In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep na verwijzing. De zaak betreft een geschil tussen appellanten, die fiscaal advies hebben ingewonnen bij Joanknecht & Van Zelst B.V., en de genoemde vennootschap, die als geïntimeerde optreedt. De appellanten hebben een beroep gedaan op de onredelijkheid van een exoneratiebepaling in de algemene voorwaarden van Joanknecht, die hen aansprakelijkheid voor indirecte schade ontneemt en de aansprakelijkheid voor directe schade beperkt tot het honorarium dat Joanknecht in rekening heeft gebracht. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten handelden als consumenten en dat de exoneratiebepaling onredelijk bezwarend is, in strijd met de goede trouw, en een aanzienlijke verstoring van het contractuele evenwicht oplevert. Het hof heeft de vordering van de appellanten tot schadevergoeding van € 358.221,86 wegens directe vermogensschade toegewezen, evenals de vorderingen tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten en restitutie van eerder betaalde bedragen. De proceskosten zijn eveneens toegewezen aan de appellanten. Het hof heeft de exoneratiebepaling van Joanknecht ongeldig verklaard en de appellanten in het gelijk gesteld.