Uitspraak
1.[geïntimeerde1] B.V.
[geïntimeerde2]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- het arrest na verwijzing van 22 september 2020
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 24 maart 2021 is gehouden
- de memorie na verwijzing van 21 september 2021
- de antwoordmemorie na verwijzing van 28 december 2021
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Reikwijdte decharge volgens [geïntimeerden]
Deze jaarstukken zijn rechtsgeldig door [naam4] namens Florama ondertekend. Dat Pluvezo pas nadat Florama op 1 mei 2004 bestuurder van Pluvezo was geworden bekend was geworden met de niet-gesecureerde leningen aan [naam6] , hetgeen [geïntimeerden] overigens betwist, speelt voor de beoordeling of decharge is verleend geen doorslaggevende rol, nu de jaarstukken 2003 op 15 december 2004 zijn samengesteld en zijn getekend, en daarmee dus in de periode vielen waarin Florama het bestuur van [geïntimeerde1] had overgenomen.
Ook geeft Pluvezo geen verklaring hoe de vertegenwoordigers van Florama, [naam4] en [naam3] , kennelijk zonder enig voorbehoud de notulen hebben getekend terwijl in ieder geval [naam4] bekend was met de in de jaarstukken 2003 vermelde ongesecureerde lening aan [naam6] . Pluvezo heeft ook niet gesteld en ook is dit niet gebleken dat de ter zake deskundige [naam4] en [naam3] de door hen ondertekende notulen ook slechts als een “standaard stuk” beschouwden dat “nu eenmaal getekend” moest worden bij het vaststellen van de jaarstukken. Dit terwijl ruim voor de op 15 februari 2005 gehouden AVA de jaarstukken 2003 al waren opgesteld, namelijk op 15 december 2004.
Ondanks dat [naam6] op 16 oktober 2007 in staat van faillissement is verklaard, heeft Pluvezo evenmin toegelicht welke factoren een rol hebben gespeeld om Flynth eerst in 2012 in rechte te betrekken. Dit terwijl [naam1] wel al in zijn e-mail van 18 april 2008 aan [geïntimeerde2] schrijft dat hij en Pluvezo schadeloos wil worden gesteld voor de aan [naam6] verstrekte leningen.