wordt aangepast naar een nieuwe naam. In de broncode wordt een
    premineingebouwd. Dit zijn de
    coinsdie oprichters krijgen voor het
    minenvan de eerste
    blocken,terwijl de
    coinnog niet bekend is bij het publiek. Om een netwerk voor de
    coinop te kunnen zetten, moeten er computers zijn die de programmeercode draaien en transacties kunnen verwerken. Deze worden
    nodesgenoemd. Cryptovaluta, zoals Bitcoin, kunnen worden gegenereerd door met behulp van de rekenkracht van computers een extreem ingewikkelde wiskundige puzzel op te lossen. Aan het oplossen van die puzzel is een beloning verbonden, bestaande uit een aantal Bitcoins. Die beloning komt toe aan degene die deze puzzel als eerste heeft opgelost. Hoe meer rekenkracht je inzet, des te groter de kans dat je de puzzel oplost. Dit wordt
    minengenoemd. Omdat een 'zelfgemaakte'
    coinnog niet bij het publiek bekend is, is het voor een oprichter mogelijk om met een zeer beperkte rekenkracht bij een
    preminealle
    coinsin eigen bezit te krijgen.
  • Stap 2: Hetlaunchenvan decoin.De broncode (de-programmeercode van de nieuwe cryptovaluta) wordt op GitHub .com geplaatst en de
    walletsoftwarekan via Clouddienst Mega.nz worden gedeeld. Iedereen kan de cryptovaluta vervolgens gaan gebruiken. Via Twitter en websites kan de cryptovaluta worden gedeeld, waardoor de indruk kan worden gewekt dat het om een bonafide cryptovaluta gaat. Om dit te bewerkstelligen kunnen domeinnamen worden geregistreerd en diverse accounts worden aangemaakt.
  • Stap 3: hetlistenvan een coin op een handelsplaats.Om de
    coinste kunnen verkopen, moeten deze worden opgenomen in het assortiment van een cryptohandelsplaats. Dit wordt
    listengenoemd. Hierna kan, net als bij een aandelenbeurs, worden gehandeld in de
    coin.
  • Stap 4: het creëren van handelsvolume op de cryptohandelsplaats(pumpen).Als een oprichter van een coin na de
    listingorders plaatst en vervolgens zijn eigen
    coinsopkoopt, lijkt het alsof er veel vraag is naar de 'zelfgemaakte'
    coinen neemt de koers toe. Dit is het zogenaamde
    pumpenvan de cryptovaluta. Door het stijgende handelsvolume komt de cryptovaluta hoger in de ranglijst van de cryptohandelsplaats te staan, waardoor er meer aandacht komt van de investeerders.
  • Stap 5: reclame maken voor decoinop fora en Twitter.Om meer investeerders te vinden, kan er reclame worden gemaakt voor de cryptovaluta, bijvoorbeeld op Twitter en op fora zoals Bitcoin Garden en Bitcointalk. Op deze wijze wordt getracht om een legitieme vraag naar de
    coinen een legitiem handelsvolume te verkrijgen.
  • Stap 6: het verkopen vancoins (dumpen).Op het moment dat er voldoende vraag is van investeerders, kunnen er grote hoeveelheden
    coinsworden verkocht tegen de hogere
    gepumptekoers. Dit is het zogenaamde
    dumpenvan
    coins,waardoor de koers zakt en de waarde van de
    coinsafneemt.
  • Stap 7: het herhalen van de stappen 1 tot en met 6, eventueel met nieuwecoins.De stappen 1 tot en met 6 kunnen worden herhaald zolang er vraag is naar de cryptovaluta, al dan niet in combinatie met het opzetten van andere 'zelfgemaakte'
    coins.Het maken van een
    coinis niet strafbaar. Het handelen daarin of het verkopen van grote hoeveelheden
    coinsevenmin.
Bewijs
Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde 'medeplegen van oplichting' op grond van de hierna genoemde bewijsmiddelen.
De voorstelling van zaken & de werkelijkheid
Ad. 1-
Bonafide websites opzetten en de indruk wekken dat de altcoins betrouwbaar zijnUit Whois-gegevens blijkt dat de domeinnamen van de websites tulipmaniacoin.com, europeunited.info, lepencoin.com, jyn-erso.com en sips-token.com, onder de naam van verdachte zijn geregistreerd. [37] Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de domeinnamen van de website tulipmaniacoin.com en tullipmaniaco.in in handen zijn van dezelfde eigenaar, namelijk verdachte. [38] Ook zijn in de mailbox van [e-mailadres 1] e-mails aangetroffen waaruit blijkt dat verdachte betrokken was bij de registratie van onder meer de domeinnamen tullipmaniaco.in, eyco.tech en united-korea.info. [39] Dit e-mailadres is in gebruik geweest bij verdachte. [40] Verder zijn op de MacBook van verdachte verschillende Word-documenten aangetroffen. Hierop is een document genaamd ' [naam document] ' aangetroffen, waarin wordt verwezen naar zowel de website [naam website] als officiële pagina's van [naam 5] . [41] Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij meerdere cryptovaluta heeft gecreëerd, waaronder de coin Paris . [42] Het hof gaat er daarom vanuit dat verdachte ook de domeinnaam pariscoinofficial.com heeft geregistreerd. Bij de politie heeft hij op 20 mei 2021 verklaard dat hij heel actief is geweest in het maken van (veel) websites. [43] Verder volgt uit een WhatsApp-gesprek op 8 april 2018 tussen verdachte en ' [naam 6] ' dat verdachte zelf
altcoinsmaakt en daar vervolgens een website achter hangt, want
'dan lijkt alles legit'. [44] Bovendien stuurde verdachte op 16 september 2018 aan [medeverdachte] met betrekking tot het
listenvan
coinsop een exchange:
'Er moet een website zijn, anders listen die fuckers niet'. [45]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte de domeinnamen van voornoemde websites heeft geregistreerd, deze websites heeft gebouwd, online heeft gezet en heeft onderhouden en dat hij zich op deze wijze heeft voorgedaan als een bonafide (software)maker van virtuele
valuta/altcoinsen de indruk heeft gewekt dat het om bonafide
altcoinszou gaan.
Ad 2-
Het opzetten van altcoinsDe
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR zijn door verdachte gecreëerd. Zoals gezegd heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij meerdere cryptovaluta heeft gemaakt, waaronder de
altcoinParis . [46] In de mailbox van het e-mailadres [e-mailadres 2] zijn voorts diverse e-mails aangetroffen over het
listenvan cryptovaluta in de periode van 14 juni 2017 tot en met 25 september 2019, te weten de
altcoinsEuropeUnited, USA Coin, UKCoin, Paris , GreenEnergyToken, MALC, DSE en CRUR. [47] Daarnaast blijkt uit het WhatsApp-gesprek tussen verdachte en ' [accountnaam 5] ' van 17 januari 2018 dat onder meer EuropeUnited, Lepen en SLCO van verdachte zijn. [48] Verder heeft verdachte in een chatgesprek op 26 april 2018 met ' [naam 22] ' geschreven dat de
altcoinSIPS van hem is. [49] Bovendien heeft verdachte op 4 mei 2024 tegenover de politie verklaard dat bij de berekening van de opbrengsten van SIPS ervan uit zou moeten worden gegaan dat verdachte de opbrengsten samen met een ander heeft verdeeld. [50] Ook daaruit leidt het hof af dat de
altcoinSIPS van verdachte is. Voorts volgt uit een Skype-gesprek van 28 september 2021 tussen verdachte en [medeverdachte] dat Paris , GET, UK Coin en USA Coin van verdachte zijn. [51] Bovendien heeft verdachte op 28 mei 202l bij de politie verklaard dat hij MALC, Tulipmania en ERSO zelf heeft gecreëerd. [52] Hij schrijft zelf de codes voor een nieuwe
altcoin,dus
'eigenlijk maak ik zelf altcoins',schrijft hij in een WhatsApp-gesprek met ' [naam 6] ' op 8 april 2018. [53] De code van een bestaande
coinwordt gekopieerd en aangepast.
'Je bouwt de source en dan ben je klaar',zo heeft verdachte verklaard. [54]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte de broncode van bestaande virtuele valuta heeft gekopieerd en aangepast en nieuwe virtuele valuta
/altcoins(MALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR) heeft gecreëerd.
Ad. 3-
Het maken van GitHub -pagina'sGitHub .com betreft een website waar broncodes van virtuele valuta en softwareprogramma's kunnen worden gepubliceerd, zodat deze openbaar toegankelijk worden. [55] Uit
Slack-chatberichten tussen ' [accountnaam 6] ' en ' [accountnaam 7] ' blijkt dat er verscheidene
GitHub .com-pagina's zijn aangemaakt voor de
coinsdie verdachte heeft gecreëerd. Ter terechtzitting van het hof van 8 februari 2023 heeft verdachte verklaard dat hij ‘ [accountnaam 7] ’ is. [56] Tijdens het politieverhoor op 28 juni 2021 verklaarde verdachte voorts dat hij op verschillende fora gebruik heeft gemaakt van de naam ' [accountnaam 7] ' en dat de naam ' [naam 7] ' hem wel vaag iets zegt. [57] De gebruikersnaam ' [accountnaam 6] ' blijkt door [naam 7] (hierna: [naam 7] ) te zijn gebruikt. Allereerst heeft [naam 7] namelijk tijdens het verhoor bij de politie op 13 september 202l verklaard dat zijn eigen hond [accountnaam 6] heet. [58] Daarnaast heeft hij tijdens dit verhoor naar Slack-chatberichten tussen ' [accountnaam 6] ' en ' [accountnaam 7] ' van 23 mei 2017 en 11 september 2017 gewezen en daarbij over de naam ' [accountnaam 7] ' opgemerkt dat hij hem [naam 9] noemt en dat hij daar kennelijk met ' [accountnaam 7] ' chat. [59] Bovendien heeft ' [accountnaam 6] ' tijdens een Slack-gesprek op 25 oktober 2017 zijn adresgegevens gedeeld. Blijkens de Basisregistratie Personen blijkt [naam 7] op die adresgegevens woonachtig te zijn. [60] Uit de verklaringen van verdachte ter terechtzitting van het hof van 6 december 2024 volgt dat de gesprekken met ‘ [accountnaam 6] ’ gesprekken met [naam 7] betreffen. [61]
Het hof stelt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte op Slack gebruik heeft gemaakt van de gebruikersnaam ' [accountnaam 7] ' en dat [naam 7] gebruik heeft gemaakt van de gebruikersnaam ' [accountnaam 6] '.
Uit genoemde Slack-chatgesprekken blijkt vervolgens dat verdachte GitHub .com-pagina’s heeft aangemaakt voor de door hem gecreëerde
altcoinsUSA Coin, Green Energy Token (GET) en Paris . [62] Dit zijn volgens verdachte echter allemaal
'shitcoins',want daar heeft hij
er - blijkens Slack-berichten tussen hem en [naam 7] van 17 augustus 2017 - bergen van,
'als het kletsverhaal voor de opening-post maar een leuk verhaal is'. [63] Verder blijkt uit de aangetroffen mails in de mailbox van [e-mailadres 1] dat verdachte een update heeft gedaan van de GitHub .com-pagina van UK Coin. [64] Uit een Slack-chatbericht tussen verdachte en ' [naam 8] ' van 19 juni 2017 blijkt dat verdachte ook de GitHub .com-pagina van EuropeUnited heeft gemaakt. [65] Voorts schrijft verdachte in een Skype-gesprek met [naam 7] op 14 september 2018 dat hij de GitHub .com-pagina voor Tulipmania heeft aangemaakt. [66] Bij het
listenvan Tulipmania op Crex24 heeft hij voor de
walletsoftwareeen link naar zijn Clouddienst Mega.nz-account meegestuurd. [67] De op de GitHub .com-pagina’s gedeelde bron/programmeercodes waren vals en de software programma's/wallets werkten niet, omdat verdachte anders niet in de gelegenheid zou zijn geweest om de
coinsvan de
preminezelf te verkrijgen. Dit leidde ertoe dat sommige personen hun
coinsniet op een handelsplaats konden plaatsen. [68]
Het hof acht het op basis hiervan aannemelijk dat het aanmaken van GitHub .com-pagina's om de broncodes van 'zelfgemaakte'
coinste publiceren onderdeel was van de werkwijze van verdachte.
'Zo, de volgende coin staat helemaal klaar. Premine, Twitter, GitHub , wallet. Alleen nog even launchen', deelt verdachte op 4 juli 2017 over USA Coin aan [naam 7] mee. [69] 'Pleur de Github en de wallet online en klaar',blijkt uit een Slack chatgesprek van 6 september 2017 tussen verdachte en [naam 7] . [70] Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij voor elke
altcoindezelfde werkwijze hanteerde. [71] Het hof acht het dan ook aannemelijk dat verdachte óók voor de overige door hem gecreëerde
altcoinsGitHub .com-pagina's heeft gemaakt.
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte GitHub .com-pagina's heeft gemaakt en dat daarop bron/programmeercodes en een softwareprogramma
/walletzijn gedeeld ten behoeve van het gebruik van de
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR, zodat personen deze
altcoinskonden ontvangen en versturen en op deze wijze de indruk werd gewekt dat het om bonafide
altcoinsging.
Ad. 4-
Onjuiste informatie verstrekken over de beschikbare hoeveelheid altcoinsHet hof heeft hiervoor al vastgesteld dat verdachte GitHub .com-pagina's heeft aangemaakt voor de door hem gecreëerde
altcoins.ln november en december 2021 heeft de politie met betrekking tot een deel van die
coinsonderzoek gedaan op een drietal openbare websites, genaamd GitHub , Bitcoin Garden en Bitcoin Talk. [72] Uit dit onderzoek is gebleken dat de op die websites verstrekte informatie over de
altcoinsUK Coin, CRUR, Tulipmania, Paris , EuropeUnited en MALC géén of onjuiste informatie bevatte over de
premine. [73] In geen enkel geval werd de
preminebenoemd op Bitcoin Garden , Bitcoin Talk of op de welkomstpagina van de
coinop GitHub , terwijl de
preminebovendien steeds een veel grotere hoeveelheid
coinsbevatte dan de daarna te
minen blocken. Door géén of onjuiste informatie over de
preminete verstrekken, werd aldus onvolledige of onjuiste informatie verstrekt over de totaal beschikbare hoeveelheid
altcoins. Daarnaast werd in sommige gevallen op Bitcoin Garden een andere opbrengst per
blockvermeld dan (in de broncode) op GitHub . [74]
Verdachte heeft aanvankelijk verklaard dat de totale hoeveelheid
coinssteeds vermeld stond in de
block explorer. Door verbalisant [verbalisant] is daarom op 26 mei 2023 onderzocht of in de forumposts over UK Coin, Paris , EuropeUnited en MALC een
block explorerwebsite stond opgenomen. Van geen van de
altcoinswerd echter een (werkende) link naar een
block exploreraangetroffen. [75] Dat verdachte en [naam 7] niet wilden dat (potentiële) investeerders via een
block explorerzouden kunnen zien hoeveel coins in omloop waren blijkt voorts uit een gesprek tussen hen op 8 september 2017:
‘Wat houd een block explorer maken in?’, ‘Ja, dat ze exact kunnen zien hoeveel coins er zijn en waar ze zijn en dan zien ze ook onze miljard premine natuurlijk’, ‘dat zou niet erg goed zijn’, ‘nee, inderdaad’.
