ECLI:NL:GHARL:2023:1052

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
7 februari 2023
Zaaknummer
200.301.995
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Totstandkoming overeenkomst van opdracht voor bereddingswerkzaamheden en volmachtverlening

In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, dat op 14 juli 2021 is uitgesproken. De zaak betreft een geschil over de betaling van kosten voor bereddingswerkzaamheden na een brand in de woning van [appellant]. ACI Reconditionering en Schadeherstel B.V. heeft werkzaamheden verricht na de brand, maar [appellant] betwist dat hij ACI heeft ingeschakeld en weigert te betalen. De kantonrechter heeft de vorderingen van ACI grotendeels toegewezen, maar [appellant] gaat in hoger beroep.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen [appellant] en ACI. [appellant] heeft volmacht verleend aan de schade-expert van Aegon, de heer [naam1], om ACI in te schakelen voor de bereddingswerkzaamheden. Het hof oordeelt dat [appellant] op de hoogte was van de verzekeringssituatie en dat hij ACI de opdracht heeft verleend, ook voor de zakelijke inboedel die niet bij Aegon verzekerd was. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] tot betaling van de proceskosten in hoger beroep.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en afspraken bij het inschakelen van derden voor werkzaamheden, vooral in situaties waar meerdere verzekeraars en belangen betrokken zijn. Het hof concludeert dat [appellant] de rekening van ACI moet betalen en dat de buitengerechtelijke kosten ook verschuldigd zijn. De proceskosten worden toegewezen aan ACI, en de uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof: 200.301.995
zaaknummer rechtbank Gelderland, kanton, zittingsplaats Arnhem: 8992712
arrest van 7 februari 2023
in de zaak van

1.[appellant]

en
2. [appellante],
die beiden wonen in [woonplaats1] ,
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de kantonrechter optraden als gedaagden,
hierna samen: [appellant] en ieder afzonderlijk [appellant] en [appellante] ,
advocaat: mr. A.W. Boer,
tegen
ACI Reconditionering en Schadeherstel B.V.,
die is gevestigd in Tiel,
en bij de kantonrechter optrad als eiseres,
hierna: ACI,
advocaat: mr. S.M.C. Verheyden.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 14 juli 2021 tussen partijen heeft uitgesproken.
1.2.
Naar aanleiding van het arrest van 12 juli 2022 heeft op 19 december 2022 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Op 12 juni 2018 heeft brand gewoed in een deel van de woning van [appellant] is voor de opstal en de privé-inboedel verzekerd bij Aegon, maar de inboedel van de onderneming die hij drijft (hierna: de zakelijke inboedel) is verzekerd bij Allianz. Na de brand heeft een schade-expert van Aegon, de heer [naam1] , ACI ingeschakeld voor het afvoeren van beschadigde goederen en voor schoonmaak- en herstelwerkzaamheden. Aegon heeft ACI betaald voor de werkzaamheden ten behoeve van de door haar verzekerde goederen. Voor het deel van de werkzaamheden dat zag op de zakelijke inboedel heeft ACI een rekening aan [appellant] gestuurd. [appellant] wil de rekening niet betalen omdat hij geen opdracht heeft gegeven voor die werkzaamheden.
2.2.
ACI heeft bij de kantonrechter betaling gevorderd van een bedrag van € 6.014,26 aan kosten van afvoer en schoonmaak, met wettelijke rente vanaf 18 augustus 2020, en verder een bedrag van € 2.550 en € 150 per maand aan opslagkosten, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
2.3.
De kantonrechter heeft de vorderingen voor de kosten van afvoer en schoonmaak geheel toegewezen en de vordering voor de kosten van opslag en buitengerechtelijke kosten grotendeels toegewezen. In het hoger beroep gaat het alleen nog over de kosten van afvoer en schoonmaak en het daarmee verbonden bedrag aan buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat wel een overeenkomst van opdracht bestaat tussen ACI en [appellant] voor de afvoer en schoonmaak van de zakelijke inboedel. [appellant] wil dat ACI’s vorderingen tot betaling van de kosten hiervan in hoger beroep alsnog worden afgewezen.

