5.17.[verweerder] heeft een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop Spaar Select in zijn geval heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomsten onder “A. Feiten in deze zaak” van de inleidende dagvaarding. De stellingen van [verweerder] komen, samengevat, op het volgende neer. [verweerder] werd door Spaar Select ongevraagd telefonisch benaderd. De medewerker van Spaar Select stelde voor om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [verweerder] door te nemen met een financieel adviseur van Spaar Select. [verweerder] heeft hiermee ingestemd. De toenmalige partner van [verweerder] was ook aanwezig bij de gesprekken. Tijdens het huisbezoek heeft de adviseur van Spaar Select, de heer [de adviseur van Spaar Select1] (hierna te noemen: ‘adviseur [de adviseur van Spaar Select1] ’), geïnformeerd naar de wensen en de financiële situatie van [verweerder] . Met adviseur [de adviseur van Spaar Select1] is gesproken over de wensen van [verweerder] om vermogen op te bouwen en zijn maandelijkse lasten te verlagen. Adviseur [de adviseur van Spaar Select1] gaf aan dat dit mogelijk was en vertelde dat hij daarvoor een geschikt product had. Adviseur [de adviseur van Spaar Select1] adviseerde [verweerder] om het Overwaarde Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. [verweerder] diende hiervoor de overwaarde op zijn woning op te nemen middels een hypothecaire lening. Hiermee zou allereerst een doorlopend krediet kunnen worden afgelost, zodat de wens om de maandelijkse lasten te verlagen gelijk gerealiseerd kon worden. Volgens adviseur [de adviseur van Spaar Select1] zou de hypotheekverhoging na vijf jaar kunnen worden afgelost met de opbrengst uit het Overwaarde Effect product en zou er ook nog een bedrag resteren voor de andere wens van [verweerder] , vermogensopbouw. Adviseur [de adviseur van Spaar Select1] heeft vervolgens een financieel plan opgesteld, waarin specifiek het Overwaarde Effect aan [verweerder] werd aangeraden. Dit plan heeft hij in een tweede gesprek toegelicht met een collega adviseur, [de adviseur van Spaar Select2] (hierna te noemen: ‘adviseur [de adviseur van Spaar Select2] ’, tezamen: ‘adviseurs’). In dit persoonlijk financieel plan hebben de adviseurs toegelicht en op papier gezet op welke wijze kon worden bereikt dat de hypotheek werd verhoogd maar de maandlasten toch werden verlaagd. De adviseurs adviseerde [verweerder] om een extra hypotheek op te nemen van NLG 232.000,00. Een gedeelte van de hypotheekverhoging zou worden gestort op een beleggingsrekening, waarvan de maandelijkse termijnen van het Overwaarde Effect zou worden voldaan. Het overige deel was bestemd om het doorlopend krediet af te lossen en gelijk een bedrag beschikbaar te maken voor [verweerder] . Doordat het krediet afgelost werd zouden de maandlasten van [verweerder] NLG 500,00 per maand verminderen. Volgens het financieel plan zou het Overwaarde Effect product na vijf jaar een bedrag van NLG 273.810,00 opleveren, waarmee [verweerder] de extra opgenomen hypotheek weer kon aflossen en er alsnog een aanzienlijk kapitaal zou resteren (NLG 41.810,00). Als [verweerder] dit bedrag zou laten door renderen, dan zou hij na 19 jaar NLG 291.028,00 hebben opgebouwd, wat [verweerder] kon gebruiken voor zijn pensioen. Vervolgens werd adviseur [de adviseur van Spaar Select1] ziek, waardoor adviseur [de adviseur van Spaar Select2] de adviesgesprekken overnam. Hij is nogmaals bij [verweerder] langs gekomen om de constructie door te nemen. Daarbij benadrukte adviseur [de adviseur van Spaar Select2] dat dit een goede constructie betrof, waarmee [verweerder] zijn doelstellingen zou bereiken. Om zijn verhaal kracht bij te zetten liet adviseur [de adviseur van Spaar Select2] een historisch overzicht zien die bevestigde dat de aandelen in het verleden goed hadden gepresteerd (productie D). Daarnaast liet adviseur [de adviseur van Spaar Select2] ook nog drie rekenvoorbeelden zien waarin het te behalen eindresultaat in alle rekenvoorbeelden positief werd voorgespiegeld (productie E). Daarbij hield adviseur [de adviseur van Spaar Select2] een lager bedrag aan, dan adviseur [de adviseur van Spaar Select1] daarvoor deed. Adviseur [de adviseur van Spaar Select2] gaf aan dat [verweerder] ook met deze bedragen zijn doelstellingen zou bereiken. Daarbij zijn ook handgeschreven aantekeningen gemaakt Dit betrof het advies van adviseur [de adviseur van Spaar Select2] . Hij adviseerde [verweerder] om een hypotheek af te sluiten van NLG 206.000; en daarvan NLG 166.759 in een depot te storten voor het Overwaarde Effect. Dit heeft adviseur [de adviseur van Spaar Select2] later uitgewerkt. Adviseur [de adviseur van Spaar Select2] heeft vervolgens een nieuw financieel plan opgesteld (productie F) dat hij naderhand aan [verweerder] heeft toegezonden. Ook in dit plan werd specifiek het Overwaarde Effect product aan [verweerder] aangeraden. Adviseur [de adviseur van Spaar Select2] adviseerde [verweerder] om een extra hypotheek op te nemen van NLG 206.000,00. Een gedeelte van de hypotheekverhoging zou worden gestort op een beleggingsrekening, waarvan de maandelijkse termijnen van het Overwaarde Effect zou worden voldaan. Het overige deel was bestemd om het doorlopend krediet af te lossen en gelijk een bedrag beschikbaar te maken voor [verweerder] . Doordat het krediet afgelost werd zouden de maandlasten van [verweerder] NLG 500,00 per maand verminderen. Volgens het financieel plan zou het Overwaarde Effect product na vijf jaar een bedrag van NLG 227.635,00 opleveren, waarmee [verweerder] de extra opgenomen hypotheek weer kon aflossen en er alsnog een aanzienlijk kapitaal zou resteren (NLG 21.635,00). Als [verweerder] dit bedrag zou laten door renderen, dan zou hij na 19 jaar NLG 202.793,00 hebben opgebouwd, wat [verweerder] kon gebruiken voor zijn pensioen. [verweerder] heeft het advies opgevolgd en is de overeenkomsten met Dexia aangegaan, aldus [verweerder] . [verweerder] heeft ter onderbouwing verwezen naar twee versies van een Persoonlijk Financieel Plan (producties B en F bij dagvaarding), rekenvoorbeelden (productie E bij dagvaarding) en hypotheekstukken (productie H bij dagvaarding).