Uitspraak
Compello,
Huawei,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
in 2019’ in dienst van Compello. Dat is door Huawei als juist erkend. Niet in geschil is dat hij toen (middellijk) statutair bestuurder (CEO) was van Compello. Toen hij op 22 april 2021 als getuige werd gehoord was hij dat niet meer. Ook dat is niet in geschil.
Ik heb in die periode ook veel met [naam1] gesproken, meerdere malen. Dat was op het hoofdkantoor van Huawei. (…).
Met [naam1] heb ik ook over de facturen gesproken. Hij zei tegen mij: 'maakt u zich geen zorgen'. Dat heeft hij meerdere keren gezegd. Ik hoefde mij geen zorgen te maken, zo zei hij, omdat we nu eenmaal een andere afspraak hebben.”
fout’ en [getuige1] behoefde zich ‘
geen zorgen te maken’.
(...) Na intern overleg kan ik je verder het volgende melden. Initieel leveren wij jullie een
As discussed with you today we have an agreement with Compello based on the two points mentioned in the email send from [naam2] to both of us at 16.09 Friday the 4th of April.”
For the PO upfront, these conditions will also apply.
Jullie betalen ons pas zodra jullie het verkocht hebben aan de eindklant.”
verkochtmoesten worden betaald: “
only those systems sold(…)” (e-mail 4 april 2014, 16:09). Compello liep dus geen enkel risico met het tekenen van de PO-upfrontovereenkomst, aldus de laatste zin van de e-mail van 11 april 2014, 11:23 uur. Ook dit ondersteunt de verklaring van [getuige1] .
fout’ sprake was. Specifiek dit onderdeel van de verklaring van [getuige1] (het bellen van [naam1] ) wordt niet met een ander bewijsmiddel belegd, maar dat hoeft ook niet. Gegeven het feit dat die verklaring op meerdere onderdelen die betrekking hebben op de betaling wél ondersteund wordt door andere bewijsmiddelen is er geen reden aan dit specifieke onderdeel te twijfelen. Reden voor twijfel is er ook overigens niet. Huawei kan worden toegegeven dat de stellingname van Compello in de mailwisseling na ontvangst van de facturen (december 2014, producties 5 en 6 dagvaarding) en tijdens de besprekingen met Huawei in Amstelveen (februari 2015), waar de getuige [getuige2] bij aanwezig was, duidelijker had kunnen zijn in die zin dat beter geweest was dat Compello in haar e-mailcontacten met Huawei en in met Huawei (in aanwezigheid van [getuige2] en anderen) gevoerde besprekingen zou hebben gesteld (zoals zij later heeft gedaan) dat de afspraken op directieniveau waren: betalen na verkoop aan de klant. Dat zij dit niet gedaan heeft is onhandig omdat op uitvoerend niveau daardoor wellicht misverstand kon ontstaan, maar van onvoldoende gewicht om te moeten twijfelen aan de juistheid van de hiervoor getrokken voorlopige bewijsconclusie.
betaalden dan weer dat dat pas diende te gebeuren zodra de klant van Compello had
gekocht. Dat moge waar zijn, maar het gaat bij de beoordeling van de bewijslevering (die op
koopbetrekking heeft) niet meer om de door Compello voorafgaand aan het tussenarrest ingenomen standpunten, maar om de waardering van het aanwezige bewijsmateriaal. Daarvoor zijn de gesignaleerde tegenstrijdigheden niet van belang.
dat business beslissingen door hem(hof: [naam1] )
genomen worden’ en “
[naam1](hof: [naam1] )
zal in de lead blijven v.w.b. beslissingen”.
U vraagt mij nu nader te verklaren over de sponsorbijdrage. Ik heb van [naam1] begrepen
toen wij de afspraken maakten’, dus in 2014, aan de sponsorovereenkomst was verbonden. Hij verklaart ook niet dat die voorwaarde op enig moment niet langer meer aan die overeenkomst was verbonden. Wel verklaart hij, zo begrijpt het hof althans zijn verklaring, dat Huawei (in de persoon van [naam1] ) niet langer eiste dat in 2014 20 systemen werden afgenomen, maar dat dit ook nog wel kon in 2015. De voorwaarde van afname van 20 systemen bleef dus, zo kan geconcludeerd worden op basis van deze verklaring, niettemin recht overeind staan. Hooguit was de termijn waarbinnen daaraan voldaan moest worden opgerekt. De bewijsopdracht ziet echter niet op dat laatste,
, I will discuss with [getuige1] on the trip to China”. Indien die e-mail al betrekking heeft op de nu besproken sponsorvoorwaarde geldt dat deze niets zegt over het niet of niet langer bestaan van die voorwaarde.
The amount needed from Huawei is € 400.000,- which will be paid (…) by Huawei to Compello (…) in two periods. First one is September 2014, second one Is in February 2015. Each for € 200.000,-.”
Het afnemen van twintig systemen door Compello in 2014 - waaraan Huawei in haar stukken keer op keer refereert - is volgens [naam1] niet haalbaar, wegens technische problemen bij Huawei.”
verkoopdoor haar van twintig systemen. Het gestelde ‘weerhouden’ van afname door Huawei is dus slechts van belang indien Compello tot verkoop zou hebben kunnen overgaan als Huawei had nagelaten Compello van afname te ‘weerhouden’.
resources’ niet had. Dat gebrek aan ‘
resources’ gaf Huawei, aldus [getuige1] , op als reden waarom die veertien systemen niet besteld konden worden.
We hadden voor de vier andere systemen ook al potentiële klanten, zoals de SER, het Delton College en de Politie Oost-Nederland. Daar was Huawei van op de hoogte. Deze systemen zijn bij Compello afgeleverd, maar niet bij de klanten geplaatst. Er moest nog software op de systemen worden geïnstalleerd, maar de combinatie van de hardware en de software verliep moeizaam. Het heeft lang geduurd voordat de juiste combinatie er was. Wij kregen de systemen in september, maar het lukte niet om ze voor maart gereed te hebben.”
moeizaam’ verliep. Dat de oorzaak daarvan uitsluitend of in overwegende mate was dat Huawei de ‘
resources’ niet had, staat daarin niet. Die, als partij afgelegde, verklaring biedt dus geen steun aan de – het zij herhaald: summiere – verklaring die [getuige1] als getuige heeft afgelegd.
part of the game’ en worden veroorzaakt door het feit dat aan een ‘
innovatief product’ wordt gewerkt, ‘
waarvoor tijd nodig is’. Dat deze opstartproblemen uitsluitend of in overwegende mate aan Huawei te wijten waren stelt Compello daar niet en kan in haar stellingname redelijkerwijs ook niet gelezen worden.
verkoopvan twintig systemen. De stellingen van Compello zelf wijzen veeleer in de richting van de al genoemde technische problemen als verkoopbelemmering. Die problemen bestonden al bij de zes geleverde systemen, Compello heeft niet onderbouwd dat deze zouden zijn opgelost indien de resterende veertien systemen door Huawei aan haar zouden zijn geleverd en daardoor is ook niet onderbouwd dat die levering (indien geëffectueerd) zou hebben geleid tot tijdige verkoop van, in totaal, twintig systemen.