Uitspraak
de Gemeente,
de Stichting,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
‘Enige tijd geleden heeft een medewerker van mijn afdeling het contact gelegd tussen de Stichting Zwols Kegelhuis en de afdeling Ontwikkeling van de sector Stadsbeheer. Het genoemde contact heeft betrekking op de wens van uw stichting de erfpachttermijn te verlengen. Inmiddels kan ik u meedelen dat thans een voorstel in procedure is met de strekking de erfpacht te verlengen. Als het college van burgemeester en wethouders instemt met dit voorstel, zal vervolgens de Stichting Zwols Kegelhuis worden benaderd met een concreet aanbod vanuit de sector Stadsbeheer.’
U heeft aangegeven voornemens te zijn te investeren in de uitbreiding van het huidige kegelhuis. Om deze redenen bestaat er behoefte aan zekerheid voor een langere periode dan de genoemde expiratiedatum. Wij bereid een nieuwe erfpacht-overeenkomst te sluiten voor de grond (…) per 1 januari 2008 te verlengen.
4.Het oordeel van het hof
duidelijke afspraak’was over de voorwaarden waaronder de erfpacht zou worden voortgezet. Van belang is in dit verband dat de Stichting in de toelichting op haar derde grief met zoveel woorden heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte in rechtsoverweging 4.3 van het tussenvonnis van 29 december 2021 heeft aangenomen dat de Stichting bij haar brief van 13 oktober 2009 heeft ingestemd met het concept van de nieuwe erfpachtovereenkomst. [8] In dat concept was de canon gesteld op € 7.638,- per jaar en was de vergoedingsregeling geformuleerd zoals die de Gemeente voor ogen stond. De Stichting heeft in hoger beroep gesteld dat zij alleen heeft ingestemd met het concept van 2006 voor zover dat betrof de weergave van de op 19 november 2002 gesloten verlengingsovereenkomst onder handhaving van haar vragen tot goedkeuring van een tweetal wijzigingen. Dit betrof echter het geschil over de canon en de vergoedingsregeling. Dat nu nog steeds geen overeenstemming bestaat over deze twee voorwaarden van de Gemeente die zij heeft verbonden aan de totstandkoming van een overeenkomst, blijkt ook uit de reactie die namens de Stichting in de e-mail van 22 februari 2023 is gegeven op de conceptakte die door de notaris namens de Gemeente aan de Stichting is voorgelegd om uitvoering te geven aan het vonnis van de rechtbank van 27 juli 2022. Namens de Stichting is opgemerkt dat de artikelen 1.3 en 1.4 (betreffende de tussentijdse opzegging en de vergoedingsregeling) moeten vervallen en dat artikel 2.1 gewijzigd moet worden in die zin dat de (bijdrage van erfpachter in de) jaarlijks verschuldigde canon vanaf 1 januari 2023 € 2.000,- bedraagt en dat de rest van dat artikelonderdeel moet vervallen.
de vordering tot ontruiming