3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [Verweerder] c.s. hebben op 23 september 2000 met [eiseres] een overeenkomst gesloten tot verlenen van diensten bij de koop van een huis in de prijsklasse van ƒ 250.000,-- tot ƒ 350.000,--. Partijen hebben 2% courtage afgesproken, met een minimum bedrag van ƒ 3.000,-- excl. BTW.
(ii) In de overeenkomst is bepaald dat [verweerder] c.s. zich verbonden tot het betalen van courtage voor zover dit uit de met de makelaar gemaakte tariefafspraken of uit de van toepassing verklaarde Voorwaarden en Tarieven NVM 2000 (hierna: de Voorwaarden NVM 2000) voortvloeit. De overeenkomst hield voorts de volgende bedingen in:
"(ii) De opdrachtgever onthoudt zich lopende de opdracht van activiteiten die de makelaar bij het vervullen van zijn opdracht kunnen belemmeren of diens activiteiten kunnen doorkruisen. Hij maakt geen gebruik van diensten van anderen dan de makelaar. Buiten de makelaar om brengt hij geen overeenkomst tot stand en voert daartoe ook geen onderhandelingen. Indien in strijd met het hier bepaalde een overeenkomst tot stand komt, heeft de makelaar recht op courtage.
(iii) Mocht de opdrachtgever de opdracht intrekken of opschorten dan is hij aan de makelaar een vergoeding verschuldigd van f. 300,- exclusief BTW. Teneinde te voorkomen dat de opdrachtgever heimelijk profiteert van de aktiviteiten van de makelaar door na intrekking of opschorting van de opdracht toch een koopovereenkomst tot stand te brengen en daartoe de onderhandelingen te voeren, heeft de makelaar bij constatering van een dergelijk feit recht op courtage gelijk aan de hoogte van de verschuldigde courtage bij voltooiing van de opdracht."
(iii) Art. II.16 van de Voorwaarden NVM 2000 bepaalt:
"De opdrachtgever is eveneens courtage verschuldigd indien de overeenkomst weliswaar tot stand komt na het einde van de opdracht maar het gevolg is van handelen in strijd met art. II.7 of deze totstandkoming verband houdt met dienstverlening van het NVM-lid aan de opdrachtgever gedurende de looptijd van de opdracht. Dit verband wordt behoudens tegenbewijs verondersteld aanwezig te zijn indien de overeenkomst tot stand komt binnen drie maanden na het einde van de opdracht. (...)"
(iv) Art. II.7 van de Voorwaarden NVM 2000 luidt:
"De opdrachtgever onthoudt zich van activiteiten die het NVM-lid bij het vervullen van zijn opdracht kunnen belemmeren of diens activiteiten kunnen doorkruisen. De opdrachtgever maakt geen gebruik van soortgelijke diensten van anderen dan het NVM-lid behoudens in zoverre uitdrukkelijk andere afspraken zijn gemaakt. Hij brengt buiten het NVM-lid om geen overeenkomst tot stand en voert daartoe ook geen onderhandelingen."
(v) Vanaf 27 september 2000 heeft [eiseres], in het kader van de opdracht, aan [verweerder] c.s. een aantal huizen genoemd dat voldeed aan hun zoekvoorwaarden, waaronder een huis aan de [a-straat 1] te [woonplaats] (hierna: het huis ). [Verweerder] c.s. hebben het huis op 27 november 2000 bezocht met medeweten van [eiseres], maar niet in aanwezigheid van een tot haar kantoor behorende makelaar.
(vi) In een e-mail van 12 december 2000 hebben [verweerder] c.s. [eiseres] bericht de overeenkomst van opdracht in te trekken, nu zij niets van hun gading hebben kunnen vinden. [Eiseres] heeft de intrekking bij brief van 16 december 2000 aan [verweerder] c.s. bevestigd en hun de ingevolge de overeenkomst verschuldigde kosten bij intrekking ad ƒ 352,50 incl. BTW, in rekening gebracht. Deze kosten hebben [verweerder] c.s. voldaan.
(vii) In december 2000 hebben [verweerder] c.s. buiten medeweten van [eiseres] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het huis.
(viii) Nadat [eiseres] hiervan op de hoogte was geraakt, heeft zij op 15 januari 2001 aan [verweerder] c.s. een nota gezonden ten bedrage van ƒ 7.614,--, zijnde 2% courtage incl. BTW.
(ix) [Verweerder] c.s. hebben deze nota niet voldaan.