In deze zaak heeft Woningstichting De Goede Woning (hierna: DGW) hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Apeldoorn, die op 22 februari 2023 en 31 mei 2023 zijn uitgesproken. DGW, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Seijbel, vorderde ontbinding van de huurovereenkomsten met [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] wegens wanbetaling. De huurders zijn niet verschenen in hoger beroep, waardoor verstek is verleend. DGW heeft gevorderd dat de huurovereenkomsten worden ontbonden en dat de huurders worden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand van € 2.830,13, met nevenvorderingen.
Het hof heeft geoordeeld dat de huurovereenkomsten ontbonden moeten worden vanwege de ontstane betalingsachterstand. De huurders zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand voor de woning en de garage. Het hof heeft vastgesteld dat de huurders niet hebben aangetoond dat zij de huurpenningen volledig hebben voldaan, en dat er sprake is van stelselmatige wanbetaling. De eisvermeerdering van DGW in hoger beroep is niet toegestaan, omdat deze niet aan de huurders kenbaar is gemaakt. De ontruimingstermijn is vastgesteld op 14 dagen na betekening van het arrest.
De beslissing van het hof vernietigt de eerdere vonnissen van de kantonrechter en bevestigt de ontbinding van de huurovereenkomsten. De huurders worden veroordeeld tot betaling van de achterstallige huurpenningen, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat DGW de uitspraak kan laten uitvoeren, ook als de huurders in cassatie gaan.