Daarnaast heeft de politie in 2021 geconstateerd dat de
preminewerd verhuld door de informatie over het aantal in omloop zijnde coins uit de
walletsoftwarete verwijderen. In de
walletsoftwarevan de
altcoinTulipmania was namelijk een beperkte
block exploreropgenomen. Hierdoor konden bij het opvragen van de eerste
blockende transacties van de
premineniet worden gezien. [76] Op 4 mei 2024 heeft verbalisant [verbalisant] samen met verdachte opnieuw gekeken naar de
walletsoftwarevan de
altcoinTulipmania. De
preminebleek ook toen niet zichtbaar in de
walletsoftware. [77] Verdachte verklaarde hierover dat alle
walletsvan de door hem gemaakte
altcoinsop dezelfde manier zijn opgebouwd. [78] Het hof gaat er daarom vanuit dat de
preminebij geen van de door verdachte gemaakte
altcoinsin de
walletsoftwarezichtbaar was. Het verbergen en/of verhullen van de
preminebehoort dan ook tot de werkwijze van verdachte:
'Ja, dat is alles wat ik doe. Maak een shitcoin met een grote premine. Verkoop de premine. BTC in [naam 9] zijn zak, en weer door naar de volgende', schrijft verdachte op 17 januari 2018 aan ' [accountnaam 5] '. [79] Op 8 april 2018 zegt verdachte in een ander chatgesprek met ' [naam 6] ' over zijn 'zelfgemaakte'
altcoins: 'Ik zorg meestal dat ik 70-100% van de gehele supply bezit. Die verkoop ik aan nietsvermoedende schaapjes die denken rijk te worden. Zo verdien ik mijn vermogen'. [80] [bedrijfsnaam 2] heeft op enig moment aan de politie een overzicht van de actuele saldi van verdachte aangeleverd, waaruit op dat moment bleek dat verdachte tientallen miljoenen
coinsbezat van onder meer MALC, ERSO, DSE en Paris . [81] De in de chatberichten door verdachte gedane uitspraken worden hiermee bevestigd.
Uit chatgesprekken volgt voorts dat verdachte heeft getracht de premine in de broncode te verhullen. Zo schreef hij op 8 september 2018 aan [naam 7] :
‘Ik ga ff iets nieuw proberen met deze coin, haal de premine uit de source code voor ik hem publiceer’. [82] Ook stuurde verdachte op 15 september 2017:
'Niemand kan de premine van 1 miljard in de source zien.' [83] Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte over voornoemde chatberichten verklaard dat hij heeft geprobeerd de
preminevan
altcoinGET in de broncode te verhullen, maar dat dit niet was gelukt. [84] De
preminesvan de
altcoinsvan verdachte zijn, voor zover door de politie onderzocht, inderdaad altijd zichtbaar geweest in de broncode op GitHub . [85] Hoewel de
preminein de broncode op GitHub staat en het publiek de broncode van een
altcoinop GitHub .com kan raadplegen, is het voor een investeerder zeer lastig om zo'n broncode te interpreteren. Daarvoor is specialistische kennis nodig. Het is dan ook van belang dat eerlijk over de
preminewordt gecommuniceerd, zodat investeerders hier rekening mee kunnen houden. Zonder dergelijke informatie kunnen zij zich zeer lastig een waarheidsgetrouwe voorstelling maken van (de waarde van) de cryptovaluta. Verdachte was zich daar ook van bewust, zo blijkt uit zijn bericht aan [naam 7] van 8 september 2018:
'Pietje pannenkoek die net dat lijntje code kan lezen, die vind dan niks meer. Niemand die in de code ziet hoeveel coins er zijn'. [86]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte op GitHub .com-pagina's, internetfora en social media over de
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR onjuiste informatie heeft verstrekt over het aantal beschikbare
altcoinsop de (virtuele) valutamarkt, waardoor personen werden bewogen tot het aankopen van
altcoinstegen een (aanzienlijk) hogere prijs.
Ad. 5-
Op het internet reclame maken over de door verdachte gecreëerde altcoinsIn de woning van [naam 7] is op 13 september 2021 een telefoon in beslag genomen. Op deze telefoon zijn WhatsApp-berichten tussen verdachte en [naam 7] aangetroffen. Op 6 september 2017 zegt [naam 7] tegen verdachte in een chatgesprek:
'Ik doe gewoon wat jij zegt',waarna verdachte reageert:
'zodra alles gemined is, promo promo promo'. [87] Zo zorgt ' [naam 8] ' op 19 juni 2017 dat een Twitter-account voor EuropeUnited wordt aangemaakt voor een tweet aan exchanges. [88] Daarnaast zorgt [naam 7] op 15 oktober 2017 voor de update van Twitter voor wat betreft de
altcoinMALC. [89] In een chatgesprek met verdachte op 10 september 2017 heeft [naam 7] bovendien benadrukt:
'Ik vertel de onzin, en jij zet de cijfers goed'. [90] Het promoten van
coinsleidde tot diverse Twitter-accounts met betrekking tot de door verdachte gecreëerde
altcoins,zoals [accountnaam 8] [accountnaam 9] , [accountnaam 10] en [accountnaam 11] . Op die Twitter-accounts en online fora zijn vervolgens reclameteksten geuit. Zo is op het forum Bitcoin Garden op 10 september 2017 de volgende promotietekst over
altcoinParis geuit:
'This coin is developed in the Spirit of Paris 's latest thoughts about block-chain technology and the many benefits that come with them. This coin is to support Paris and the use of the block-chain technology. lnvest now in Paris coin to get a bigger peace of the pie when LYDIAN comes out. Follow what PARIS has to say about the block chain technology and more.In die post is verwezen naar (kennelijke) officiële online accounts van [naam 5] , evenals de GitHub .com-pagina van de
altcoinParis . [91] Daarnaast heeft het account [accountnaam 9] op 22 oktober 2018 de volgende promotietekst verspreid:
'TMC did some real nice recovery on the DOGDE market today most seen in 1450% up. [accountnaam 12] cant wait to see TMC back in the BTC market!'. [92] Op 9november 2019 is via datzelfde account de volgende promotietekst verspreid:
'We are buying back all TMC coins up to 10 sat [accountnaam 12] . The goal is to have bought back all TMCcoins by the end of this month'. [93] Daarna werd op 22 november 2018 de coin Tulipmania gepromoot:
' [accountnaam 9] is now listed on [accountnaam 13]. [accountnaam 14] will soon follow. Crex24:com/nl/exchange/TM ... Happy trading to all!!!!'. [94]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte samen met [naam 7] en een andere persoon, ' [naam 8] ', Twitter-accounts heeft aangemaakt en/of promotieteksten heeft verspreid ten behoeve van de
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR om personen proberen te bewegen tot het doen van investeringen in de hiervoor genoemde
altcoins.
Ad. 6-
Het listen van altcoinsHet hof heeft hiervoor onder ad 1 al vastgesteld dat verdachte websites heeft opgezet. Dit heeft hij gedaan om de door hem gecreëerde
altcoins(MALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, LEPEN, SLCO, ERSO, DSE) op een exchange te
listen.Het doel hiervan was naar het oordeel van het hof:
pumpenen
dumpen.Dit leidt het hof af uit de vele chatberichten tussen verdachte en anderen. Op 31 augustus 2017 geeft verdachte aan ' [naam 22] ' via een Skype-chatbericht te kennen:
'Je moet kijken hoe snel je het maximaal aantal Bitcoins eruit kan halen. En door naar de volgende'. [95] 'Weer op zoek naar nieuwe exchanges om shitcoins te listen en te dumpen op het gewone voetvolk',aldus verdachte tegen [medeverdachte] op 30 september 2017. [96] Op 29 november 2017 schrijft verdachte:
'Zelf kutmunten maken en dumpen op idioten. Ik doe niks anders'. [97] Verdachte noemt de investeerders onder meer
'sukkels' en schaapjes'. [98] Verdachte heeft zijn
altcoinsop diverse cryptohandelsplaatsen tegen betaling
gelist.Hij heeft op 28 mei 2021 bij de politie verklaard dat hij bij meer dan 2 maar minder dan 500 handelsplaatsen cryptovaluta heeft staan. [99] Op 20 april 2021 heeft een verbalisant geconstateerd dat de
altcoinUK Coin beschikbaar was op CoinExchange en NovaExchange . [100] In de mailbox van het e-mailadres [e-mailadres 2]
(het e-mailadres van verdachte) zijn ook verscheidene e-mails aangetroffen over het
listenbij CoinExchange tussen 14 juni 2017 en 25 september 2019 met betrekking tot de
altcoinsEuropeUnited, USA, DSE, ERSO, UK Coin, Paris , Green Energy Token (GET), MALC en CRUR. [101] Over MALC schrijft verdachte op 9 oktober 2017 aan ' [naam 22] ' dat de
listingis betaald. [102] Die laatstgenoemde gebruiker vraagt op 27 november 2017 aan verdachte:
'Hoe loopt je coin op Cryptopia. Kom er bijna nooit. Zag hem daar, hehe', waarop verdachte reageerde:
'Ja, wel lekker op zich, niet spectaculair.' [103] Ook spreekt verdachte op 17 maart 2019 in een chatgesprek over
'25 BTC op Yobit '. [104] Dit geeft grond voor de veronderstelling dat verdachte ook gebruik heeft gemaakt van de cryptohandelsplaats YoBit . Verdachte heeft eveneens gebruikgemaakt van de handelsplaats Crex24 , zo blijkt uit een chatgesprek op 21 januari 2019:
'Dat gekke Crex24 heeft me toch een berg volume elke dag'. [105] Bovendien is de
altcoinTulipmania rond 22 november 2018
gelistop de handelsplaats Crex24 . [106] Kortom, verdachte heeft, zoals hij het zelf schrijft,
'coins gemaakt en deze op een exchange geknald'. [107]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte de
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR op een handelsplaats (zoals Crex24 , NovaExchange , YoBit en CoinExchange ) heeft laten opnemen, zodat deze
altcoinsverhandeld konden worden en hierdoor personen werden bewogen tot het doen van investeringen in de hiervoor genoemde virtuele valuta.
Ad7 -
De prijs/koers van de altcoins beïnvloedenHet hof heeft onder ad 4 al vastgesteld dat verdachte online onjuiste informatie heeft verstrekt over het aantal beschikbare
altcoinsop de (virtuele) valutamarkt, waardoor personen werden bewogen tot het aankopen van
altcoinstegen een (aanzienlijk) hogere prijs. Dit heeft verdachte zoals gezegd onder meer gedaan door de
preminein de walletsoftware te verhullen en op internetfora/social media géén of onjuiste informatie over de premine te verstrekken. De (grote hoeveelheid)
coinsdie verdachte in zijn bezit heeft gekregen, heeft hij vervolgens naar verschillende
walletsvan zichzelf overgemaakt. Verdachte heeft hierover verklaard dat het aanhouden van meerdere
walletsnodig is om door middel van
Proof of Stakede
blockchainop gang te houden. [108] De politie heeft dit onderzocht en – samen met verdachte – geconcludeerd dat voor het door middel van
Proof of Stakedraaiende houden van de
blockchainhelemaal niet is vereist dat iemand meerdere
walletsaanhoudt. [109] Het hof gaat er dan ook vanuit dat verdachte met het aanhouden van meerdere wallets wilde doen vóórkomen alsof de
altcoinsin het bezit waren van meerdere personen. Daarmee werd namelijk voorkomen dat verdachte op een
richlistzou komen. [110] Zo blijkt bijvoorbeeld op 10 augustus 2021 uit de
richtlistvan de
coinTulipmania dat verdachte op 10 verschillende adressen tezamen genomen ruim 45% van alle
coinsin zijn bezit had. [111] Bij het
listenvan de
altcoinTulipmania op de handelsplaats NovaExchange had verdachte bovendien aangegeven dat er 2 miljard
coinsin omloop zouden zijn, terwijl hij er zelf al bijna 20 miljard had
geminedvóórdat de cryptovaluta publiekelijk werd. [112] Verder heeft verdachte de
premineverhuld via een zogenoemde (veiligheids)update. Zo schrijft hij op 10 januari 2018 aan [medeverdachte] :
'Heb net die MALC weer een update gegeven.7
miljard extra coins. Voor [naam 9] . Heb ze door gegeven, dat het een veiligheidsupdate is. En dan dump ik hem gelijk weer kapot. Al eens eerder gedaan'. [113] Bij de 'veiligheidsupdate' werd door verdachte dus bewust niet verteld dat hij zelf miljarden
coinshad bijgemaakt. In een chatgesprek op 8 april 2018 zegt verdachte tegen [medeverdachte] :
'Tegenwoordig doe ik het anders. Maak ik zo'n grote premine dat het zelfs rendabel is om op de Ethereum (ETH)-markt te verkopen'. [114]
Het hof overweegt dat op basis van het voorgaande het onjuist of niet dan wel niet volledig vermelden van het aantal door verdachte al
gemaakte/geminede altcoinsonderdeel was van de werkwijze van verdachte. Dit geldt ook voor de overige door verdachte gecreëerde
altcoins.Het hof stelt dan ook vast dat verdachte de gegevens over het aantal door hem reeds
gemaakte/geminede altcoins(waaronder MALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR) onjuist/niet/niet volledig heeft vermeld, waardoor verdachte en/of zijn mededader(s) in staat was/waren om de prijs/koers van deze
altcoinste beïnvloeden.
Ad. 8-
Pumpen en dumpenHet hof heeft hiervoor al vastgesteld dat verdachte
altcoinsheeft gemaakt met het doel snel geld te maken door
het pumpenen
dumpenvan deze
altcoins.Het was een
modus operandidie verdachte hanteerde. Bij de politie heeft verdachte op 28 mei 2021 over het fenomeen
pumpenen
dumpenverklaard:
'Er gebeurt niets anders in de crypto. Winst is voor een ander verlies'. [115] Dat
pumpenen
dumpenheeft in de praktijk ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Door het aan- en verkopen op verschillende cryptovalutahandelsplaatsen van de door verdachte gecreëerde
altcoinsmaakte verdachte handelsvolume, waardoor de
coinsaantrekkelijk werden voor investeerders. [116] Op 27 juni 2017 schrijft ' [naam 8] ' aan verdachte:
'Zolang prijs redelijk op pijl blijft gaan ze wel omhoog met hun orders. Pumpen is veel werk, weet er alles van',waarop verdachte reageert:
'Ja, en ik laat die bot gewoon draaien hé.'. [117] Dit verklaart wellicht ook waarom verdachte de hele dag achter zijn laptop zit, aldus zijn eigen verklaring. [118] Op het moment dat verdachte zag dat de koers van de
altcoinsteeg, dumpte hij zijn eigen
altcoinswaardoor de koers daalde en waardoor de onwetende investeerders niets konden verdienen. Dit blijkt ook uit het chatgesprek tussen verdachte en ' [accountnaam 5] ' op 17 januari 2018 waarin verdachte zegt:
'Allemaal dump en wegwezen'. [119]
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte de prijs/koers van de
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR heeft beïnvloed door zelf (al dan niet met behulp van een softwareprogramma/bot) aan- en verkooporders te plaatsen op verschillende handelsplaatsen en de eerder genoemde
altcoinszelf daadwerkelijk aan te kopen en te verkopen, teneinde handelsvolume te creëren en hiermee invloed uit te oefenen op de koers van genoemde
altcoinsen hierdoor te trachten personen te bewegen tot het doen van investeringen daarin.
