Uitspraak
1.[appellant1] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
plaatsingskandidaat tijdens looptijd Sociaal Plan 2014-2016?
), als gevolg van een organisatieaanpassing, als plaatsingskandidaat wordt aangemerkt (..).
- de functie van de medewerker komt te vervallen;
- de functie ingrijpend wijzigt en de medewerker niet conform de procedure beschreven in hoofdstuk 3 wordt benoemd in de ingrijpend gewijzigde functie;
- de medewerker als gevolg van een reductie van het aantal formatieplaatsen in een bepaalde functie boventallig wordt;
- Het verschil in kerntaken;
- Het verschil in de vereiste opleiding(niveau);
- Het verschil in de vereiste kennis(niveau);
- Het verschil in de vereiste competenties/competentie-niveau;
- Het verschil in functieschaal;
- Het verschil in de context waarbinnen de functie wordt uitgeoefend.
ingrijpendefunctiewijziging. Dat de aanvang van de transitie naar een APF in juli 2016 en de daarmee gepaard gaande wijzigingen in de werkzaamheden in de loop van dat jaar daarna direct een relevant verschil in opleiding-, kennis- en/of competentie(s)niveau met zich heeft gebracht is het hof niet gebleken en onweersproken is dat de beloning van [appellanten] toen niet is gewijzigd. Dat Achmea geen vergelijkingsformulier heeft ingevuld, leidt niet tot een ander oordeel. Voorts wordt nog opgemerkt dat [appellanten] niet kunnen worden gevolgd in hun stelling dat sprake is van een zodanig ingrijpende wijziging van de functie dat plaatsing in die functie leidt tot niet acceptabele concessies aan de kwalitatieve en/of kwantitatieve voortgang van de werkzaamheden omdat zij werkzaamheden ver onder hun niveau verrichten. Als hiervoor overwogen geldt in de eerste plaats dat niet is gebleken dat zij toen werkzaamheden ver onder hun niveau hebben verricht. Maar dat daargelaten hebben [appellant2] en [appellant1] ook niet onderbouwd waarom het werk er kwalitatief of kwantitatief onder lijdt als zij werkzaamheden ver onder hun niveau verrichten, zoals artikel 2.1. van het Sociaal Plan 2014-2016 naar het oordeel van het hof moet worden gelezen. Omdat [appellanten] hun stelling op dit punt in het licht van het verweer van Achmea onvoldoende feitelijk hebben onderbouwd wordt niet aan bewijslevering toegekomen.