Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant1] ,
[appellante2],
[appellant3],
[appellante4],
[appellant5],
[appellante6],
[appellant7],
[appellante8],
[appellant9],
[appellante10],
[appellanten] c.s.en afzonderlijk bij hun achternaam,
de Vereniging,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat de zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil bij en de beslissing door de rechtbank
5.De beoordeling in hoger beroep
(…) het recht van weg om te komen van en te gaan naar het heersend erf naar en van de openbare weg (de Wedderbergenweg) over de bestaande casu quo aan te leggen toegangsweg(en) (...)”.
“Maakt hij van die bevoegdheid gebruik, dan dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar van het heersend erf onbelemmerde toegang behoudt tot het dienend erf teneinde de erfdienstbaarheid uit te oefenen. In de regel zal dit betekenen dat de eigenaar van het dienend erf de eigenaar van het heersend erf de mogelijkheid biedt zich op elk moment en zonder telkens afhankelijk te zijn van de directe medewerking van de eigenaar van het dienend erf, de toegang tot het erf te verschaffen ter uitoefening van de erfdienstbaarheid. In concreto betekent dit in een geval als het onderhavige, waarin het dienend erf met een hek is afgesloten, dat de eigenaar van het dienend erf aan de eigenaar van het heersend erf permanent een sleutel ter beschikking stelt waarmee, tot het zojuist genoemde doel, het hek kan worden geopend.”