Oplichtingsmiddelen
Het hof overweegt dat uit de hiervoor weergegeven feitelijke gedragingen volgt dat verdachte en [naam 7] een onjuiste voorstelling in het leven wilden roepen om daarvan misbruik te maken. Hierbij is gebruik gemaakt van oplichtingsmiddelen zoals bedoeld in artikel 326 Sr, zodat sprake is van een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen.
Listige kunstgrepenEr is sprake geweest van meer dan één misleidende feitelijke handeling die een onjuiste voorstelling van zaken in het leven hebben geroepen. De
altcoinsMALC, USA Coin, EuropeUnited, Paris , GET, Tulipmania, UK Coin, SIPS, Lepen, SLCO, ERSO, DSE en CRUR zijn - in strijd met de waarheid - door verdachte gecreëerd als reguliere bonafide
altcoinsvoor de handel in virtuele valuta. Verdachte heeft, voordat hij de
coinsop de markt bracht, websites opgezet, online onjuiste informatie over de
coinsverstrekt, de
altcoinsin het assortiment van een cryptohandelsplaats laten opnemen en samen met anderen (waaronder [naam 7] ) social media-accounts aangemaakt en promotieteksten verspreid om personen te bewegen tot het doen van investeringen in die
coins.Hiermee werd voor de investeerders in genoemde virtuele valuta een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen. Verdachte wilde hier vervolgens misbruik van maken. De gedeelde informatie op internetfora, GitHub .com-pagina’s en de walletsoftware, was onvolledig en/of onjuist, waardoor de indruk werd gewekt dat het om betrouwbare virtuele valuta ging. Daardoor werden personen bewogen tot het aankopen van
altcoinsop basis van onjuiste informatie en daardoor tegen een hogere prijs dan de werkelijke waarde ervan. De vermelde gegevens over het aantal door verdachte
gemaakte/geminede altcoinsontbraken of waren onjuist of niet volledig, waardoor verdachte in staat was de prijs/koers van deze
altcoinste beïnvloeden. Deze werkwijze van verdachte leidde telkens tot het
pumpenen
dumpenvan de door hem gecreëerde
altcoins.Het hof is dan ook van oordeel dat verdachte zich heeft bediend van listige kunstgrepen.
Het aannemen van een valse hoedanigheidDe door verdachte gemaakte cryptovaluta bleken geenszins betrouwbare virtuele valuta te zijn. Verdachte heeft van meet af aan er alles aan gedaan om de door hem gecreëerde
altcoinsbetrouwbaar te doen laten lijken. Hij hanteerde bij elke
coineen werkwijze voor
pumpenen
dumpen.Hij maakte - samen met een ander - websites, want dan leek alles legaal en anders werd de
coinniet door een cryptohandelsplaats
gelist.De virtuele valuta werden op de markt gebracht en over de
preminewerd geen dan wel onjuiste informatie verstrekt. Verdachte maakte naar eigen zeggen een
'shitcoin'om zijn eigen zakken met Bitcoins van
'nietsvermoedende schaapjes'te vullen. Dit was van toepassing op elke
coindie hij maakte, want verdachte ging elke keer weer op zoek naar nieuwe cryptohandelsplaatsen om deze
'shitcoins te listen en te dumpen op het gewone voetvolk'.Alvorens die
coinste kunnen
dumpen,moest hij ze
eerst pumpen.Verdachte creëerde daartoe zelf handelsvolume op de cryptohandelsplaats, verspreidde de door hem aangekochte
coinsop verschillende
walletsom te voorkomen dat hij met één
walletop een
richlistkwam te staan en verspreidde online onvoldoende dan wel onjuiste informatie. Hiermee maakte hij investeerders cryptovaluta afhandig en daarmee verdiende verdachte zijn vermogen. Al hetgeen verdachte heeft gedaan om zich met zijn
altcoinsin het rechtsverkeer te presenteren, was erop gericht bij investeerders een onjuiste voorstelling van zaken in het leven te roepen om daarvan misbruik te maken. Het hof is dan ook van oordeel dat er sprake is van het aannemen van een valse hoedanigheid door zich als bonafide deelnemer aan het economisch verkeer te presenteren, terwijl dit geenszins het geval was.
Causaal verband
Het hof houdt er rekening mee dat het een feit van algemene bekendheid is dat er géén centraal orgaan is die persoonsgegevens koppelt aan transacties in cryptocurrency’s, waardoor het onmogelijk is om individuele investeerders te koppelen aan een door verdachte verhandelde altcoins. Hoewel een transactie wél naar een
walletherleid kan worden, is aan die
wallet- vanwege het basisprincipe van anonimiteit zoals dit geldt bij de wereldwijde handel in cryptocurrency's - niet zonder meer een persoon te koppelen. Verdachte was zich hiervan bewust. Toen exchanges hun regels aanscherpten om fraude te voorkomen, ging verdachte immers bewust op zoek naar kleinere exchanges waar hij zijn persoonsgegevens niet hoefde af te geven. [120] Hoewel het procesdossier geen aangiften bevat van gedupeerde investeerders, is het hof op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat het niet anders kan dan dat de investeerders onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken met betrekking tot de cryptovaluta, het handelsvolume daarvan en de door verdachte beïnvloede koers van die cryptocurrency's zijn overgegaan tot de koop van of de afgifte van hun virtuele valuta. Het handelen in cryptocurrency's veronderstelt immers de betrokkenheid van meerdere personen. Van deze betrokkenheid blijkt ook uit de berichtgeving op social media over de
altcoins:er wordt gesproken over een
scam. [121] De
modus operandivan verdachte was bovendien gericht op het door meerdere investeerders kopen of afgeven van hun virtuele valuta.
Verdachte en [naam 7] bekommerden zich niet over de gedupeerde investeerders, zij waren zelfs trots op hun malafide praktijken. Zo schrijft verdachte in een chatgesprek op 29 juni 2017 aan [naam 7] :
'U bent bij deze lid van de cryptoscamchurch', waarop [naam 7] reageert:
'Praise the lord, in één klap verkocht'. [122]
Zowel verdachte als [naam 7] hebben met genoemde oplichtingspraktijken fors geld verdiend. In diverse chatberichten wordt door verdachte en [naam 7] gesproken over de verdiensten van eigengemaakte
coinsen het
pumpenen
dumpenhiervan. Uit de Slack-chats blijkt dat verdachte de
altcoinsmaakt, beheert en de winst in Bitcoins in sommige gevallen met [naam 7] verdeelt. Uit de chatberichten blijkt immers dat [naam 7] op meerdere data Bitcoins van verdachte heeft ontvangen. [123] Om die reden is onderzoek gedaan naar deze verdiensten op basis van de chatberichten, waarbij de kanttekening is gemaakt dat de hierna vermelde berekening slechts een schatting van de verdiensten is nu van meerdere andere
altcoinsonbekend is hoeveel verdachte en [naam 7] daarmee hebben verdiend. [124] Met inachtneming van de koers BTC/EUR volgens de wereldwijde cryptovalutahandelsplaats Kraken en rekening houdende met de data van de chatberichten, heeft verdachte met de
altcoinsLepen, EuropeUnited, USA Coin, UK COIN, Paris , MALC, SIPS, SLCO, ERSO en DSE in totaal geschat 219,855 Bitcoins met een waarde van € 863.538,43 verdiend. [125] Anders dan door de verdediging is betoogd, heeft het hof geen reden aan die berekening te twijfelen. Daarbij overweegt het hof dat de politie bij de berekening van de opbrengsten van de
coinsParis , Europe United en MALC op basis van de inhoud van de chatgesprekken ervan uit is gegaan dat de in de chatberichten genoemde opbrengsten door verdachte en [naam 7] werden verdeeld. Ten aanzien van de overige
altcoinsbevat het dossier echter geen enkel aanknopingspunt dat verdachte de in de chatberichten genoemde opbrengsten deelde met een of meer anderen. Integendeel: in de chatberichten wordt over de opbrengsten steeds in het enkelvoud gesproken. Zo stuurde verdachte op 24 augustus 2017 naar [naam 7] over ‘SLCO-ERSO-DSE’:
‘Ik vandaag alweer 1 btc binnen’.Daarnaast stuurde [naam 7] op 21 juni 2017 naar verdachte over de opbrengst van de
altcoinLepen:
‘Die was dik voor jou 65 btc zei je’, waarop verdachte
‘yup’antwoordde. [126] Bovendien is op 26 april 2021 uit onderzoek naar de
walletvan verdachte met betrekking tot de handelsplaatsen CoinExchange , YoBit , Bittrex en NovaExchange zelfs gebleken dat verdachte 406,7306 Bitcoins heeft ontvangen met een waarde van € 2.044.886,93. [127] Op grond van deze bevindingen stelt het hof vast dat verdachte in ieder geval een bedrag van
€ 863.538,43 heeft verdiend. Uit het onderzoek naar de
walletsvan [naam 7] is voorts gebleken dat in de periode l0 juli 2017 tot en met 21 oktober 2017 in totaal 41,5525 Bitcoins (in 9 transacties) zijn overgemaakt naar de
walletsvan [naam 7] . De waarde van deze Bitcoins is eveneens op voormelde wijze berekend en bedraagt € 170.728,05. [128] Het genoemde aantal Bitcoins tezamen betreft een hoeveelheid van 261,4074 Bitcoins. Dit betreft omgerekend een geldbedrag ter hoogte van € 1.034.266,48.
Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat meerdere personen door listige kunstgrepen en het aannemen van een valse hoedanigheid zijn bewogen tot de afgifte van 'enig goed', namelijk virtuele valuta, te weten 261,4075 Bitcoins (omgerekend een bedrag van ongeveer € 1.034.263,59).
Oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling, de periode & medeplegenOp grond van wat het hof al eerder heeft vastgesteld, is het hof van oordeel dat bij verdachte en [naam 7] sprake is geweest van een vooropgezet plan om de investeerders in de
altcoinsop te lichten. Naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn de gedragingen van verdachte en [naam 7] immers vanaf het opzetten van de door verdachte gecreëerde
altcoinserop gericht geweest om henzelf - in strijd met het recht - financieel te bevoordelen.
Investeerders hadden de cryptovaluta van verdachte niet aangekocht als zij hadden geweten dat sprake was van
pumpenen
dumpen.Verdachte en [naam 7] hebben de cryptomarkt ondermijnd door investeerders bewust voor te liegen. Zij hebben daarmee op een grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat het publiek ten behoeve van het maatschappelijk en economisch verkeer tot op zekere hoogte mag stellen in de oprechtheid waarmee anderen aan dit verkeer deelnemen. Uit de vastgestelde feitelijke gedragingen van verdachte en wat het hof hiervoor reeds over [naam 7] heeft overwogen en heeft vastgesteld volgt dat zij dit nauw en bewust samen hebben gedaan, waarbij de rol van [naam 7] er met name in gelegen is dat hij zich bezig heeft gehouden met het promoten van de
altcoinsom investeerders aan te trekken. Zij hebben beiden het oogmerk gehad om investeerders door listige kunstgrepen en het aannemen van een valse hoedanigheid te bewegen tot de afgifte van Bitcoins. De opbrengst (in de vorm van cryptovaluta) hebben zij in sommige gevallen bovendien onderling verdeeld. Hoewel verdachte blijkens de berekeningen méér dan [naam 7] heeft verdiend, zijn de verdiensten van [naam 7] van een zodanig gewicht geweest dat het niet anders kan dan dat verdachte en [naam 7] de oplichting in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 in Nederland telkens samen hebben gepleegd.
7.3.2.3 - Feit 3: medeplegen van oplichting ( [benadeelde 3] )
Bewijs
Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde 'medeplegen van oplichting' op grond van de hierna genoemde bewijsmiddelen.
Fraude met QR-codes van ‘de [benadeelde 3] 'Op 19 maart 2021 heeft de [benadeelde 3] aangifte gedaan van - kort gezegd – oplichting. [129] Uit deze aangifte blijkt onder meer dat klanten van deze bank sinds februari 2021 uit naam van de [benadeelde 3] telefonisch zijn benaderd om een QR-code te scannen die ze per e-mail kregen toegestuurd. Deze QR-codes werden vervolgens in
iDeal-betalingen klaargezet, waarna geld werd overgeboekt van de bankrekening van de klanten naar een voor hen onbereikbare bankrekening. Op deze wijze werd van de klanten van de [benadeelde 3] geld afhandig gemaakt en werden zij slachtoffer van
spoofing. [130]
De verklaring van aangever [naam 1]Aangever [naam 1] (hierna: [naam 1] ) heeft op 15 februari 2021 aangifte gedaan van oplichting en verklaard dat hij op 12 februari 2021 telefonisch werd benaderd door een manspersoon die zich voorstelde als ' [naam 10] ', medewerker van de [naam 11] -beveiligingsdienst. [naam 1] vroeg ' [naam 10] ' hoe hij kon weten dat hij daadwerkelijk een medewerker van de [benadeelde 3] was. Hierop reageerde ' [naam 10] ' dat [naam 1] in het bezit is van een
identifiervan de [benadeelde 3] en dat alleen hij en de [benadeelde 3] het nummer van deze
identifierhebben. Op de computer moest [naam 1] de [naam 11] -app openen en vervolgens via de
identifierinloggen. ' [naam 10] ' noemde de inlognummers die door [naam 1] werden bevestigd. [naam 1] ontving vervolgens van het e-mailadres [e-mailadres 3] een QR-code die was voorzien van het [naam 11] -logo. ' [naam 10] ' zei dat [naam 1] deze QR-code moest fotograferen en bevestigen. Uiteindelijk is een bedrag van € 970,00 van de [naam 11] bankrekening van [naam 1] overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 1] ten name van [tenaamstelling] . [131]
De verklaring van aangeefster [naam 2]Aangeefster [naam 2] (hierna: [naam 2] ) heeft eveneens op 15 februari 2021 aangifte gedaan van oplichting en verklaard dat zij op 13 februari 2021 werd gebeld door een manspersoon die zich voorstelde als ' [naam 12] ', medewerker van de [naam 11] fraudehelpdesk. [naam 2] vroeg ' [naam 12] ' hoe zij kon weten dat hij daadwerkelijk van de [benadeelde 3] was. Hierop deelde ' [naam 12] ' het rekeningnummer van [naam 2] mee en noemde hij het bedrag dat zij op haar rekening had staan en de laatste transactie die zij had verricht. [naam 2] heeft verklaard dat dit voor haar vertrouwd voelde. Omdat [naam 2] op een zaterdagavond omstreeks 20:15 uur werd gebeld, gaf zij aan ' [naam 12] ' te kennen dat ze de dag en het tijdstip wel raar vond. ' [naam 12] ' bevestigde dit en vertelde vervolgens dat fraudeurs juist op zaterdag te werk gaan omdat banken dan minder bereikbaar zouden zijn. Hij zei vervolgens dat hij het geld op de lopende rekening van [naam 2] veilig wilde stellen door dit geld op de [naam 11] -helpdeskrekening te zetten, zodat de geldbedragen niet van haar lopende rekening konden worden afgehaald. ' [naam 12] ' zei tegen [naam 2] dat hij haar een
e-mail zou sturen. [naam 2] deelde vervolgens haar mobiele telefoonnummer en
e-mailadres aan ' [naam 12] ' mee. ' [naam 12] ' vertelde [naam 2] dat hij haar een QR-code zou sturen, dat zij een
identifiernodig had en dat zij alleen het nummer van die
identifierhoefde door te geven. Ook dit voelde voor haar heel vertrouwd. Vervolgens ontving [naam 2] drie QR-codes. Zij ontving voor de bedragen van € 970,00, € 1.400,00 en € 2.370,00 drie afzonderlijke QR-codes. In totaal heeft zij via die QR-codes en met haar
identifiereen bedrag van € 4.740,00 van haar [naam 11] -bankrekening overgemaakt naar het rekeningnummer [rekeningnummer 1] ten name van [tenaamstelling] . [132]
De betrokkenheid van verdachte(n)Uit de aangifte van de [benadeelde 3] blijkt dat de QR-codes die [naam 1] en [naam 2] hebben ontvangen, gemaakt zijn op een Apple MacBook met een uniek kenmerk, namelijk [kenmerk] . Deze computer maakte gebruik van het IP-adres [IP adres] . De [benadeelde 3] heeft dit IP-adres kunnen koppelen aan één van hun klanten, namelijk: verdachte. [133] Daarnaast zijn in de iCloud-gegevens van het e-mailadres [e-mailadres 2] schermafbeeldingen aangetroffen van QR-codes die voorzien waren van het [naam 11] -logo. [134] Verdachte heeft op 20 mei 2021 bij de politie verklaard dat dit e-mailadres van hem is. [135] Uit een analyse van die aangetroffen schermafbeeldingen van QR-codes blijkt dat deze overeenkomen met de QR-codes die [naam 1] en [naam 2] hebben ontvangen. [136] De geldbedragen die [naam 1] en [naam 2] via de QR-codes hebben overgemaakt, zijn blijkens onderzoek met tussenkomst van [tenaamstelling] overgemaakt naar de cryptovalutahandelsplaats Binance.com . [137]
Op 24 juni 2021 is uit onderzoek naar de transacties gebleken dat de betalingen van [naam 2] , met in totaal een bedrag van € 4.740,00, ten gunste zijn gekomen van het Binanc.com -account op naam van verdachte, gekoppeld aan het e-mailadres [e-mailadres 4] . Dit account is geverifieerd aan de hand van de identiteitskaart van verdachte. Het is bovendien gebleken dat het voormelde IP-adres [IP adres] gebruik heeft gemaakt van dit Binance.com -account. [138]
Op 24 juni 2021 is eveneens uit onderzoek naar de transacties gebleken dat de betaling van [naam 1] van € 970,00 ten gunste is gekomen van het Binance.com -account op naam van [naam 14] , gekoppeld aan het e-mailadres [e-mailadres 5] .
