Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[verdachte ] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 januari 2019, in de gemeente [gemeente 1] , althans in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , hebbende verdachte
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 1 februari 2018, in de gemeente [gemeente 2] , althans in Nederland, (telkens) met [benadeelde 2] , geboren [geboortedatum 1] , die toen (telkens) de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 20 oktober 2018, in de gemeente [gemeente 3] en/of gemeente [gemeente 1] , althans in Nederland, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [benadeelde 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 2] , hebbende verdachte (telkens)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 20 oktober 2018, in de gemeente [gemeente 3] en/of gemeente [gemeente 1] althans in Nederland, (telkens) met [benadeelde 2] , geboren op [geboortedatum 1] die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 2] , te weten
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 19 januari 2019, in de gemeente [gemeente 1] , zijn echtgenote, [benadeelde 1] , heeft mishandeld door die [benadeelde 1] in de neus te bijten en/of in een vinger te bijten;
hij op of omstreeks 19 december 2017, te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente 2] , zijn echtgenote, [benadeelde 1] , heeft mishandeld door met beide handen de keel/hals/nek van die [benadeelde 1] vast te pakken, en/of (vervolgens) (met kracht) in de keel/hals/nek van die [benadeelde 1] te knijpen en/of te drukken en/of dichtgeknepen en/of dichtgedrukt te houden, en/of (vervolgens) die [benadeelde 1] (met kracht) tegen een traphekje te duwen;
hij in of omstreeks de periode van 19 december 2017 tot en met 20 december 2017, te [plaats 2] , in de gemeente [gemeente 2] , althans in Nederland, een wapen van categorie III, te weten een gaspistool, merk [merk] , model [model] en/of een hoeveelheid munitie van categorie III, te weten 7 centraalvuur kogelpatronen, voorhanden heeft gehad.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 19 januari 2019, in de gemeente [gemeente 1] , door geweld of andere feitelijkheden [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] , hebbende verdachte
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 19 januari 2019, in de gemeente [gemeente 1] , zijn echtgenote, [benadeelde 1] , heeft mishandeld door die [benadeelde 1] in een vinger te bijten;
hij op 19 december 2017, te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente 2] , zijn echtgenote, [benadeelde 1] , heeft mishandeld door met beide handen de keel van die [benadeelde 1] vast te pakken en vervolgens die [benadeelde 1] met kracht tegen een traphekje te duwen;
hij in de periode van 19 december 2017 tot en met 20 december 2017, te [plaats 2] , in de gemeente [gemeente 2] , een wapen van categorie III, te weten een gaspistool, merk [merk] , model [model] en een hoeveelheid munitie van categorie III, te weten 7 centraalvuur kogelpatronen, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] , behalve indien dat contact plaatsvindt in het kader van de nog vast te stellen omgangsregeling omtrent de minderjarige kinderen [naam 2] en [naam 4] , waarbij geldt dat de communicatie enkel zal verlopen via hun beider advocaten.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 5.481,64 (vijfduizend vierhonderdeenentachtig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 481,64 (vierhonderdeenentachtig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.481,64 (vijfduizend vierhonderdeenentachtig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 481,64 (vierhonderdeenentachtig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
19 januari 2019.