Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 26 juli 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van RTB van 4 april 2023; en
- de akte van [geïntimeerde] van 4 april 2023.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Administratie
Loonadministratie:
Voor de goede orde wijzen wij u er op dat wij tot onze opdracht rekenen alle verdere werkzaamheden die uit uw opdracht mochten voortvloeien of die daarmee verband houden.” In de algemene voorwaarden van de NOAB die op de overeenkomst van toepassing zijn, staat in artikel 4 sub c: “
De wijze waarop de administratie wordt gevoerd en de overige werkzaamheden worden verricht dient, met inachtneming van eventueel daarop toepasselijke wettelijke bepalingen, te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de opdrachtgever.”
quick scan” verricht naar de onderneming van RTB. Daarbij heeft hij ook gekeken of de onderneming onder de werkingssfeer van het volgens [geïntimeerde] meest voor de hand liggende pensioenfonds, Pensioenfonds Wonen viel, wat niet het geval bleek. Verder heeft hij toen onderzocht of de onderneming van RTB eerder was aangeschreven door pensioenfondsen, wat ook niet het geval bleek. In november 2015 is RTB aangeschreven door de bedrijfstakpensioenfondsen Bpf Tex en Bpf MITT met vragen over haar onderneming, met het oog op verplichte aansluiting. [geïntimeerde] heeft geholpen bij het beantwoorden van die vragen. Van verplichte aansluiting bij die pensioenfondsen bleek geen sprake.
quick scanuitvoerde of RTB onder het bedrijfstakpensioenfonds Wonen viel kan ook niet afgeleid worden dat het gangbare praktijk is voor een kantoor als [geïntimeerde] om te onderzoeken of een klant zich bij PMT moest aansluiten. Zoals [geïntimeerde] heeft betoogt valt deze
quick scante verklaren als het verzamelen van informatie over een nieuwe klant. Daarbij past ook dat niet gesteld of gebleken is dat [geïntimeerde] de uitkomsten van deze
quick scanaan RTB heeft gecommuniceerd.
quick scanvan 2013 volgde dat RTB niet onder Pensioenfonds Wonen viel en nadien, in 2015, bleek dat RTB ook niet onder de werkingssfeer van twee andere pensioenfondsen viel, behoefde een redelijk bekwaam en redelijk handelend loonadministrateur hier geen nader onderzoek naar te doen. Ook [geïntimeerde] ging er kennelijk van uit dat geen verplichte pensioenregeling gold. Pas na onderzoek van een gespecialiseerd pensioenadviseur, na PMT’s aanschrijving, bleek dat RTB wel onder de verplichte pensioenregeling van PMT viel. Hieruit volgt dat van [geïntimeerde] , die slechts gehouden was de loonadministratie te doen en van wie gesteld noch gebleken is dat hij pensioenadvies gaf (anders dan in het verleden fiscaal advies over pensioen in eigen beheer van dga’s), redelijkerwijs niet verwacht mocht worden dat hij nader onderzoek zou doen, zou wijzen op de verplichte aansluiting bij PMT of zou doorverwijzen. Bij die stand van zaken mocht RTB er ook niet van uitgaan dat [geïntimeerde] ongevraagd onderzoek naar pensioenregelingen zou doen of zou doorverwijzen. Daar komt bij dat RTB er zelf niet zonder meer van mocht uitgaan dat in het geheel geen pensioenregeling van toepassing zou zijn. Ook zij zal, net als [geïntimeerde] , zijn gerustgesteld door de negatieve uitkomst wat betreft Bpf Tex en Bpf MITT, maar [naam3] was al lang in deze en verwante branches actief en heeft in het verleden zelf als werknemer pensioen opgebouwd bij PMT.
quick scanuitgevoerd. Pas na het bericht van PMT en onderzoek door een gespecialiseerde pensioenadviseur bleek dat RTB onder de verplichte pensioenregeling van PMT viel. In het licht van die omstandigheden kan niet worden gezegd dat [geïntimeerde] de risico’s en aandachtspunten rond de opdracht bij de aanvang daarvan onvoldoende heeft beoordeeld.