Uit de gegevens van dit account blijkt dat de enige contant geldopname heeft plaatsgevonden op 25 december 2020 en wordt gerelateerd aan het rekeningnummer [rekeningnummer 2] . Dit blijkt een N26-bankrekening op naam van verdachte te zijn. Het is bovendien gebleken dat onder meer het voormelde IP-adres [IP adres] gebruik heeft gemaakt van dit Binance.com -account. [139]
De hiervoor vermelde bevindingen vinden naar het oordeel van het hof steun in het gegeven dat op de bij de fouillering van verdachte aangetroffen iPhone de applicaties
N26 - The Mobile Banken
[naam 11] Bankieren NLwaren geïnstalleerd. [140] Bovendien blijkt uit een WhatsApp-gesprek op 19 januari 2021 tussen ' [bijnaam 1] ' met telefoonnummer [bijnaam 1] en ' [naam 13] ' dat verdachte aan die ' [naam 13] ' een video stuurt en daarbij het volgende schrijft:
'Ik heb de achtergrond ook maar alvast even het goede voorbeeld gegeven. Binance er al op ingelogd. Ww staat er vast op. E-mail aangemeld'. Op die video is een MacBook te zien waarop Binance.com zichtbaar is en onder meer de naam ' [e-mailadres 5] ' in 'Notities' staat vermeld. [141] Verdachte heeft op 20 mei 2021 bij de politie verklaard dat het genoemde telefoonnummer van hem is. [142]
Het alternatieve scenario-verweer
Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario dat verdachte zelf slachtoffer is geworden van oplichting is op geen enkele wijze onderbouwd. Op grond van het procesdossier is dit scenario niet aannemelijk geworden. Bovendien verklaart het door verdachte geschetste scenario – dat hij een persoon genaamd [naam 4] heeft geholpen met de aankoop van cryptocurrency en die [naam 4] vervolgens met de door verdachte aan [naam 4] gestuurde QR-code aan de haal is gegaan – niet waarom aangevers in totaal vier QR-codes hebben ontvangen. Het hof verwerpt dan ook het verweer.
Oplichtingsmiddelen
Het hof overweegt dat uit de hiervoor weergegeven feitelijke gedragingen volgt dat verdachte en/of zijn mededader een onjuiste voorstelling in het leven wilde(n) roepen om daarvan misbruik te maken. Hierbij is gebruik gemaakt van oplichtingsmiddelen zoals bedoeld in artikel 326 Sr, zodat sprake is van een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen.
Listige kunstgrepenEr is sprake geweest van meer dan één misleidende feitelijke handeling die een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen. Verdachte en/of anderen heeft/hebben gebruik gemaakt van 'zelfgemaakte' QR-codes die voorzien waren van het [naam 11] -logo om [naam 1] en [naam 2] te bewegen een geldbedrag over te boeken. Hoewel tegen [naam 1] en [naam 2] werd gezegd dat hiermee kon worden voorkomen dat fraudeurs die gelden illegaal van hun rekeningen af konden halen door de gelden over te boeken naar een rekening van de [benadeelde 3] , werd het geld overgeboekt naar in beheer zijnde rekeningen van verdachte en/of een ander. Het hof is daarom van oordeel dat sprake is van listige kunstgrepen.
Het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheidHet handelen van verdachte en/of (een) ander(en) heeft ertoe geleid dat bij [naam 1] en [naam 2] een onjuiste voorstelling van zaken in het leven werd geroepen met betrekking tot de persoon van de door hen veronderstelde bankmedewerker van de [benadeelde 3] . Dit geldt zowel wat betreft zijn naam als diens hoedanigheid. De manspersoon die zich telefonisch voordeed als een medewerker van de [benadeelde 3] , en zich voorstelde als ' [naam 10] ' of ' [naam 12] ', bleek geen medewerker van de [benadeelde 3] te zijn en maakte gebruik van een andere naam dan de zijne. Hij deelde bovendien - in strijd met de waarheid - mee dat [naam 1] en [naam 2] op een door hem voorgestelde handelswijze malafide transacties terug konden draaien. Het hof is dan ook van oordeel dat sprake is van het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid.
Een samenweefsel van verdichtselsVerdachte en/of (een) ander(en) heeft/hebben meerdere woorden geuit en meerdere gegevens op schrift weergegeven die bij [naam 1] en [naam 2] een onjuiste voorstelling van zaken in het leven hebben geroepen door meer dan één enkele leugenachtige mededeling. Naar het oordeel van het hof is sprake van een samenweefsel van verdichtsels. [naam 1] en [naam 2] moesten immers gebruikmaken van de
[naam 11] -app en de
identifierom middels QR-codes die waren voorzien van het [naam 11] -logo de iDeal-betaling(en) te kunnen verrichten. Deze QR-codes werden aan [naam 1] en [naam 2] per e-mail ontvangen, welke e-mails waren verstuurd door een e-mailadres waarmee werd verondersteld dat dit een e-mailadres van de [benadeelde 3] betrof. Verdachte en/of (een) ander(en) heeft/hebben - toen [naam 1] en [naam 2] probeerden na te gaan of de manspersoon aan de telefoon daadwerkelijk een medewerker van de [benadeelde 3] was - het vertrouwen van [naam 1] en [naam 2] gewekt door onder meer de inlognummers voor het gebruik van de
identifiermee te delen. De mededelingen die de veronderstelde bankmedewerker telefonisch aan [naam 1] en [naam 2] heeft geuit, hebben hen misleid. Het hof is van oordeel dat sprake is van een samenweefsel van verdichtsels.
Causaal verbandHet hof overweegt op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen dat [naam 1] en [naam 2] als klanten van de [benadeelde 3] dachten dat malafide betalingen werden geannuleerd en hun gelden veilig werden gesteld, terwijl hen juist geld afhandig werd gemaakt en zij door een onjuiste voorstelling van zaken zijn overgegaan tot de afgifte van geld. Het hof stelt op basis hiervan vast dat [naam 1] en [naam 2] door listige kunstgrepen, het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels zijn bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, te weten respectievelijk € 970,00 en € 4.740,00.
Oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling, de periode & medeplegen
Het hof overweegt dat op basis van het procesdossier niet kan worden vastgesteld wie de mansperso(o)n(en) is/zijn geweest die met [naam 1] en [naam 2] heeft/hebben gebeld. Op basis van de eerder vermelde transactiegegevens en het WhatsApp-gesprek staat vast dat de hiervoor genoemde feitelijke gedragingen door verdachte en één of meer (onbekend gebleven) ander(en) zijn verricht. Bij verdachte en/of zijn mededader(s) is sprake geweest van een vooropgezet plan om klanten van de [benadeelde 3] op te lichten. De gedragingen van verdachte en/of zijn mededader(s) zijn er immers van meet af aan op gericht geweest om zichzelf of een ander op een bedrieglijke wijze financieel te bevoordelen. Uit de vastgestelde feitelijke gedragingen volgt dat verdachte dit nauw en bewust samen met één of meer ander(en) heeft gedaan. De verdachten hadden daarbij het oogmerk om klanten van de [benadeelde 3] te bewegen tot de afgifte van geld. Dit bevoordelen blijkt uit het feit dat de gelden werden ontvangen op rekeningen van verdachte of een ander. Het hof is dan ook van oordeel dat verdachte en één of meer ander(en) de oplichting in de ten laste gelegde periode van l februari 2021 tot en met 28 februari 2021 in Nederland telkens samen hebben gepleegd.
7.3.2.4 - Feit 4: gewoontewitwassen (Bitcoin ATM)
Inleidende overwegingen: een Bitcoin ATM
Een Bitcoin ATM (
automated teller machine) is een aan het internet verbonden machine waarmee een persoon Bitcoins en contant geld kan uitwisselen. Een Bitcoin-geldautomaat kan een tweerichtingsfunctionaliteit bieden. Met deze machine kan dan zowel de
aan- als verkoop van Bitcoins voor contant geld worden uitgevoerd. Door het inbrengen van contante gelden in de machine worden Bitcoins gegeven in de vorm van een papieren ontvangstbewijs met daarop een Bitcoin-adres en een
private keyen/of door het verplaatsen van Bitcoins naar een opgegeven adres op de
blockchain. Een Bitcoin ATM lijkt qua uiterlijke verschijningsvorm op een traditionele geldautomaat, maar anders dan een traditionele geldautomaat is een Bitcoin ATM niet met een bankrekening verbonden en verbindt het de gebruiker direct met een Bitcoin-uitwisseling. Of bij een transactie een
ID-bewijs, een vingerafdruk of een telefoonnummer van de gebruiker wordt gevraagd, is afhankelijk van de instelling van de beheerder van de machine.
Bewijs
Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde ‘‘gewoontewitwassen’ op grond van de hierna genoemde bewijsmiddelen.
De feiten en omstandighedenVerdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij via zijn onderneming [onderneming] , waarvan hij enig bestuurder en enig aandeelhouder is, een Bitcoin ATM in [plaats 1] heeft geëxploiteerd met als handelsnaam [handelsnaam] . [143] Blijkens een uittreksel van de Kamer van Koophandel van 23 november 2020 waren er geen bedrijfsactiviteiten geregistreerd die passend zijn voor het aan- en verkopen van virtuele valuta. [144]
Als gevolg van de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn moeten aanbieders van diensten voor het wisselen van virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees voor virtuele valuta (aanbieders van cryptodiensten) sinds 21 mei 2020 een registratie aanvragen bij De Nederlandsche Bank (hierna: DNB).
Voor de aanbieders die vóór 21 mei 2020 actief waren, gold een overgangsregeling van zes maanden – tot 21 november 2020 – waarin zij zonder registratie hun activiteiten mochten doorzetten. Daartoe diende vóór 21 mei 2020 een aanvraag tot registratie te worden ingediend. [145] Bij de DNB zijn gegevens gevorderd waaruit blijkt dat verdachte namens [onderneming] op 20 mei 2020 een concept registratie-aanvraag heeft ingediend, maar dat deze aanvraag niet is voltooid en dat derhalve geen geldige registratie tot stand is gekomen. [146] Verdachte mocht dan ook vanaf 21 november 2020 niet meer zijn Bitcoin ATM exploiteren.
