Uitspraak
[appellant],
TVM Verzekeringen N.V.
TVM,
1.Het verloop van de procedure bij het hof
TVM heeft een verweerschrift in hoger beroep (met producties) in gediend.
beide partijen hebben nog een akte uitlating en overlegging producties (met producties) genomen. Zij hebben het hof verzocht een beschikking te geven.
2.De kern van de zaak2.1 Het gaat in deze zaak om de vraag of het verzoek van [appellant] toewijsbaar is om een voorlopig deskundigenbericht door een neurochirurg en een neuropsycholoog te bevelen.2.2 De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat het volgens de rechtbank prematuur is en daarmee in strijd met de goede procesorde. [appellant] is het niet met deze beslissing heeft en heeft verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en om het verzoek alsnog toe te wijzen.2.3 Het hof vindt het verzoek, anders dan de rechtbank, wel toewijsbaar. Het zal de beschikking van de rechtbank dan ook vernietigen, het verzoek alsnog toewijzen en een neuroloog en een neuropsycholoog benoemen. Deze beslissing wordt hierna uitgelegd.3. De relevante feiten3.1 [appellant] , geboren [in] 1959, was internationaal vrachtwagenchauffeur. Hij is op 25 oktober 2018 betrokken geweest bij een kettingbotsing in Beveren (België). Daarbij is zijn vrachtwagen in een file van achteren aangereden door een andere vrachtwagen, die op zijn beurt ook door een vrachtwagen is aangereden. De laatste vrachtwagen heeft niet tijdig geremd.
afgesloten met onder meer een SVI-dekking. De SVI-dekking ziet op een schadeverzekering voor inzittenden en is geen aansprakelijkheidsverzekering. In de polisvoorwaarden staat onder meer:
‘
Uitleg van gebruikte begrippen(…)- U/verzekeringnemer: degene die de verzekeringsovereenkomst met ons heeft afgesloten.- Verzekerde: de verzekeringnemer, de eigenaar, bezitter en houder van de vrachtauto. En de personen die met uw toestemming de vrachtauto besturen of erin meerijden.(…)6.1 wat verwachten wij van u?Wij verwachten dat u:(…)- alle informatie doorgeeft die voor de afhandeling van de schade van belang kan zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als een ander aansprakelijk is voor de schade;- meewerkt om de schade snel en goed te kunnen afhandelen.(…)11. Is de schade ook verzekerd onder een andere verzekering?(…)Wij betalen een schade niet als deze schade op basis van een regeling, wet of een andere verzekering al wordt betaald of als de schade betaald zou worden als deze verzekering niet bij ons zou hebben bestaan.’
Over de SVI-dekking wordt in artikel 24 vermeld dat de inzittenden van de vrachtauto die schade lijden als gevolg van een verkeersongeval verzekerd zijn voor schade door letsel of overlijden en dat de vergoeding bepaald wordt op basis van ‘de betreffende artikelen in het Burgerlijk Wetboek.’ Onder het kopje ‘Bijzonderheden’ bij dit artikel staat dat als de schade ook verzekerd is onder de WA dekking van de vrachtauto die dekking voorgaat.
In artikel 14.5 ‘Wie stelt de schade vast?’ is onder meer bepaald:
‘
- Voor het vaststellen van uw schade kunnen wij een expert inschakelen. De kosten hiervan zijn voor onze rekening.- Als u het niet eens bent met de schadevaststelling van de expert dan mag u zelf ook een expert inschakelen. De kosten hiervan moet u eerst zelf betalen.(…)- Als de twee experts het niet eens kunnen worden, benoemen ze samen een derde expert. Die stelt de omvang van de schade voor u en ons bindend vast. De kosten van deze derde expert delen u en wij samen.’
bespreking
Mijn laatste advies in dit dossier dateert van 18-01-2021. In de bespreking van dit advies wees ik u erop dat al in maart 2020 door mij gevraagd is om aanvullende medische informatie van de huisarts, waarop wij beperkt zijn geïnformeerd, maar nog steeds ontbreekt de decursus van de huisarts vanaf datum ongeval tot op heden teneinde het beloop te kunnen beoordelen.
Ik heb zelf het uitgebreide dossier en alle medische informatie
Bent u van mening dat de overgelegde medische informatie voldoende is om een oordeel uit te spreken over het causaal verband tussen het [appellant] overkomen ongeval en zijn klachten en verschijnselen’. [naam5] heeft in dat verband onder meer aangegeven:
4.4. De beoordeling van het verzoek
Aan de rechter die moet oordelen over het verzoek een dergelijk onderzoek te gelasten, komt geen discretionaire bevoegdheid toe. Hij dient het onderzoek in beginsel te gelasten, mits het daartoe strekkende verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. [2] In die situatie kan het verzoek alleen worden afgewezen wanneer sprake is van misbruik van recht, strijd met de goede procesorde, strijd met een ander zwaarwichtig belang of vanwege onvoldoende belang.
Volgens TVM ontbreekt allereerst informatie van de behandelend psycholoog/psychologen. Het hof stelt vast dat [appellant] bij zijn laatste akte diverse brieven en verslagen van de behandelend psychologen heeft overgelegd. TVM heeft niet aannemelijk gemaakt dat nog relevante informatie van de psychologen ontbreekt.
Volgens TVM is het overgelegde neuropsychologisch onderzoek niet compleet. Pagina 1 zou ontbreken. Deze pagina ontbreekt niet in de bij genoemde akte (overigens tweemaal) overgelegde versie van het rapport.
[appellant] heeft, ten slotte, overtuigend onderbouwd dat en waarom het voor hem niet mogelijk is om het stuk van [naam13] over te leggen.
Is het aannemelijk dat de aangetoonde stoornissen veroorzaakt worden door een hersenbeschadiging als gevolg van een bepaalde (nader te omschrijven) gebeurtenis of aandoening?’
Deze vraag is problematisch omdat het juridisch causaal verband verschilt van het medisch causaal verband. Het enkele feit dat een neuropsycholoog op basis van de inzichten uit zijn vakgebied geen causale relatie aanwezig acht tussen ongeval en neuropsychologische klachten sluit niet uit dat het juridisch causaal verband wel aannemelijk is. Niet voor niets wordt in de IWMD-vraagstelling de deskundige niet gevraagd om een oordeel over het medische causaal verband, maar wordt hem gevraagd de medische situatie met en zonder ongeval in kaart te brengen (of te benaderen, voor wat betreft de situatie zonder ongeval), waarna het aan de juristen is om basis van de door de deskundige verstrekte informatie te oordelen over het causaal verband.
3.Wat partijen graag willen weten en laten meten
4.De vragen over de situatie met ongeval
6.De vragen over de huidige situatie6.1 Is naar uw deskundig oordeel sprake van een stabiele situatie? Of anders geformuleerd: acht u de huidige toestand van de betrokkene zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van de ongevalsgerelateerde neurocognitieve klachten mogelijk is of verwacht u in de toekomst nog belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
7.De vragen naar de consistentie
8.De slotvraag
5.5. De beslissing
en beslist als volgt:
10 december 2024.