Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden]en ieder afzonderlijk
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
vanuit de bovenwoning” hebben. Dit is volgens [geïntimeerde1] eerder aan een van zijn huurders gemeld. In verband met een naderende vakantie van [geïntimeerden] vanaf 19 september 2019 hopen zij dat [appellant] snel “
een loodgieter oid” regelt. Als een reactie van [appellant] uitblijft, bericht [geïntimeerde1] later die dag bij whatsapp, zal hij zelf actie ondernemen. Volgens [appellant] heeft hij beide whatsappberichten niet ontvangen, omdat hij het telefoonnummer van [geïntimeerde1] vanwege een eerder conflict heeft geblokkeerd.
dat u bereid bent de oorzaak van de lekkage op te laten lossen, onder de strikte voorwaarde dat dit als gezamenlijk belang (ieder 1/3 van de kosten) wordt geregeld”. In de e-mail van 6 december 2019 aan QS-Expertise voegt [appellant] daaraan toe dat hij vanwege negatieve ervaringen in het verleden “
geen opdracht tot herstel” zal geven.
gemeenschappelijke afvoerbuis” te betalen. [appellant] geeft ook toestemming om “
zo nodig” de werkzaamheden meteen “
aan te vangen door een erkend terzake deskundige installatiebedrijf” in [woonplaats2] .
erkend terzake deskundige installatiebedrijf in [woonplaats2]” en bereid is 1/3 deel van de kosten van die werkzaamheden te dragen. Aan het slot wijst [appellant] erop dat hij “
vroegtijdig” wil weten als voor de werkzaamheden zijn appartement moet worden betreden.
zich bevindt in een gemeenschappelijke zaak”. Aan [appellant] wordt een termijn gegeven om te berichten of hij zijn medewerking aan dit onderzoek geeft. Toen een reactie uitbleef is op 7 april 2020 de kantonrechter verzocht aan [geïntimeerden] een vervangende machtiging ex artikel 5:121 BW te verlenen om het camera onderzoek uit te voeren.
vervanging nieuw voor oud”. Het Bureau voor Bouwpathologie schat het percentage nieuw voor oud op 60% tot 70%
“aangezien al geruime tijd geen onderhoud aan het plafond en vloer zijn uitgevoerd”.
. Vanuit deze schuur[hof: scheur]
in de gietijzeren riolering is een groot deel van de waterschade ontstaan. Bovendien was de standleiding ter hoogte van uw etage ook verstopt. Door deze verstopping lekte het water van uw appartement en het boven gelegen appartement door het geschuurde[hof: gescheurde]
riooldeel tussen uw vloeren weg.”
4.Het oordeel van het hof
vroegtijdig” wil weten als in zijn appartement werkzaamheden worden uitgevoerd. Op zichzelf is dat een redelijk verlangen. Als appartementseigenaar heeft [appellant] zo nodig nog maatregelen te nemen en kan hij een en ander met zijn huurders afstemmen. Ook deze opstelling is daarmee op zichzelf tegenover [geïntimeerden] niet onrechtmatig.
nieuw voor oud” toegepast, wat volgens het Bureau voor Bouwpathologie rond de 60% tot 70% zou liggen. In het briefrapport van 1 november 2022 heeft het Bureau voor Bouwpathologie na kennisneming van onder meer de rapportages van Kakeswaal, de schade begroot op € 13.932,60 all-in. In dit geval is in het schadebedrag verdisconteerd de nieuw voor oud aftrek van 60% tot 70% voor (in ieder geval) de vloeren en de wanden.
Bij dat alles geldt dat stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden met betrekking tot de schadebeperkingsplicht rusten op de aansprakelijke persoon.