Op 30 november 2020 en 10 december 2020 hebben twee geslaagde pseudokopen plaatsgevonden bij de Bitcoin ATM van verdachte. Hierbij is gebleken dat met contant geld Bitcoins konden worden aangekocht en verkocht en dat daarbij niet werd gevraagd naar identificerende gegevens van de gebruiker. [147] Tijdens de netwerkzoeking op 20 mei 2021 aan de [adres] is echter gebleken dat de legitimatiebewijzen en foto’s van klanten in de periode van 22 mei 2020 tot en met 13 augustus 2020 wel werden geregistreerd. [148] Verdachte heeft hierover verklaard dat hij gedurende de overbruggingsperiode van zes maanden persoonsgegevens van klanten heeft geregistreerd, omdat hij de Bitcoin ATM dan nog tijdelijk mocht exploiteren. Verdachte merkte echter dat het volume met 95% daalde en heeft de identiteitsverificatie daarom weer eraf gehaald. De identiteitsverificatie zou mensen namelijk afschrikken. Vervolgens heeft de Bitcoin ATM er vanaf november 2020 tot en met mei 2021 illegaal gestaan, aldus verdachte. [149] Ter terechtzitting van de rechtbank heeft verdachte voorts verklaard dat hij in die periode ook geen administratie van de gegevens van gebruikers heeft bijgehouden en dat hij de gebruikers van de Bitcoin ATM niet kent. [150]
De politie heeft vastgesteld dat de Bitcoin ATM naast de genoemde data van de pseudokopen ook op 17 december 2020 en 12 mei 2021 in werking was. [151]
Verder heeft verdachte ter terechtzitting van de rechtbank verklaard dat de tijdens de netwerkzoeking op 20 mei 2021 aangetroffen transacties (442 voltooide transacties), die in de periode van 23 januari 2020 tot en met 19 mei 2021 hebben plaatsgevonden, betrekking hebben op zijn Bitcoin ATM. [152] Deze Bitcoin ATM ondersteunde euro's en de limieten waren als volgt ingesteld: € 14.000,00 per transactie, € l00.000,00 per uur en € 1.000.000,00 per dag. [153] Uit een analyse van die transacties is gebleken dat in totaal een bedrag van
€ 182.320,00 in contanten door de Bitcoin ATM van derden in ontvangst is genomen ten behoeve van de aankoop van virtuele valuta. Het bedrag aan contante uitbetalingen aan derden door de Bitcoin ATM ten behoeve van de verkoop van virtuele valuta betreft
€ 22.970,00. [154] Tezamen maakt dat een bedrag ter hoogte van € 205.290,00. Daarvan heeft in de periode van 21 november 2020 tot en met 20 mei 2021 in totaal € 70.790,00 aan transacties plaatsgevonden, bestaande uit € 59.310,00 aan ontvangsten van derden en
€ 11.480 aan uitbetalingen aan derden. [155]
Daarnaast is op 13 maart 2021 gebleken dat de FIU (Financial Intelligence United)-Nederland géén melding(en) van verdachte heeft ontvangen, terwijl de waarde van de op l januari 2021 verkochte Bitcoins méér dan € 10.000,00 betrof en er door gebruikers van de Bitcoin ATM is betaald met coupures van onder meer € 200,00 en € 500,00. [156] Verdachte heeft op 28 mei 2021 bij de politie verklaard dat hij de contante gelden die in de Bitcoin ATM terecht zijn gekomen, uitsluitend op zijn privébankrekening heeft gestort om daarvan vervolgens virtuele valuta te kopen. [157]
'Afkomstig uit enig misdrijf'
Het beoordelingskaderHet hof overweegt dat op grond van de bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen de afkomst van de (virtuele) valuta en een specifiek misdrijf, maar dat volgens vaste rechtspraak witwassen desondanks bewezen kan worden verklaard als het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat de voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het procesdossier zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de herkomst van de voorwerpen. Die verklaring van verdachte moet concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als uit nader onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben en dat een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, kan het witwassen van die voorwerpen bewezen worden. [158]
Een gerechtvaardigd vermoeden van witwassenHet is een feit van algemene bekendheid dat het ken-uw-klant-principe een basisvoorwaarde is voor het mogen verrichten van financiële dienstverlening. Uit de feiten en omstandigheden volgt dat verdachte zich hier bij de exploitatie van zijn Bitcoin ATM niet aan heeft gehouden. Verdachte heeft immers in de periode van 13 augustus 2020 tot en met 20 mei 2021 op geen enkele wijze blijk gegeven dat hij de identiteitsgegevens van gebruikers van de Bitcoin ATM heeft gecontroleerd en adequaat bijgehouden. Hij heeft geen onderzoek gedaan naar de herkomst van de (virtuele) valuta. Gelet hierop biedt verdachte de gebruikers van zijn Bitcoin ATM bewust de mogelijkheid om anoniem aan- en verkopen van virtuele valuta met contante gelden te kunnen doen. Hierbij konden zeer grote hoeveelheden contante geldbedragen op één dag worden omgezet. Daarnaast kon er worden betaald met coupures van € 200,00 en € 500,00. Verdachte heeft voorts verklaard dat het volume met 95% omlaag ging toen hij de gebruikers van de Bitcoin ATM tijdelijk wel om identificatiegegevens vroeg. Daarentegen weerhielden de hoge transactiekosten die verdachte hanteerde de gebruikers er kennelijk niet van om van de Bitcoin ATM van verdachte gebruik te maken. Verdachte hanteerde immers een
transactionfeetussen de 6 en 15% [159] , terwijl reguliere exchanges – waar men identificerende gegevens dient te verstrekken om van de diensten van de bedrijven gebruik te kunnen maken – percentages tussen de 0,1 en 2,5% hanteerden. [160] Het voorgaande maakt dat sprake is van meerdere zogenoemde witwastypologieën. [161] Het vermoeden van witwassen is naar het oordeel van het hof dan ook gerechtvaardigd.
De (virtuele) valuta hebben een criminele herkomstVerdachte heeft géén concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd over de herkomst van de gelden. Hij heeft immers verklaard dat hij geen onderzoek doet naar de herkomst ervan. Omdat het procesdossier evenmin een aanwijzing oplevert voor een mogelijke legale herkomst van de voorwerpen, is het hof van oordeel dat het onder deze omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de (virtuele) valuta met een totale waarde van € 70.790,00 – in ieder geval grotendeels – onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn. De zinsnede 'dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf' kan dan ook worden bewezen.
Het voorwaardelijk opzet & verbergen/verhullen/omzetten
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat verdachte in de periode van 21 november 2020 tot en met 20 mei 2021 bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij de (virtuele) valuta voorhanden heeft gehad en heeft omgezet, terwijl dit - geheel of gedeeltelijk en onmiddellijk of middellijk - uit enig misdrijf afkomstig was. Verdachte heeft gedurende die periode de identiteitsgegevens van gebruikers van de Bitcoin ATM niet (meer) gecontroleerd en bijgehouden, terwijl hij wist dat hij zonder registratie en de daarvoor vereiste identiteitsverificatie de Bitcoin ATM niet mocht exploiteren. Verdachte heeft bewust de identiteitsverificatie eraf gehaald, omdat dit mensen zou afschrikken. Bovendien heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij zich er zeker sinds de aanvraag bij DNB van bewust was dat mensen met crimineel geld gebruik konden maken van de Bitcoin ATM. [162]
Doordat verdachte geen gebruik (meer) maakte van een identiteitsverificatie konden de gebruikers van de Bitcoin ATM anoniem aan- en verkopen van virtuele valuta met (aanzienlijke) uit enig misdrijf afkomstige contante gelden doen.
Verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan het verbergen en verhullen van:
 de werkelijke aard en de herkomst van de (virtuele) valuta;
 wie de rechthebbenden op die virtuele valuta waren;
 wie de virtuele valuta voorhanden heeft gehad.
De uit enig misdrijf afkomstige contante gelden die gepaard gingen met de aan- en verkopen van virtuele valuta, heeft verdachte vervolgens zelf verworven en voorhanden gehad. Verdachte heeft namelijk op 11 januari 2022 ter terechtzitting van de rechtbank op verklaard dat hij de genoemde contante geldbedragen die in de Bitcoin ATM terecht zijn gekomen op zijn privébankrekening heeft gestort en daarvan vervolgens nieuwe virtuele valuta heeft gekocht. Door zo te handelen, is er sprake van het omzetten van gelden.
Een gewoonte maken van het plegen van witwassen
Het hof is van oordeel dat verdachte van het hiervoor genoemde eenvoudig witwassen een gewoonte heeft gemaakt. Deze conclusie wordt gerechtvaardigd door het feit dat er sprake is geweest van frequente witwashandelingen (442 voltooide transacties) over een periode van vier maanden.
Conclusie
Het hof is van oordeel dat verdachte zich in de periode van 21 november 2020 tot en met 20 mei 2021 in [plaats 1] schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het plegen van witwassen van (virtuele) valuta, met een totale waarde van € 70.790,00.
7.3.2.5 - Feit 5: gewoontewitwassen (virtuele valuta en geldbedragen)
Bewijs
Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 5 ten laste gelegde 'eenvoudig witwassen en van het plegen van witwassen een gewoonte maken' op grond van de hierna genoemde bewijsmiddelen.
De voorwerpen die 'uit enig eigen misdrijf' afkomstig zijn
Virtuele valuta (met een totaalwaarde van € 69.086,35)Het hof stelt onder verwijzing naar de hiervoor ten aanzien van onder feit 1 subsidiair genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte virtuele valuta (welke omgerekend een totaalwaarde van € 69.086,35 vertegenwoordigt) heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl dit onmiddellijk uit
eigen misdrijfafkomstig was. De virtuele valuta betreft immers de opbrengst van het door verdachte onder feit 1 subsidiair gepleegde medeplegen van verduistering ( Coinhouse.eu ). Verdachte heeft de virtuele valuta vanaf het cluster van Coinhouse.eu overgemaakt naar zijn eigen
wallet.
Een geldbedrag van € 863.538,54Het hof stelt onder verwijzing naar de hiervoor ten aanzien van onder feit 2 genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte in ieder geval een geldbedrag van € 863.538,43 heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl dit onmiddellijk uit enig
eigen misdrijfafkomstig was. Het geldbedrag betreft immers de opbrengst van het door verdachte onder feit 2 gepleegde medeplegen van oplichting
(pumpenen
dumpen), welk geldbedrag verdachte in zijn eigen
walletheeft gestort.
(Gedeeltelijk) omzetten van de geldbedragen van € 69.086,35 en € 863.538,54Verachte heeft verklaard in 2018 een bedrag van € 75.000,-- aan [naam ] te hebben uitgeleend. [163] Verdachte heeft verklaard dat hij dit geldbedrag via zijn bankrekening naar [naam ] heeft overgemaakt. [164] Daarnaast heeft verdachte in december 2018 de woning aan de [adres] voor een bedrag van € 189.000,-- gekocht. [165] Hierover heeft verdachte verklaard dat hij de woning zonder hypotheek heeft gekocht en dat hij de koopsom per bankoverschrijving heeft voldaan. [166] Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat verdachte in de periode 2015 tot en met 2018 geen inkomen heeft opgegeven. [167] Ook anderszins blijkt niet uit het dossier dat verdachte in de genoemde periode enig ander (legaal) inkomen had. Naar het oordeel van het hof kan het dan ook niet anders dan dat verdachte zijn woning aan de [adres] en de vordering op de heer [naam ] (mede) heeft gefinancierd uit de opbrengsten uit de activiteiten die aan hem in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair ten laste zijn gelegd als verduistering ( Coinhouse.eu ) en/of onder 2 primair als oplichting (pump en dumpen). Het hof acht dan ook bewezen dat verdachte de geldbedragen ter hoogte van € 69.086,35 en € 863.538,54 (gedeeltelijk) heeft omgezet. Ten aanzien van de eerste twee gedachtestreepjes komt het hof daarom tot een bewezenverklaring van witwassen.
De geldbedragen van € 970,- en € 4.740,-Het hof stelt onder verwijzing naar de hiervoor ten aanzien van onder feit 3 genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte de geldbedragen ter hoogte van € 970,- en € 4.740,- heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl deze onmiddellijk uit enig eigen misdrijf afkomstig waren. De geldbedragen betreffen immers de opbrengst van het door verdachte onder feit 3 gepleegde medeplegen van oplichting ( [benadeelde 3] ). De opbrengsten werden ontvangen op accounts van de cryptovalutahandelsplaats Binance.com die gerelateerd zijn aan verdachte. Naar het oordeel van het hof bevat het dossier echter geen aanknopingspunten dat de gedragingen van verdachte waren gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld. Het hof acht daarom ten aanzien van het derde gedachtestreepje eenvoudig witwassen wettig en overtuigend bewezen.
Het geldbedrag van € 973.030,- dat 'uit enig misdrijf' afkomstig is
Feiten en omstandighedenUit nader onderzoek van de politie naar de contante geldstromen op de bankrekeningen van verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021 blijkt dat het aantal contante stortingen minus de contante opnames een totaalbedrag betreft van € 937.030,-. [168] In die periode stortte verdachte enorme hoeveelheden contant geld op zijn bankrekeningen, in coupures van onder meer € 200,- en € 500,-. Op 8 november 2020 stortte verdachte zelfs op één dag (in 4 transacties) € 196.600,- aan contant geld op zijn ondernemersrekening. [169] Tussen januari 2020 en oktober 2020 werden op een van de bankrekeningen van verdachte 102 contante stortingen gedaan voor een totaalbedrag van
€ 727.720,--. [170] Verdachte heeft op 28 mei 2021 bij de politie verklaard dat hij alle contante stortingen zelf heeft verricht. [171] Op vragen met betrekking tot de overige contante stortingen wilde verdachte geen antwoord geven. [172] Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verdachte verklaard dat hij zijn vermogen heeft verdiend met de handel in cryptocurrency, met zijn Bitcoin ATM en de handel in auto's en miners. Ook heeft hij verklaard dat hij zijn vermogen nimmer aan de Belastingdienst heeft gemeld. [173] Ter terechtzitting in hoger beroep verklaarde verdachte voorts over het gestorte contante geldbedrag ter hoogte van
€ 196.600,-: ‘
Ik heb niet gevraagd waar het geld vandaan kwam, want ik vraag niet naar de bekende weg’. [174]
Een gerechtvaardigd vermoeden van witwassenUit de feiten en omstandigheden volgt dat verdachte in de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021 aanzienlijke hoeveelheden contant geld op zijn bankrekeningen heeft gestort. Het gaat in totaal om een geldbedrag van € 973.030,-, waarbij gebruik is gemaakt van coupures van € 200,- en € 500,-. De Belastingdienst is echter op geen enkele wijze via de aangifte Inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting van het vermogen van verdachte op de hoogte gesteld. Gelet hierop is er sprake van meerdere zogenoemde witwastypologieën. Het vermoeden van witwassen is naar het oordeel van het hof dan ook gerechtvaardigd.
Het geldbedrag van € 973.030,- heeft een criminele herkomstVerdachte heeft géén concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd over de herkomst van het geldbedrag van € 973.030,-. Verdachte heeft immers op geen enkele wijze inzicht gegeven in de wijze waarop hij naar zijn zeggen legaal geld heeft verdiend en hoeveel hij hiermee op welk moment precies heeft verdiend. Het procesdossier levert evenmin een aanwijzing op voor een mogelijke legale herkomst van het genoemde geldbedrag. Het hof is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag ter hoogte van € 973.030,- een criminele herkomst heeft. De zinsnede 'dat dit geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf’ kan dan ook worden bewezen.
Het voorwaardelijk opzet & eenvoudig witwassen & gewoonte makenGelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat verdachte met zijn handelen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij het geldbedrag voorhanden heeft gehad, terwijl dit - onmiddellijk of middellijk - uit enig misdrijf afkomstig was.
Het hof acht niet bewezen dat de gedragingen van verdachte waren gericht op het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geldbedrag. Het enkele storten van een geldbedrag op een eigen rekening, zonder dat sprake is van (overige) gedragingen van de verdachte, gericht op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dit geldbedrag, kan immers niet zonder meer als witwassen kan worden gekwalificeerd (vgl. HR 7 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2913). Ten aanzien van het vierde gedachtestreepje komt het hof daarom tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen.
Nu sprake is van frequente stortingen (102 transacties) in een paar maanden tijd, is het hof van oordeel dat verdachte van het eenvoudig witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
ConclusieHet hof is van oordeel dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021 in Nederland schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het plegen van eenvoudig witwassen van een geldbedrag van € 973.030,-.
Vrijspraak medeplegenHet hof overweegt dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat er ten aanzien van dit feit tussen verdachte en (een) ander(en) een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan. Het hof zal verdachte daarom van het ten laste gelegde medeplegen vrijspreken.
