Uitspraak
1.Import Export Pieba B.V.,
[appellante2] B.V.,die is gevestigd in Nijmegen,
hierna: [appellante2]
1.Hilzaco Beheer B.V.,
hierna: Hilzaco
[geïntimeerde2],
hierna: [geïntimeerde2]
[geïntimeerde3],
hierna: [geïntimeerde3]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De procedures
een hen/haar conveniërende financiering’ is verkregen,
‘op basis van de business case die verplaatsing en voortzetting van de activiteiten naar en op het bedrijven terrein Laaracker te Cuijk mogelijk moet maken en waarvan de koopsom voor de verwerving van het opstalrecht onlosmakelijk deel uitmaakt.’Nadat [geïntimeerden zaak2] de notaris op 28 juli 2015 heeft bericht dat de opschortende voorwaarde was vervuld, heeft de Gemeente op 31 juli 2015 € 21.000.000 betaald en heeft [geïntimeerden zaak2] het opstalrecht geleverd. Van verplaatsing van het bedrijf naar Cuijk en betaling van het restant van de koopsom is het vervolgens niet gekomen, omdat [geïntimeerden zaak2] in februari 2016 haar bedrijfsactiviteiten heeft gestaakt.
“De constructie is opgezet om een geordende verkoop van de voorraad mogelijk te maken, nu beslagen door de Gemeente driegde en de gevolgen van een beslag op de voorraad onherroepelijk zouden leiden tot aanzienlijke waarde vermindering. (…)”.Onder verwijzing naar dit memo heeft de Gemeente Nijmegen in een brief van 27 februari 2017 primair de nietigheid van de in de koopovereenkomst besloten rechtshandelingen ingeroepen vanwege strijd met de goede zeden (3:40 BW). Subsidiair heeft zij zich op het standpunt gesteld dat door de koopovereenkomst te sluiten paulianeus is gehandeld in de zin van art. 3:45 BW. Om die reden heeft Gemeente Nijmegen ook de in de koopovereenkomst besloten rechtshandeling(en) vernietigd.
3.Aanhouding beoordeling in de Pieba-zaken
4.Wijziging van eis in zaak met nummer 200.309.821
5.Inhoudelijke beoordeling zaak met nummer 200.309.821
“De constructie is opgezet om een geordende verkoop van de voorraad mogelijk te maken, nu beslagen door de Gemeente driegde en de gevolgen van een beslag op de voorraad onherroepelijk zouden leiden tot aanzienlijke waarde vermindering. (…)”. Hierdoor staat vast dat met de Pieba-trasactie werd beoogd te voorkomen dat Gemeente Nijmegen op dit vermogensbestanddeel beslag kon leggen. Gelet op het hiervoor omschreven juridisch kader (zie punt 5.3.) brengt deze strekking mee dat de overeenkomst tussen [appellante2] en Pieba een onzedelijk karakter in de zin van artikel 3:40 BW had en dat die overeenkomst dus in beginsel nietig is. Daarbij is niet vereist dat ten tijde van het sluiten van de Pieba-transactie vaststond of al aannemelijk was dat Gemeente Nijmegen daardoor daadwerkelijk zou worden benadeeld.
- Het op 21 juli 2015 door Gemeente Nijmegen betaalde bedrag van € 21.000.000,-;
- Ontvangst van de belastingdienst van een (geschat) bedrag van € 2.300.000,-;
- Een bedrag van € 3.650.000,- aan liquide middelen volgens de geconsolideerde jaarrekening van Hilzalco van 2015;
- Een bedrag van € 10.800.000,- aan (vorderingen op) debiteuren en overlopende activa volgens de geconsolideerde jaarrekening van Hilzalco van 2015.
endat dit op het moment van de Pieba-transactie al zonder meer vaststond. Een bewijsaanbod om die onderbouwing alsnog te geven wordt daarom gepasseerd.