Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
Het voormelde verweer van [eisers] zal bij gegrondbevinding leiden tot afwijzing van de vordering van [verweerders] tot ontruiming van de strook grond. De afwijzing in eerste aanleg van de met dat verweer corresponderende vordering in reconventie staat daaraan niet in de weg. [5] Het oordeel van het hof dat door het ontbreken van hoger beroep tegen de afwijzing van die vordering niet meer ter beoordeling voorligt of [eisers] de strook grond door verkrijgende verjaring wegens bezit te goeder trouw hebben verkregen, is dus onjuist (zie hiervoor in 3.1.3-3.1.4). De klacht slaagt. Nu het slagen van de klacht mede erop berust dat de Hoge Raad terugkomt van eerdere rechtspraak, zullen partijen hun stellingen ten aanzien van het bedoelde verweer na verwijzing nog mogen aanpassen.
Onderdeel 4 bevat een voortbouwklacht en slaagt in het voetspoor van de onderdelen 1.4 en 2.
4.Beslissing
26 mei 2023.