ECLI:NL:HR:2003:AF4626
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van een bemiddelingsovereenkomst en het recht op courtage
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, [A] MANAGEMENT B.V., PeHa HOLDING B.V. en DE ADMIRALITEIT HOLDING B.V. gedagvaard voor de Rechtbank te Alkmaar, waarbij zij betaling van een bedrag van ƒ 173.606,25 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De Rechtbank heeft de vordering op 15 juni 2000 afgewezen. Eiseres heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, waar zij haar vordering heeft vermeerderd tot een bedrag van ƒ 805.000,-- excl. BTW. Het Gerechtshof heeft op 14 juni 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd, wat heeft geleid tot het cassatieberoep van [A].
In cassatie heeft de Hoge Raad de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Eiseres heeft bemiddelingswerkzaamheden verricht voor de PeHa-Groep in de jaren 1996 tot 1999, maar de bemiddeling heeft niet geleid tot een verkoopovereenkomst. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bemiddelingsovereenkomst door PeHa HOLDING B.V. is opgezegd. Eiseres heeft haar vordering gebaseerd op de voorwaarden van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en op artikel 7:411 lid 1 BW, dat recht geeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Gerechtshof ten onrechte heeft vastgesteld dat artikel 7:411 BW niet van toepassing is. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is PeHa c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [A] zijn begroot op € 4.681,85 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 23 mei 2003.