7.3.2.6 - Diefstal van stroom in [plaats 1] (parketnummer 08-211081-20)
Het hof komt tot een bewezenverklaring van de onder parketnummer 08-2111081-20 ten laste gelegde 'diefstal van stroom' op grond van de volgende bevindingen, waarbij het hof - nu verdachte het feit heeft bekend en door hem of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359 lid 3 laatste volzin Sv - zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen op basis van de bij de bevindingen vermelde voetnoten. Het hof overweegt als volgt. [175] Op 20 april 2020 zijn verbalisanten het pand aan de [straat] te [plaats 1] binnengetreden. Hierbij is geconstateerd dat de stroom ten behoeve van
mining-computersillegaal werd afgenomen. [176] [persoon 2] heeft vervolgens namens [naam 23] Netbeheer B.V. op 8 mei 2020 aangifte gedaan van diefstal van stroom. [177] Uit de aangifte blijkt dat een illegale elektriciteitskabel was aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om naar de
miningapparatuur in het pand liep en deze apparatuur van elektriciteit voorzag. Om deze aftakking te kunnen realiseren, is het noodzakelijk geweest om de zegels van de hoofdaansluitkast te verbreken. [178] De hoofdzekeringen waren verzwaard, waardoor er meer vermogen beschikbaar is dan contractueel was overeengekomen. [179] Verdachte heeft zowel ter terechtzitting in eerste aanleg als in hoger beroep bekend dat hij de stroom - buiten de meter om - heeft weggenomen ten behoeve van de
miningfarm. [180]

8.Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 08-211081-20 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 08-132541-21:
1. subsidiair
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 5 maart 2018 tot en met 5 augustus 2018
te [plaats 1] en/of [plaats 3] , althansin Nederland tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,opzettelijk
een of meer anderegeldbedragen, te weten geldbedragen ten behoeve van een investering in
virtuele valuta en/of enige hoeveelheid bitcoin en/of litecoin en/of electra en/of x8 en/of eco althanseen of meer virtuele valuta (met een minimale totaalwaarde van € 125.493,34) middels de website coinhouse.eu ,
in elk geval enig goed, geheel often dele toebehorende aan [benadeelde 2] en
/of[benadeelde 1] en
/of een of meeranderen, in elk geval aan
een ander ofanderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als beheerder van de virtuele valuta van voornoemde perso
(o)n
(en), (telkens) wederrechtelijk zich
hebben/heeft toegeëigend;
2. primair
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021
te [plaats 1] en/of [plaats 4] , althansin Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,(telkens) met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meerpersonen heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
geld en/ofenig goed door - zakelijk weergegeven –
  • de domeinnaam van
  • het kopiëren en
  • het maken van
  • op
  • het maken van een Twitter account (zoals [accountnaam 9] en/of [accountnaam 10] en
  • het laten opnemen van MALC en
  • het onjuist/niet/niet volledig vermelden van het aantal door verdachte reeds gemaakte/geminde altcoins (waaronder MALC en
  • de prijs/koers van MALC en
3.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 februari 2021 tot en met 28 februari 2021
te [plaats 1] , althansin Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] en
/of[naam 2]
althans één of meer anderen (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld
en/of enig goed, door - zakelijk weergegeven –
  • zich voor te doen als een medewerker van de
  • onder voornoemde (valse) hoedanigheid te bellen met
  • [naam 1] en
  • te verbergen/verhullen dat door voornoemde handelwijze een hoeveelheid geld van de bankrekeningen van
waardoor [naam 1] en
/of[naam 2]
althans één of meer anderenwerd
(en
)bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, te weten respectievelijk € 970,-- en/of € 4.740,--
althans van enig geldbedrag/goed;
4.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021
te [plaats 1] , althansin Nederland,
(van
)voorwerpen, te weten (van) een (groot) aantal (virtuele) valuta, met een totale waarde van in totaal (ten minste) € 70.790,--, te weten,
  • € 59.310,--(contante ontvangsten door ATM/verdachte van derde
  • € 11.480,-- (contante uitgaven door ATM/verdachte aan derde
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die voorwerpen waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad en/of heeft verworven en/ofvoorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en of gebruik heeft gemaaktterwijl hij wist
, althans redelijkerwijs moest vermoeden,dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf; en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt,
althans zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen (zaaksdossier 4);
5.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021
te [plaats 1] , althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans een maal (telkens)van een voorwerp, te weten;
  • enige hoeveelheid bitcoin en/of litecoin en/of electra en/of x8 en/of eco althans een of meervirtuele valuta (welke omgerekend een minimale totaalwaarde vertegenwoordigen van
    € 69.086,35),
    althans enig bedrag, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op deze virtuele valuta/voorwerpen was en/of heeft verborgen en/of verhuld wie deze virtuele valuta/voorwerpen voorhanden had en/of deze virtuele valuta/voorwerpen heeft/hebben verworven en/ofvoorhanden heeft
    /hebbengehad,
    en/of heeft/hebben overgedragenen/of omgezet
    en/of van deze virtuele valuta/voorwerpen gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 1)terwijl hij
    en/of zijn mededader(s)wist
    (en) althans moeten vermoedendat die voorwerp
    (en
    ) en/of dat geldbedraggeheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig eigen misdrijf, en
    /of
  • vaneen bedrag van ongeveer € 863.538,54,
    althans van enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven en/ofvoorhanden heeft gehad
    en/of overgedragenen/of omgezet
    en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 2)terwijl hij
    en/of zijn mededader(s)wist
    (en) althans moeten vermoedendat
    die voorwerp(en) en/ofdat geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf, en
    /of
  • een bedrag ad. € 1.772,-- (afkomstig van [naam 15] ) en/of een bedrag ad. € 1.000,-- (afkomstig van [naam 16] ) en/ofeen bedrag van ongeveer € 970,-- (afkomstig van [naam 1] ) en
    /ofeen bedrag van € 4.740,-- (afkomstig van [naam 2] )
    en/of een bedrag ad. € 1.670 (afkomstig van [naam 17] en/of [naam 18] ) althans van enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of dit/deze geldbedrag(en)heeft verworven en
    /ofvoorhanden heeft gehad
    en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 3)terwijl hij
    en/of zijn mededader(s)wist
    (en) althans moeten vermoedendat die
    /datgeldbedrag
    (en
    )geheel
    of gedeeltelijk- onmiddellijk
    of middellijk- afkomstig waren uit enig eigen misdrijf, en
    /of
  • een bedrag van ongeveer € 937.030,--,
zulks terwijl hij, verdachte
en/of verdachtes mededader(s)van het plegen van dat feit
al dan nieteen gewoonte heeft
/hebbengemaakt;
Zaak met parketnummer 08-211081-20 (gevoegd):
1.
hij
op ofomstreeks
op of omstreeks20 april 2020 te [plaats 1] , een hoeveelheid
/hoeveelhedenelektriciteit,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan de firma [naam 23] Netbeheer B.V. , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdie weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/ofverbreking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

9.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van verduistering, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 2 primair en 3 bewezenverklaarde levert telkens op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 4 bewezenverklaarde levert op:
witwassen
en
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 5 bewezenverklaarde levert telkens op:
witwassen
en
eenvoudig witwassen
en
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Het in de zaak met parketnummer 08-211081-20 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

10.Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

11.Oplegging van straf en/of maatregel

11.1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van aanzienlijk minder lange duur dan door de rechtbank is opgelegd. Daarbij heeft de raadsman erop gewezen dat de handel in cryptovalutahandel betrekkelijk nieuw is, zodat niet goed voorzienbaar is onder welke omstandigheden sprake is van strafbaar handelen. Daarnaast heeft de raadsman verzocht bij de strafoplegging enkel rekening te houden met de bewezenverklaarde feiten en niet met de toon van de zich in het dossier bevindende chatberichten. Tot slot heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn.
11.2
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden. Daarbij heeft de advocaat-generaal rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
11.3
Oordeel van het hof
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en het hof heeft gelet op de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De aard en ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft zich allereerst samen met [medeverdachte] schuldig gemaakt aan verduistering van
(omgerekend) een bedrag ter hoogte van € 125.492,34, door – zonder daartoe gerechtigd te zijn – dit geldbedrag van de door hen opgezette cryptovalutahandelsplaats Coinhouse.eu over te maken naar hun eigen
wallets. Bovendien hebben verdachte en [medeverdachte] met het bewust openhouden van de stortingsfunctie ervoor gezorgd dat zij zoveel mogelijk valuta in eigen zak konden steken. Het hof neemt het verdachte kwalijk dat hij kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen financieel gewin en niet voor de gevolgen van zijn handelen voor de gedupeerden.
Daarnaast heeft verdachte samen met zijn mededader(s) investeerders op de cryptomarkt opgelicht. Verdachte en zijn mededader(s) hebben de cryptomarkt op een grove wijze ondermijnd door onjuiste en onvolledige informatie over de beschikbare hoeveelheid altcoins te verspreiden en vervolgens altcoins te pumpen en te dumpen. Daarmee werden de koers en het handelsvolume van die altcoins bewust gemanipuleerd. Hoewel van een investeerder in cryptovaluta de hoogst mogelijke voorzichtigheid mag worden verlangd en mag worden verwacht dat deze weet dat het investeren in cryptovaluta risico’s met zich brengt, hebben verdachte en zijn mededader(s) met hun kennis en ervaring van de cryptowereld op een gewiekste en bedrieglijke wijze grof misbruik gemaakt van het vertrouwen dat het publiek heeft in het maatschappelijk en economisch verkeer.
Ook heeft verdachte zich met (een) ander(en) schuldig gemaakt aan
spoofingvan klanten van de [benadeelde 3] . Door aldus te handelen is door verdachte en zijn mededader(s) financiële schade berokkend aan meerdere personen. Met dit handelen hebben zij het vertrouwen in de integriteit van het (digitale) betalingsverkeer geschaad.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het witwassen van de opbrengsten
van de door hem gepleegde verduistering en oplichting en van opbrengsten uit een Bitcoin ATM. Van het plegen van witwassen heeft verdachte bovendien een gewoonte gemaakt, waardoor hij enkele jaren heeft kunnen genieten van een luxueuze levensstijl. Door het handelen van verdachte is de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast.
Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van stroom. Verdachte heeft de
stroom voor zijn
mining-apparatuur op een illegale wijze afgetapt. Hiermee heeft hij financiële schade toegebracht aan het gedupeerde energiebedrijf.
Hoewel verdachte de diefstal van stroom heeft bekend, heeft hij ten aanzien van de andere strafbare feiten geenszins berouw getoond en verantwoordelijkheid genomen. Het hof rekent dit verdachte zwaar aan.
De persoon van de verdachte
Voorts heeft het hof gelet op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 oktober 2024. Hieruit volgt dat verdachte al eerder is veroordeeld voor, onder meer, vermogensdelicten, maar dit wel al wat langer geleden is. Verdachte is nog niet eerder met politie en/of justitie in aanraking gekomen voor cybercriminaliteit.
Daarnaast heeft het hof acht geslagen op de zich in het dossier bevindende reclasseringsadviezen. Uit het reclasseringsrapport van 4 juni 2016 volgt dat verdachte een partner heeft en drie kinderen. Verdachte is werkzaam geweest als vrachtwagenchauffeur, maar is hiermee - naar eigen zeggen - gestopt toen hij voldoende geld verdiende met de handel in cryptocurrency. Hoeveel verdachte hier uiteindelijk mee heeft verdiend, is onbekend gebleven.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat hij inmiddels weer werkzaam is als vrachtwagenchauffeur. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht dat het voor zijn partner en kinderen veel negatieve gevolgen zou hebben als verdachte weer de gevangenis in zou moeten.
De strafoplegging
Het hof heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals neergelegd in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting. In geval van ‘fraude’ met een benadelingsbedrag van € 1.000.000,- of hoger is een gevangenisstraf langdurige gevangenisstraf geïndiceerd.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op het bovenstaande – en in het bijzonder vanwege de ernst van het onder parketnummer 08-132541-21 bewezenverklaarde– niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een langdurige onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. In de door de verdediging naar voren gebrachte omstandigheden ziet het hof voorts geen aanleiding een gevangenisstraf van minder lange duur op te leggen. Alles afwegende acht het hof de door de rechtbank opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, passend en geboden. Het hof is evenwel van oordeel dat de straf dient te worden gematigd vanwege het feit dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden binnen de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. In eerste aanleg is de redelijke termijn met één jaar, acht maanden en negen dagen overschreden, nu de redelijke termijn is aangevangen op 10 maart 2017 en de politierechter het vonnis heeft gewezen op 18 november 2020. In hoger beroep is de redelijke termijn met bijna elf maanden overschreden. Immers is het hoger beroep ingesteld op 22 februari 2022 en wordt dit arrest gewezen op 17 januari 2025. Het hof zal de overschrijding van de redelijke termijn in het voordeel van verdachte verdisconteren in de strafmaat en verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden, met aftrek van het voorarrest, opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

12.Beslag

12.1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle in beslag genomen voorwerpen aan verdachte moeten worden teruggeven in verband met de door hem bepleite (deel)vrijspraken.
12.2
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd de beslissing van de rechtbank ten aanzien van het beslag te bevestigen.
12.3
Oordeel van het hof
Verbeurdverklaring
Het hof zal de onder verdachte in beslag genomen Bitcoin ATM verbeurd verklaren, nu uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het in de zaak met parketnummer
08-132541-21 onder 4 bewezenverklaarde met behulp daarvan is begaan.
Voorts zal het hof de woning van verdachte aan de [adres] en de diverse door het openbaar ministerie ten laste van verdachte beslagen virtuele valuta (conform beslaglijst) verbeurd verklaren, omdat dit voorwerpen zijn die aan verdachte toebehoren en het – zoals reeds overwogen onder paragraaf 7.3.2.5 – niet anders kan dan dat verdachte deze voorwerpen geheel of grotendeels uit de baten van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair en 2 primair bewezenverklaarde heeft verkregen. Afgewezen wordt de vordering tot verbeurdverklaring van de (renteopbrengsten uit en aflossingen van) de door verdachte aan [naam ] verstrekte geldlening van € 75.000,00 omdat volgens het contract (pag. 800088 dossier) deze lening reeds is afgelost.
Daarnaast zal het hof de vijf in [plaats 1] in beslag genomen
minersverbeurd verklaren, omdat het in de zaak met parketnummer 08-211081-20 bewezenverklaarde met betrekking tot deze voorwerpen is begaan.
Teruggave
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de 53 in [plaats 2] in beslag genomen
miners, nu geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.
Het niet in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van € 937.030,-
Het niet in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van € 937.030,- betreft het
totaalbedrag van de door verdachte op zijn bankrekeningen gedane contante stortingen
minus de contante opnames in de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021.
Voor de verbeurdverklaring als bedoeld in art. 33a Sr is het niet nodig dat op de voet van art. 94 Sv beslag is gelegd op het voorwerp waarvan de verbeurdverklaring wordt uitgesproken. Ingevolge art. 34 Sr zal in zo'n geval het voorwerp moeten worden uitgeleverd of de geschatte waarde daarvan moeten worden betaald. Daarvoor is echter wel vereist dat het voorwerp nog door de verdachte kán worden uitgeleverd. Met andere woorden: het voorwerp moet nog “fysiek” (elektronisch inbegrepen) aanwezig zijn. Voor die gevallen waarin dat niet mogelijk is – bijvoorbeeld omdat een voorwerp is vervreemd of omdat geld is uitgegeven – heeft de wetgever de ontnemingsprocedure in het leven geroepen.
In het onderhavige geval volgt uit het dossier noch uit de verklaring van verdachte dat hij het betreffende geldbedrag thans nog contant of giraal voorhanden heeft, zodat geen uitlevering ex artikel 34 Sv kan worden gevorderd. Het hof concludeert dan ook dat het geld niet voor verbeurdverklaring vatbaar is.

13.Vorderingen van de benadeelde partijen

13.1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair betoogd dat de benadeelde partijen in hun vorderingen
niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in verband met de door hem bepleite vrijspraken.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] heeft de raadsman subsidiair naar voren gebracht dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, omdat deze te complex is.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] heeft de raadsman subsidiair bepleit dat de vordering moet worden afgewezen, omdat deze niet met enige stukken is onderbouwd.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] heeft de raadsman subsidiair aangevoerd dat niet is gebleken dat de vordering is ingediend door een daartoe gemachtigde persoon. Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering conform het oordeel van de rechtbank niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Mocht het hof wel tot toewijzing van de vordering komen, dan heeft de raadsman verzocht de vordering te matigen.
