In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in een Forensisch Psychiatrisch Centrum verblijft. De rechtbank had eerder op 23 december 2022 de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde had beroep aangetekend tegen deze beslissing, met het argument dat er gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt dat de terbeschikkingstelling maximaal vier jaar zou duren vanaf de oplegging. Het hof heeft de argumenten van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw, mr. I.A.C. van Mulbregt, overwogen, maar oordeelde dat de wet een maximale termijn van negen jaar voor terbeschikkingstelling met voorwaarden voorschrijft en dat de opleggingsrechter deze termijn niet kan verkorten. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en voegde gronden toe aan de overwegingen. Het hof concludeerde dat er geen gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt bij de terbeschikkinggestelde over de duur van de maatregel. De advocaat-generaal, mr. E.J. Julsing-Nijenhuis, had ook geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek om onderzoek naar de mogelijkheden van een zorgmachtiging. Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege moest worden verlengd met een termijn van twee jaar, gezien de chronische problematiek van de terbeschikkinggestelde en de noodzaak voor voldoende begeleiding en controle. De totale maximale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zou eindigen op 20 mei 2025, en de huidige maatregel kan nog eenmaal worden verlengd met een termijn van één jaar.