4.1[appellante] heeft bij memorie van grieven haar eis gewijzigd. Tegen die wijziging is geen bezwaar gemaakt. Aangezien de eiswijziging op het processueel juiste tijdstip is gedaan en het hof ook verder niet is gebleken van strijd met de eisen van een goede procesorde, zal het hof beslissen op de gewijzigde eis.
[appellante] vordert, verkort weergegeven, het volgende
een verklaring voor recht dat sprake is van een erfdienstbaarheid met een breedte van 1 meter die zich uitstrekt van de voorzijde tot de rode streep (de grens met de tuinpercelen);
een veroordeling van [geïntimeerde] tot het binnen 21 dagen na betekening van het te wijzen arrest vrijmaken van alles wat zich op de strook grond van de erfdienstbaarheid bevindt, inclusief de conifeer en de tweede deur, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag;
een verklaring voor recht dat de kadastrale grens de erfgrens is;
subsidiair een vordering tot teruglevering van grond als het beroep op verkrijgende verjaring van [geïntimeerde] slaagt, dan wel een veroordeling tot betaling van € 25.358,40 als schadevergoeding voor het onrechtmatig in bezit nemen daarvan;
en veroordeling van [geïntimeerde] tot het verwijderen van alle beplanting die zich bevindt in de ‘verboden zone’ van 2 meter voor bomen en 0,5 meter voor heesters, vanaf de erfgrens;
een veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van de kosten van het kadaster van € 690,-.
een veroordeling van [geïntimeerde] tot verwijdering van het stalen hek op de grens van de tuinpercelen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag.
een veroordeling in de proceskosten.
heeft vijf grieven tegen het vonnis van de rechtbank geformuleerd.