13.2
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen te bevestigen.
13.3
Oordeel van het hof
13.3.1
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 837,22. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Naar het oordeel van het hof is uit het onderzoek ter terechtzitting voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde handelen van verdachte € 837,22 rechtstreekse schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
13.3.2
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 100,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Naar het oordeel van het hof is uit het onderzoek ter terechtzitting voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde handelen van verdachte € 100,00 rechtstreekse schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
13.3.3
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 9.738,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Op het voegingsformulier staat vermeld dat [persoon 1] als gemachtigde de vordering tot schadevergoeding heeft ingediend. De raadsman heeft aangevoerd dat de vordering
niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat een verklaring waaruit blijkt dat
[persoon 1] is gemachtigd om de vordering in te dienen, ontbreekt. Het hof schuift dit terzijde. Een bijzondere schriftelijke volmacht zoals bedoeld in artikel 51c, tweede lid, Sv is niet vereist indien de benadeelde partij een rechtspersoon betreft en het voegingsformulier is ondertekend door een persoon die optreedt namens de rechtspersoon (vgl. HR 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2006). In deze zaak staat het ontbreken van een bijzondere volmacht dus niet zonder meer aan toewijzing van de vordering tot schadevergoeding van de [benadeelde 3] in de weg.
In het voegingsformulier staat voorts vermeld dat [benadeelde 3] de vordering tot schadevergoeding heeft ingediend namens de individuele rekeninghouders [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] . Het hof kan echter niet vaststellen of [benadeelde 3] bevoegd is namens deze individuele rekeninghouders een vordering in te dienen. Het levert een onevenredige belasting van het strafgeding op om het onderzoek ter terechtzitting aan te houden om dit nader uit te zoeken.
Daarnaast overweegt het hof – gelet op de inhoud van de vordering waaruit blijkt dat
genoemde individuele rekeninghouders vanwege de frauduleuze overschrijvingen een
vergoeding van [benadeelde 3] hebben ontvangen – dat uit de wetsgeschiedenis van de
Wet Terwee én de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat diegene die krachtens cessie of subrogatie in de rechten van het slachtoffer treedt, zoals een bank die de schade in een geval als de onderhavige aan een klant heeft vergoed, niet als voegingsgerechtigde kan worden aangemerkt. In zo’n geval is er geen sprake van ‘rechtstreekse schade’ zoals bedoeld in artikel 51 lid 1 Sv. [181]
Het hof zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en
bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan
aanbrengen.

14.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 34, 36f, 47, 57, 63, 311, 321, 326, 420bis.1 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 6 tenlastegelegde en voor zover gericht tegen de ten aanzien van de in parketnummer
08-132541-21 onder 5 gegeven beslissing tot partiële vrijspraak van het witwassen van horloges, een vaartuig, diverse voertuigen en een geldbedrag ter hoogte van € 75.000,-.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 08-211081-20 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair, 2 primair, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 08-211081-20 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
46 (zesenveertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • de Bitcoin ATM;
  • de 5
  • de woning van verdachte aan de [adres] en de diverse valuta.
Wijst afde vordering van de advocaat-generaal tot verbeurdverklaring van het geldbedrag ter hoogte van € 75.000,- dat verdachte ter investering van onroerend goed in Oostenrijk heeft aangewend (de vordering op de heer [naam ] ).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de 53
minersdie in [plaats 2] in beslag zijn genomen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 837,22 (achthonderdzevenendertig euro en tweeëntwintig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 837,22 (achthonderdzevenendertig euro en tweeëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 16 (zestien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 19 april 2018.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 100,00 (honderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 08-132541-21 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 2 (twee) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 19 april 2018.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. Z.J. Oosting, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. P.T. Vissers, griffier,
en op 17 januari 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
BIJLAGE 1: DE TENLASTELEGGING
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep en voor zover reeds aan de orde in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 08-132541-21:
1. primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 augustus 2017 tot en met 5 augustus 2018 te [plaats 1] en/of [plaats 3] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van geld en/of van enig goed en/of gegevens te weten; enige hoeveelheid bitcoin en/of litecoin en/of electra en/of x8 en/of eco althans een of meer virtuele valuta (met een minimale totaalwaarde van € 125.493,--) en/of de afgifte van (een afbeelding van) van hun legitimatiebewijs door - zakelijk weergegeven - - een cryptohandelsplaats/exchange genaamd Coinhouse.eu op te zetten en zich op deze wijze voor te doen als een bonafide facilitator van de handel in virtuele valuta en/of zijnde een reguliere handelsplaats voor virtuele valuta en/of - een website (te weten Coinhouse.eu ) te bouwen en te onderhouden met als doel zo zoveel mogelijk klanten te werven door (onder andere) op die website een (groot) aantal virtuele valuta te tonen en/of virtuele valuta beschikbaar te stellen voor storting en/of opname en/of handel met virtuele valuta en het handelsvolume van die virtuele valuta te tonen/bij te houden en/of - het creëren van handelsvolume door het laten draaien van software (bot) dat geautomatiseerd virtuele valuta koopt en verkoopt zodat het lijkt alsof er 1000 mensen aan het handelen (traden) zijn op de handelsplaats Coinhouse.eu en/of - bij de domeinnaam registratie van Coinhouse.eu en/of het who-is register en/of Namecheap een valse naam en/of valse contactgegevens op te geven en/of - de klanten niet te hebben ingelicht over het sluiten van de opnamefunctie van hun wallet/tegoeden in beheer bij Coinhouse.eu waardoor deze virtuele valuta van de klanten niet meer werden uitbetaald en/of - de stortfunctie van de wallet in beheer bij Coinhouse.eu bewust open te houden om zodoende extra klanttegoeden/virtuele valuta te ontvangen; waardoor één of meerdere perso(o)n(en) (waaronder [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] ) werd(en) bewogen tot bovengenoemde afgifte(n) van (virtuele) valuta (met destijds een gezamenlijke waarde van minimaal € 125.493,34) en/of waardoor één of meerdere personen werden bewogen tot afgifte van (een afbeelding van) van hun legitimatiebewijs ten behoeve van de registratie bij Coinhouse.eu ;
1. subsidiair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 augustus 2017 tot en met 5 augustus 2018 te [plaats 1] en/of [plaats 3] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer andere geldbedragen te weten geldbedragen ten behoeve van een investering in virtuele valuta en/of enige hoeveelheid bitcoin en/of litecoin en/of electra en/of x8 en/of eco althans een of meer virtuele valuta (met een minimale totaalwaarde van € 125.493,34) middels de website coinhous.eu, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] en/of een of meer anderen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als beheerder van de virtuele valuta van voornoemde perso(o)n(en), (telkens) wederrechtelijk zich hebben/heeft toegeëigend;
2. primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 4] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of enig goed door - zakelijk weergegeven –
- de domeinnaam van (één of meer) websites (te weten; tulipmaniacoin.com en/of tullipmaniaco.in en/of europeunited.info en/of pariscoinofficial.com en/of lepencoin.com en/of jynerso.com en/of sips-token.com en/of united-korea.info en/of eyco.tech) te registreren en (voornoemde) website te bouwen en/of online te zetten en/of te onderhouden en zich op deze wijze voor te doen als een bonafide (software) maker van virtuele valuta/altcoins en op deze wijze de indruk te wekken dat het om (een) bonafide altcoin(s) zou gaan
en/of
- het kopiëren en/of aanpassen van (de broncode van) een bestaande virtuele valuta en/of het creëren van de nieuwe virtuele valuta/altcoins (met altcoin namen zoals MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR)
en/of
- het maken van (één of meer) GitHub .com pagina(s) waarop (een of meer valse) bron/programmeercode(s) en/of een software programma/wallet ten behoeve van het kunnengebruiken van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR wordt/worden gedeeld zodat een of meer personen de hiervoor genoemde altcoin(s) kunnen ontvangen en versturen en op deze wijze de indruk wordt gewekt dat het om (een) bonafide altcoin(s) zou gaan
en/of
- op (een of meer) GitHub .com pagina(s) en/of internetfora en/of social media ten aanzien van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR) onjuiste informatie te verstrekken over (aanzienlijke) de hoeveelheid/het aantal altcoins dat beschikbaar is op de (virtuele) valuta markt (waardoor (een of meer) personen worden bewogen tot het aankopen van (een) altcoin(s) tegen een (aanzienlijk) hogere prijs)
en/of
- het maken van een Twitter account (zoals [accountnaam 9] en/of [accountnaam 10] en/of [accountnaam 11] en/of [accountnaam 8] ) en/of het verspreiden van promotieteksten (zoals
"TMC did some real nice recovery on the DOGE market today most seen is 145 % up coinexchange .io cant wait to see TMC back on the BTC market? en/of? We are buying back al! TMC coins up to 10 sat coinexchange .io. The goal is to have bought back al! TMC coins by the end of this month? en/of? Tullipmania is now listed on Crex_24 . BittrexExchange will soon follow. crex24 .com/nl/exchange/TM. Happy trading to all!!!!”en/of
“This coin is developed in the spirit of Paris ’s latest thought about block-chain technology and the many benefits that come with them. This coin is to support the Paris and the use of the block-chain technology. In vest now in Paris coin to get a bigger peace of the pie when I-YDIAN comes out. Follow what PARIS has to say about the block-chain technology and more") te verspreiden ten behoeve van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR) en hierdoor trachten één of meer personen te bewegen tot het doen van investeringen in (één of meer van) de hiervoor genoemde altcoins
en/of
- het laten opnemen van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR op een handelsplaats (zoals Crex24 en/of NovaExchange en/of Bitcoingarden en/of Yobit en/of CoinExchange ) zodat deze altcoin(s) verhandeld kan/kunnen worden en hierdoor één of meer personen bewegen tot het doen van investeringen in (één of meer van) de hiervoor genoemde virtuele valuta en/of - het onjuist/niet/niet volledig vermelden van het aantal door verdachte reeds gemaakte/geminde altcoins (waaronder MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR) waardoor verdachte(n) in staat is/zijn de prijs/koers van deze altcoin(s) te beïnvloeden
en/of
- de prijs/koers van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR te beïnvloeden door zelf (als dan niet met behulp van een sofwareprogramma/bot) plaatsen van aan-en verkooporders op verschillende handelsplaatsen en/of het zelf daadwerkelijk aan- en verkopen van de eerder genoemde altcoin(s) teneinde handelsvolume te creëren en/of hiermee invloed uit te oefenen op de koers van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR, waardoor het beeld ontstaat van (een) altcoin(s) waarin veel wordt gehandeld en hierdoor trachten één of meer personen te bewegen tot het doen van investeringen in MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR
waardoor één of meer anderen werd(en) bewogen tot de afgifte van 261,4075 bitcoin (omgerekend een bedrag van € 1.034.263,59), althans van enig goed;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 4] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen te bewegen tot de afgifte van geld en/of enig goed,
- zakelijk weergegeven -
  • de domeinnaam van (één of meer) websites (te weten: tulipmaniacoin.com en/of tullipmaniaco.in en/of europeunited.info en/of pariscoinoofficial.com en/of lepencoin.com en/of jyn-erso.com en/of sips-token.com en/of united-korea.info en/of eyco.tech) heeft geregistreerd en (voornoemde) website heeft gebouwd en/of online heeft gezet en/of heeft onderhouden en zich op deze wijze heeft voor gedaan als een bonafide (software) maker van virtuele valuta/altcoins en op deze wijze de indruk heeft gewekt dat het om (een) bonafide altcoin(s) zou gaan en/of
  • (de broncode van) een bestaande virtuele valuta heeft gekopieerd en/of heeft aangepast en/of nieuwe virtuele valuta/altcoins heeft gecreëerd (met altcoin namen zoals MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR) en/of
  • (één of meer) GitHub .com pagina(s) heeft gemaakt waarop (een of meer valse) bron/programmeercode(’s) en/of een software programma/wallet ten behoeve van het kunnen gebruiken van MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR werd/werden gedeeld zodat een of meer personen de hiervoor genoemde altcoin(s) zouden kunnen ontvangen en versturen en op deze wijze de indruk werd gewekt dat het om (een) bonafide altcoin(s) zou gaan en/of
  • op (een of meer) GitHub .com pagina(s) en/of internetfora en/of social media ten aanzien van MALC en/of USA Coin en/of EuropeUnited en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR) onjuiste informatie heeft verstrekt over (aanzienlijke) de hoeveelheid/het aantal altcoins dat beschikbaar was op de (virtuele) valuta markt (teneinde (één of meer) personen te bewegen tot het aankopen van (een) altcoin(s) tegen een (aanzienlijk) hogere prijs) en/of
  • een Twitter account heeft gemaakt (zoals [accountnaam 9] en/of [accountnaam 10] en/of [accountnaam 11] en/of [accountnaam 8] ) en/of promotieteksten heeft verspreid (zoals
  • MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR heeft laten opnemen op een handelsplaats (zoals Crex24 en/of NovaExchange en/of Bitcoingarden en/of Yobit en/of CoinExchange (zodat deze altcoin(s) verhandeld kon/konden worden en hierdoor één of meer personen kon/konden worden bewogen tot het doen van investeringen in (één of meer van) de hiervoor genoemde virtuele valuta en/of
  • onjuist/niet/niet volledig het aantal door verdachte reeds gemaakte/geminde altcoins (waaronder) MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR)heeft vermeld waardoor verdachte(n) in staat was/waren de prijs/koers van deze altcoin(s) te beïnvloeden en/of
  • de prijs/koers van MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR heeft beïnvloed door zelf (als dan niet met behulp van een sofwareprogramma/bot) aan-en verkooporders op verschillende handelsplaatsen te plaatsen en/of zelf daadwerkelijk de eerder genoemde altcoin(s) heeft aan- en verkocht teneinde handelsvolume te creëren en/of hiermee invloed uit te oefenen op de koers van MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR, waardoor het beeld ontstond van (een) altcoin(s) waarin veel werd gehandeld en hierdoor heeft getracht één of meer personen te bewegen tot het doen van investeringen in MALC en/of USA Coin en/of Europe United en/of Paris en/of GET en/of Tulipmania en/of UK Coin en/of SIPS en/of Lepen en/of SLCO en/of ERSO en/of DSE en/of CRUR,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 28 februari 2021 te [plaats 1] , althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam 1] en/of [naam 2] althans één of meer anderen (telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geld en/of enig goed, door - zakelijk weergegeven - - zich voor te doen als een medewerker van de (fraudehelpdesk en/of beveiligingsdienst van de) [benadeelde 3] en/of - onder voornoemde (valse) hoedanigheid te bellen met (één of meer van de hiervoor genoemde personen) en/of - [naam 1] en/of [naam 2] althans (één of meer) anderen te bewegen tot het scannen van (een of meerdere) QR-codes, welke QR-codes door verdachte(n) werden geproduceerd en waren voorzien van het [naam 11] logo en/of waarbij door (mede)verdachte(n) werd gezegd dat door het scannen van de QR code een betaling kon worden geannuleerd en/of - te verbergen/verhullen dat door voornoemde handelwijze een hoeveelheid geld van de bankrekeningen van (één of meer van de hiervoor genoemde) personen (al dan niet met tussenkomst van de payment service provider [tenaamstelling] ) werd overgeschreven naar ( Binance.com zijnde) een bij verdachte en of diens mededaders in beheer zijnde rekening; waardoor [naam 1] en/of [naam 2] althans één of meer anderen werd(en) bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, te weten resp. € 970,-- en/of € 4.740,-- althans van enig geldbedrag/goed;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 20 mei 2021 te [plaats 1] , althans in Nederland, (van) voorwerpen, te weten (van) een (groot) aantal (virtuele) valuta, met een totale waarde van in totaal (ten minste) € 205.290,--, te weten,
  • € 182.320,-- (contante ontvangst door ATM/verdachte van derde(n) ten behoeve van aankoop virtuele valuta door derde(n)) en/of
  • € 22.970,-- (contante uitgave door ATM/verdachte aan derde(n) na aankoop van virtuele valuta door derde(n)), althans (virtuele) valuta, waarvoor in totaal
€ 22.970,- door ATM/verdachte aan derde(n) contant is uitbetaald
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die voorwerpen waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad en/of heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en of gebruik heeft gemaakt terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf; en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen (zaaksdossier 4);
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 mei 2021 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans een maal (telkens) van een voorwerp te weten;
enige hoeveelheid bitcoin en/of litecoin en/of electra en/of x8 en/of eco althans een of meer virtuele valuta (welke omgerekend een minimale totaalwaarde vertegenwoordigen van € 69.086,35), althans enig bedrag, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op deze virtuele valuta/voorwerpen was en/of heeft verborgen en/of verhuld wie deze virtuele valuta/voorwerpen voorhanden had en/of deze virtuele valuta/voorwerpen heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, en/of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet en/of van deze virtuele valuta/voorwerpen gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 1) terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) althans moeten vermoeden dat die voorwerp(en) en/of dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig/eigen misdrijf;
en/of
- van een bedrag ad € 863.538,54, althans van enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 2) terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) althans moeten vermoeden dat die voorwerp(en) en/of dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig/eigen misdrijf;
en/of
- een bedrag ad. € 1.772,-- (afkomstig van [naam 15] ) en/of een bedrag ad. € 1.000,-- (afkomstig van [naam 16] ) en/of een bedrag ad € 970,-- (afkomstig van [naam 1] ) en/of een bedrag van € 4.740,-- (afkomstig van [naam 2] ) en/of een bedrag ad. € 1.670 (afkomstig van [naam 17] en/of [naam 18] ) althans van enig(e) geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of dit/deze geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 3) terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) althans moeten vermoeden dat die/dat geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig/eigen misdrijf;
en/of
- een bedrag ad € 937.030,--, althans van enig(e) contant geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of enig(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik heeft/hebben gemaakt (zaaksdossier 4) terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) althans moeten vermoeden dat die voorwerp(en) en/of dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig/eigen misdrijf;
zulks terwijl hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s) van het plegen van dat feit al dan niet een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
Zaak met parketnummer 08-211081-20 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks op of omstreeks 20 april 2020 te [plaats 1] , een hoeveelheid/hoeveelheden elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de firma [naam 23] Netbeheer B.V. , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar documenten en pagina’s, zijn dit documenten/pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, FINEC [locatie] , genaamd Primero , met de aanduiding ONRBB20014 en BVH 202005322. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar de in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakte processen-verbaal.