3.Het oordeel van het hof

Uitkomst
3.1.
Het hof zal beslissen dat tussen [appellant] en ACI een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. [appellant] heeft [naam1] volmacht verleend om voor hem een bedrijf in te schakelen voor bereddingswerkzaamheden. [naam1] heeft vervolgens ACI ingeschakeld, voor de beredding van de privé verzekerde zaken en voor de beredding van de zakelijk verzekerde zaken. [appellant] wist dat die zakelijk verzekerde zaken niet bij Aegon verzekerd waren, zodat hij niet mocht aannemen dat Aegon opdracht gaf voor die zakelijk verzekerde zaken. ACI heeft die opdracht aanvaard, ook voor de zakelijk verzekerde zaken. Zij maakt terecht aanspraak op betaling onder die overeenkomst.
Inschakelen ACI en werkzaamheden
3.2.
Vanuit de woning waar de brand woedde drijft [appellant] enkele webshops. Bij de brand is de opstal beschadigd en zijn de privé-inboedel en de zakelijke inboedel deels besmeurd en beschadigd en deels verloren gegaan. De privé-inboedel en zakelijke inboedel waren niet fysiek gescheiden maar lagen door elkaar. [appellant] was voor de opstal en de privé-inboedel verzekerd bij Aegon. De zakelijke inboedel was verzekerd bij Allianz.
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [appellant] desgevraagd het volgende verklaard. Na de brand is een schade-expert van Aegon, de heer [naam1] , langsgekomen bij [appellant] Er moesten maatregelen genomen worden om verdere schade te voorkomen. De spullen die niet meer te redden waren, moesten worden afgevoerd en wat nog wel te redden was moest worden afgevoerd om schoongemaakt te worden. [naam1] heeft toen tegen [appellant] gezegd dat hij wel een bedrijf kende dat dit kon doen. In een gesprek met [appellant] , [appellante] en [naam1] heeft [appellant] , met in gedachten de naderende bouwvak, tegen [naam1] gezegd: “Leef je uit, regel het maar” of woorden van gelijke strekking. Daarop heeft [naam1] ACI ingeschakeld. [appellant] wist dat de opstal en de privé-inboedel bij Aegon verzekerd was en de zakelijke inboedel bij een andere verzekeraar.
Rekeningen en verzekeraars
3.4.
ACI heeft vervolgens schade aan de opstal hersteld, en de beschadigde en besmeurde inboedel afgevoerd en deels schoongemaakt.
3.5.
ACI heeft een kostenoverzicht aan Aegon gestuurd, naar aanleiding waarvan Aegon ACI heeft betaald. Voor de werkzaamheden aan de zakelijke inboedel heeft ACI een kostenoverzicht aan Allianz gestuurd.
3.6.
Allianz heeft aan ACI laten weten dat de aanspraken van [appellant] niet door [appellant] aan ACI zijn gecedeerd, zodat ACI de kosten niet bij Allianz kan indienen. Allianz heeft een bedrag betaald aan [appellant] ACI heeft [appellant] een rekening gestuurd voor de werkzaamheden aan de zakelijke inboedel.
Vordering en verweer
3.7.
ACI vordert betaling van de rekening, onder meer op grond van een overeenkomst van opdracht tussen haar en [appellant] Zij stelt dat [appellant] , vertegenwoordigd door [naam1] , opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden met betrekking tot de zakelijke inboedel.
3.8.
[appellant] betwist dat een overeenkomst van opdracht tussen ACI en [appellant] tot stand is gekomen. Hij heeft aangevoerd dat hij geen volmacht heeft verleend aan [naam1] om ACI in te schakelen en ook niet de indruk heeft gewekt dat [naam1] hem vertegenwoordigde. [appellant] heeft aangevoerd dat ACI slecht werk heeft geleverd. Hij heeft ook aangevoerd dat de betaling door Allianz aan hem vergoeding van de schade aan de inboedel betreft en geen vergoeding van de kosten van ACI. Verder heeft [appellant] betoogd dat ACI al door Aegon is betaald.
Beoordeling
3.9.
