Uitspraak
[appellante],
de gemeente,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Waarom gaan wij over tot het gevaarlijk verklaren van uw hond
doodgebeten door hond (nek duidelijk gebroken, geen verwondingen te zien, beide voorpoten ‘TE’ flexibel dit hoort niet (…)”.
4.Het oordeel van het hof
separaatbeslist over wat er met die hond moet gebeuren, is dat niet een besluit als bedoeld in artikel 1:3 lid 1 Awb; het gaat dan om feitelijk of privaatrechtelijk handelen. Ten aanzien van
dathandelen kan een voorziening worden gevraagd bij de burgerlijke rechter. [2] Het hof stelt vast dat dit laatste hier aan de orde is. De burgemeester van de gemeente heeft immers op 24 januari 2024 en op 5 juni 2024 separaat beslist over wat er verder met de hond moet gebeuren (zie hierboven, onder 3.8 en 3.13). [3]
5.De beslissing
- € 798,00 aan griffierecht
- € 3.642,00 aan salaris advocaat (in principaal beroep: 2 punten x appeltarief II, dus € 2.428,-; in incidenteel beroep: 2 punten x factor 0,5 x appeltarief II, dus € 1.214);