Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Het oordeel van het hof
Uit meerdere van jouw e-mailberichten sinds februari 2018 blijkt dat je niet meer wilde dat er bezichtigd werd of nog andere activiteiten door mijn kantoor plaatsvonden (…). Daarmee heb je de verkoop van ’t Benthuys dus in februari jl. al aantoonbaar stopgezet.” Gerekend vanaf februari 2018 is een periode van ongeveer 1 jaar en 10 maanden verstreken tot aan de koopovereenkomst eind november 2019 met [naam7] / [naam8] . Als gerekend wordt vanaf het moment dat [naam7] / [naam8] afhaakten (oktober 2017) gaat het zelfs om een periode van meer dan twee jaar. Dat tijdsverloop is aanzienlijk, ook als in ogenschouw wordt genomen de bijzondere aard van het object waarbij verkooptrajecten mogelijkerwijs soms langer duren, zoals [geïntimeerde] heeft gesteld. Mede in dat licht bezien is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de uiteindelijke verkoop aan [naam7] / [naam8] , waarbij Terra Sicca werd begeleid door [naam9] die ook een eigen brochure van het object had samengesteld, nog in voldoende mate het resultaat is van de werkzaamheden van [geïntimeerde] . De enkele omstandigheid dat de uiteindelijke kopers ongeveer twee jaar voor de koop door [geïntimeerde] in de woning zijn rondgeleid en van informatie zijn voorzien is daartoe niet voldoende, gegeven ook het feit dat ze daarna zijn afgehaakt. Het door [geïntimeerde] zelf opgemaakte overzicht (productie 65) acht het hof onvoldoende overtuigend om tot een ander oordeel te komen. Grief I in het incidenteel hoger beroep faalt ook in dit opzicht.