2.AH427, pagina 20002841.
3.AH428, pagina 20002843.
4.AH004-003, pagina 2000173 en AH004-00, pagina 2000183.
5.AH429, pagina 20002844.
6.AH427, pagina 20002842.
7.AH003-001, pagina 2000143.
8.AH003-001, pagina 2000143, AH003-002, pagina 2000144 en AH003-006, pagina 2000160.
9.AH003-0008, pagina 2000164 t/m 2000166.
10.AH006, pagina 2000232.
11.HR 11 mei 1982, ECLI:NL:HR: 1982:AC1987, M/ 1982, 583, m.nt. [naam 19] .
12.HR 31 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ9251, M/2012, 536, m.nt. [naam 20] .
13.HR 3 december 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZD0584, NJ 1997, 574, m.nt. [naam 19] .
14.VE02.01, pagina 700083, derde alinea; Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof
15.VE01.01, pagina 70005, tweede alinea.
16.VE02.01, pagina 700077, derde alinea.
17.AH091, pagina 20001063, fragment 36.
18.AH091, pagina 20001064, fragment 36.
19.AH091, pagina 20001064, fragment 37.
20.AH091, pagina 20001067, fragment 38.
21.AH091, pagina 20001070, fragment 44.
22.A01.01, pagina 10001, laatste alinea, en pagina 10002, eerste, tweede en derde alinea, en A02.01, pagina 100015, tweede en derde alinea van de verklaring.
23.AH091, pagina 20001063, fragment 36.
24.AH091, pagina 20001066, fragment 38.
25.AH091, pagina 20001067, fragment 38.
26.AH091, pagina 20001071, fragment 45.
27.AH091, pagina 20001072, fragment 48.
28.AH087, pagina’s 2000951 tot en met 2000953.
29.AH087, pagina’s 2000951 tot en met 2000953.
30.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
31.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
32.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
33.AH006, pagina 2000243, fragment 18.
34.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 5.
35.AH091, pagina 20001063, fragment 36.
36.AH006, pagina 2000252, fragment 27.
37.AH074-018 (tulipmaniacoin.com), AH074-013 (europeunited.info), AH074-011 (lepencoin.com), AH074-010 (jyn-erso.com) en AH074-017 (sips-token.com).
38.AH361, pagina 20002565.
39.AH206, pagina 20001655, tweede alinea.
40.VE01.02, pagina 700019, laatste alinea.
41.VE01.01, pagina 70004, tiende alinea, AH246, pagina’s 20001801 en 20001805, en
42.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
43.VE01.04, pagina 700022, vijfde alinea, en pagina 700045, dertiende alinea.
44.AH186, pagina 20001603.
45.AH088, pagina 2000987, fragment 56.
46.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
47.AH206, pagina 20001655, vierde alinea.
48.AH186, pagina 20001574, fragment 3.
49.AH006, pagina 2000241, fragment 14.
50.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, VE01.06, pagina NZ00051.
51.AH088, pagina 2000967 , fragment 17.
52.VE01.03, pagina 700028, vijfde, zesde, elfde en twaalfde alinea.
53.AH186, pagina 20001603, fragment 1.
54.VE01.04, pagina 700044, zesde en zevende alinea.
55.AD00, pagina 00006.
56.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
57.VE01.04, pagina’s 700045 en 700049.
58.VE04.01, pagina 7000131, twaalfde alinea.
59.VE04.01, pagina 7000134, achtste alinea.
60.AH276, pagina 200002001, eerste alinea en fragment 4.
61.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 6 december 2024.
62.AH320, pagina 20002256, fragment 29 (USA Coin), pagina 20002308, fragment 67 (GET), en pagina 20002311, fragment 70 ( Paris ).
63.AH321, pagina 20002283, fragmenten 36 en 38.
64.AH206, pagina 20001655, derde alinea.
65.AH321, pagina 200022448, fragment 7, en pagina 200022448, fragment 8.
66.AH088, pagina 2000986, fragment 55.
67.VE01.04, pagina 700046, elfde alinea, en AH249-011, pagina 20001874.
68.AH274, pagina 20001990, fragment 3.
69.AH320, pagina 20002256, fragment 27.
70.AH274, pagina 20001992, fragment 8.
71.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 6 december 2024.
72.AH435, pagina 20002862, tweede alinea onder ‘aanleiding’.
73.AH435, pagina’s 20002864 tot en met 20002867, en pagina 20002868, eerste, tweede en derde alinea.
74.AH435, pagina 20002868.
75.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, AH476, pagina’s NZ00012 en NZ00013.
76.AH434, pagina 20002855 en 20002856.
77.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, AH476, pagina NZ00012 en VE01.06, pagina NZ00051.
78.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, VE01.06, pagina NZ00051.
79.AH186, pagina 20001573.
80.AH186, pagina’s 20001603 en 20001604, fragment 1.
81.AH080, pagina 2000884, derde en vierde alinea, en AH080-023, pagina 2000910.
82.AH274, pagina 20001989, fragment 1.
83.AH274, pagina 20001989, fragment 2.
84.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
85.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, AH476, pagina NZ00011.
86.AH274, pagina 20001989, fragment 1.
87.AH420, pagina 20002772, fragmenten 1.4.
88.AH320, pagina 20002249, fragment 8.
89.AH321, pagina 20002323, fragment 90.
90.AH321, pagina 20002296, fragment 51.
91.AH303-001, pagina’s 20002143 en 20002144.
92.AH317, pagina 20002216, eerste screenshot van het Twitter-account [accountnaam 9] .
93.AH317, pagina 20002216, tweede screenshot van het Twitter-account [accountnaam 9] .
94.AH317, pagina 20002217, screenshot van het Twitter-account [accountnaam 9] .
95.AH088, pagina 2000960, fragment 5.
96.AH088, pagina 2000969, fragment 23.
97.AH088, pagina 2000972, fragment 32.
98.AH088, pagina’s 2000958 en 2000959, fragment 4.
99.VE01.03, pagina 700036, achtste alinea.
100.AH088, pagina 2000962, fragment 8.
101.AH206, pagina 20001655, vierde alinea.
102.AH088, pagina 2000971, fragment 28.
103.AH088, pagina 2000972, fragment 31
104.AH088, pagina 2001005, fragment 15.
105.AH088, pagina 2000992, fragment 64.
106.AH317, pagina 20002218, eerste alinea.
107.AH088, pagina 2000988, fragment 58.
108.
109.Proces-verbaal nazending 25 september 2023, VE01.06, pagina NZ00051.
110.Een
111.AH317, pagina 20002215, derde alinea onder ‘aanleiding’, en AH438, pagina 20003026, laatste alinea, en pagina 20003027, eerste alinea.
112.AH434, pagina 20002854, eerste en tweede alinea onder ‘mining en premine’.
113.AH088, pagina 2000975, fragment 36.
114.AH088, pagina’s 2000983 en 2000984, fragment 49.
115.VE01.03, pagina 700028, vierde alinea, VE01.04, en pagina 700047, dertiende alinea.
116.AH321, pagina 20002294, fragment 50.
117.AH320, pagina 20002255, fragment 22.
118.VE01.01, pagina 70002, tiende alinea onder ‘sociaal verhoor’.
119.AH186, pagina 20001574, fragment 3.
120.AH321, pagina 20002313, fragment 75.
121.AH303, pagina 20002141, en AH317, pagina 20002218.
122.AH321, pagina 20002276, fragment 35.
123.AH332, pagina’s 20002459 tot en met 20002465, de fragmenten 1 tot en met 9.
124.AH386, pagina 20002603, tweede, vierde en vijfde alinea.
125.AH386, pagina’s 20002603 tot en met 20002606.
126.AH321, pagina 20002269, fragment 14.
127.AH116, pagina 20001239, de alinea’s onder ‘aanleiding’ en ‘samenvatting’.
128.AH332, pagina 20002459, de alinea’s onder ‘aanleiding’, en pagina 20002466.
129.AH03.01, pagina 100028 e.v.
130.
131.AH04.01, inclusief bijlage 2, pagina’s 1000119, 1000120 en 1000126.
132.AH05.01, pagina’s 1000127 en 1000128.
133.AH03.01, pagina 100035 en pagina 100036, eerste alinea.
134.AH224, pagina 20001705, de alinea onder ‘aanleiding’.
135.VE01.01, pagina 70004, tweede alinea.
136.AH224, pagina 20001705, de alinea onder ‘samenvatting bevindingen’.
137.AH255, pagina 20001928.
138.AH267, pagina 20001963, derde alinea onder ‘aanleiding’ en de alinea onder ‘accountgegevens’, pagina 20001964, de alinea’s onder ‘stortingen euro’s, en pagina 20001965, eerste alinea en de alinea onder ‘IP-adressen’.
139.AH385, pagina 20002601, de alinea’s onder ‘aanleiding’ en de alinea onder ‘accountgegevens’, pagina 20002602, eerste alinea, de alinea onder ‘opnames’ en de alinea onder
140.AH245, pagina 20001771, derde alinea, en pagina 20001781, de alinea onder ‘geïnstalleerde applicaties’.
141.AH129, pagina 20001320, de alinea’s onder ‘WhatsApp’, en pagina 20001321, fragment 2.
142.VE01.02, pagina 700013, derde alinea onder ‘Trap20’.
143.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 6.
144.AH004-002, pagina 2000171.
145.ZD04, pagina 000097.
146.ZD05, pagina 000097, en AH050-018, pagina 2000676.
147.AH010, pagina’s 2000295 tot en met 2000297, en AH015, pagina’s 2000324 tot en met 2000326.
148.AH280, pagina 20002017.
149.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
150.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 6.
151.AH023, pagina’s 2000363 en 2000364, en AH139, pagina’s 20001376 tot en met 20001378.
152.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 6.
153.AH279, pagina’s 20002008.
154.AH279, pagina’s 20002005 en 20002006.
155.Zie het overzicht van de transacties van de Bitcoin ATM, zoals door het openbaar ministerie aan de verdediging verstrekt en door de raadsman opgenomen onder bijlage 4 van de ter terechtzitting van het gerechtshof d.d. 6 december 2024 overgelegde pleitnota.
156.AH062, pagina 2000752, en AH279, pagina 20002006, derde alinea en laatste alinea.
157.VE01.03, pagina 700030, achtste en negende alinea.
158.HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2352, r.o. 2.3.1,2.3.2 en 2.3.3.
159.AH279, pagina 20002006.
160.AH100-001. Pagina 20001140.
161.Een witwastypologie is een beschrijving van kenmerken, opgesteld aan de hand van ervaringsregels, die kunnen duiden op het witwassen van opbrengsten uit misdrijven.
162.Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 februari 2023,
163.VE01.03, pagina 700034; B.07.01.013, pagina 800088.
164.VE01.03, pagina 700034.
165.AH005-001, pagina 2000213.
166.AH002-031, pagina 200080.
167.ZD05, pagina 0000108.
168.AH418, pagina 20002765.
169.AH209, pagina’s 20001678 en 20001679, AH209-001, pagina 20001680, en AH418, pagina 1, laatste gedachtestreepje (pagina 20002764).
170.AH209, pagina 20001678.
171.VE01.03, pagina 700032, tiende alinea.
172.VE01.03, pagina 700033, negende en tiende alinea, en pagina 700035, tiende alinea.
173.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 7.
174.Proces-verbaal ter terechtzitting gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 6 december 2024.
175.Wanneer hierna wordt verwezen naar pagina’s, dan zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district [district] , basisteam [basisteam] , met registratienummer PL0600-2020265863, van 6 juli 2020. Tenzij hieronder anders vermeld, wordt steeds verwezen naar in de wettelijk vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakte processen-verbaal.
176.Pagina 4.
177.Pagina 5-A.
178.Pagina 6.
179.Pagina 7.
180.Proces-verbaal ter terechtzitting van de rechtbank Overijssel d.d. 11 januari 2022, pagina 3; Proces-verbaal ter terechtzitting van gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 8 februari 2023, pagina 3.
181.HR 23 maart 1999,