Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante] en
en ieder afzonderlijk [appellante] en [appellant]
1.[geïntimeerde1] en
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
het achterhuis” aan de [adres] 103 te [woonplaats1] . In de huurovereenkomst staat dat het gehuurde op de nominatie staat te worden gesloopt. De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van negen maanden. De huurprijs bedraagt € 300,-. Met “
het achterhuis” wordt gedoeld op een aangebouwd deel van de oorspronkelijke woning aan [adres] 103, gelegen op twee kadastrale percelen grond met een totale oppervlakte van in totaal circa 3.300 m2 (hierna samen aangeduid als het perceel). In 1977/78 is de toen vrijstaande woning verbouwd en is deze aan de achterzijde uitgebreid met een woonkamer en slaapkamer, en later met een garage en berging, met een doorgang tussen de aanbouw en de oorspronkelijke woning. Het achterhuis diende voor de huisvesting van de moeder van de toenmalige eigenaar. Het geheel heeft één huisnummer, nummer 103. Het achterhuis betrok gas, water en elektra vanuit het voorhuis.
(nood-)voorzieningen weer bewoonbaar voor [appellante] c.s. Het voorhuis is nooit hersteld en de restanten vormen een ruïne die is afgedekt met dekzeilen.
1. Het achterhuis dient te worden gesloopt. De kwaliteit van het achterhuis is, ook blijkens ten verzoeke van u uitgebrachte rapportage, bouwkundig zo matig tot slecht dat het niet mogelijk is om tegen aanvaardbare kosten het achterhuis duurzaam zodanig te renoveren dat één en ander tot een ook voor u aanvaardbaar resultaat leidt. Renovatie kan derhalve niet plaatsvinden met behoud van de huurovereenkomst. Voortzetting van de huur leidt tot een structurele wanverhouding tussen opbrengsten en kosten, waarbij tevens zij aangetekend dat u ook nimmer enige huurverhoging in rekening is gebracht.
de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik, vervreemding van de gehuurde woonruimte niet daaronder begrepen, dat van hem,
de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd, en tevens blijkt dat de huurder andere passende woonruimte kan verkrijgen. De wet kwalificeert een renovatie die zonder beëindiging van huur niet mogelijk is als een vorm van eigen gebruik (lid 3 van genoemd artikel). Onder renovatie wordt ook sloop met vervangende nieuwbouw begrepen (artikel 7:220 lid 2 BW).
1. de bouwkundige staat van het gehuurde achterhuis is zo matig tot slecht dat het niet mogelijk is om het tegen aanvaardbare kosten te renoveren
2. op het perceel wordt conform het bestemmingsplan een luxe villa gebouwd.
(i) of de renovatie zo dringend nodig is dat van [geïntimeerde1] niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst voortduurt,
(ii) daarbij de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, en:
(iii) of blijkt dat [appellante] andere passende woonruimte kan verkrijgen.
aan een met dekzeilen afgedekte ruïne”, zo heeft de kantonrechter, die ter plaatse is geweest, geconstateerd (ro. 4.4 van het bestreden vonnis). Kortom: de woning die [appellante] c.s. nu huren is een aanbouw die nooit is bedoeld als zelfstandig huis maar die voor en na de brand steeds meer geschikt is gemaakt voor zelfstandige bewoning.
4.Verzoek voorlopig deskundigenbericht
akte uitlatingen tevens houdende incident verzoek deskundigenbericht ex artikel 202 Rv” van 9 april 2024 het hof verzocht om een deskundige te benoemen. [appellante] c.s. heeft het verzoek in een heel laat stadium van de (al vanaf 2021 lopende) procedure gedaan en het verzoek is besproken op de mondelinge behandeling tegelijk met de hoofdzaak.