In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de vraag centraal of de appellante recht heeft op een verzekeringsuitkering van Delta Lloyd wegens de diefstal van haar auto. De appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, heeft eerder een schadevergoeding geëist na de diefstal van haar BMW. Delta Lloyd heeft de dekking geweigerd, onder andere omdat de appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd van de diefstal en haar inlichtingenplicht zou hebben geschonden. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante op verschillende punten onjuiste informatie heeft verstrekt, waaronder het tijdstip van het laatste gebruik van de sleutels en de kilometerstand van de auto. Het hof concludeert dat de appellante niet aan de bewijsvereisten heeft voldaan en dat de diefstal niet voldoende aannemelijk is gemaakt. Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de appellante opzettelijk heeft geprobeerd Delta Lloyd te misleiden door onjuiste informatie te verstrekken. De vorderingen van de appellante zijn afgewezen, en het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de appellante is veroordeeld in de proceskosten.