Het hof is van oordeel dat tussen [appellant] en ACI een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. [appellant] heeft in het gesprek met [naam1] , met de woorden “Leef je uit, regel het maar” of woorden van gelijke strekking, [naam1] de bevoegdheid verleend om voor hem ACI in te schakelen. Het overleg tussen [appellant] en [naam1] voorafgaand aan de opdrachtverlening aan ACI duidt naar het oordeel van het hof op volmachtverlening. [appellant] wist daarbij dat de zakelijke inboedel niet bij Aegon verzekerd was, en wist daarmee ook dat Aegon wat betreft de zakelijke inboedel niet als opdrachtgever beschouwd kon worden en de rekening ook niet door Aegon betaald zou worden. ACI heeft de opdracht die [naam1] namens [appellant] verleende, aanvaard, ook voor de zakelijk verzekerde zaken. Dat ACI eerder aan [appellant] liet weten dat er geen overeenkomst met hem was, doet daar niet aan af, omdat ACI er toen nog ten onrechte van uitging dat [naam1] niet namens [appellant] maar namens een van de verzekeraars opdracht had gegeven.
3.10.
Het verweer van [appellant] dat als er al een betalingsverplichting is, ACI al door Aegon is betaald, heeft [appellant] onvoldoende gemotiveerd. De rekening met specificaties die ACI aan Aegon heeft gestuurd en die door Aegon is betaald, ziet op andere posten dan de rekening die ACI aan [appellant] heeft gestuurd. [appellant] heeft niet nader toegelicht op welke punten de rekening op iets anders zou zien dan werkzaamheden en gemaakte kosten ten aanzien van de zakelijke verzekerde zaken. Het feit dat de kosten voor reiniging van de gehele opstal op de door Aegon betaalde factuur voorkomt, ligt in lijn met de bij Aegon lopende opstalverzekering. Dat er in een deel van die opstal zakelijke goederen lagen opgeslagen, maakt dat - zonder nadere toelichting die ontbreekt - niet anders.
3.11.
[appellant] heeft aangevoerd dat ACI slecht werk heeft geleverd, maar heeft geen tegenvordering ingesteld en geen beroep op verrekening gedaan, zodat dit geen reden is om de vordering af te wijzen.
3.12.
Uit het voorgaande volgt dat [appellant] de rekening van ACI moet betalen. Bij deze stand van zaken kan in het midden blijven of Allianz nu wel of niet aan [appellant] heeft betaald. Uit de schadebegroting die schade-expert Dekra aan ACI heeft gestuurd en die ACI heeft overgelegd, volgt overigens dat de betaling door Allianz aan [appellant] ook een vergoeding van de kosten van ACI omvatte, al was dat voor [appellant] op het moment van ontvangst wellicht niet duidelijk.
3.13.
[appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het oordeel van de kantonrechter dat hij ook buitengerechtelijke kosten moest betalen over het deel van de rekening voor de afvoer en schoonmaak van de zakelijke inboedel. Voor zover de buitengerechtelijke kosten zagen op het deel voor opslag, heeft [appellant] geen bezwaar gemaakt tegen het oordeel. Omdat het hof oordeelt dat [appellant] ook het deel van de rekening voor afvoer en schoonmaak moet betalen, moet [appellant] ook daarover de buitengerechtelijke kosten betalen. Het bezwaar slaagt dus niet.
De conclusie
3.14.
Het hoger beroep slaagt niet. Omdat [appellant] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof [appellant] veroordelen tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [1]
3.15.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 14 juli 2021;
4.2.
veroordeelt [appellant] tot betaling van de volgende proceskosten van ACI:
€ 772,- aan griffierecht;
€ 1.672,- aan salaris van de advocaat van ACI (2 procespunten x appeltarief I);
4.3.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
4.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. D.M.I. de Waele, G.P. Oosterhoff en G.D. Hoekstra, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2023.

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.