ECLI:NL:HR:2006:AW6598
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Uitleg van erfdienstbaarheid van weg en afgifte van sleutel van hek tussen erfgenamen en eigenaren van heersende erven
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de erfgenamen van de eigenaar van een dienend erf en de eigenaren van de heersende erven, die samen een voormalige boerderij met bijbehorende schuren, binnenplaats en weiland vormen. De kern van het geschil betreft de uitleg van een in 1978 gevestigde erfdienstbaarheid van weg over de binnenplaats van het dienende erf, alsook de afgifte van de sleutel van het hek dat deze binnenplaats afsluit van de openbare weg. De Hoge Raad behandelt de uitlegmaatstaf van de erfdienstbaarheid en de strekking van artikel 5:48 BW, dat de eigenaar van een erf het recht geeft om dit af te sluiten, maar tegelijkertijd de verplichting met zich meebrengt om de eigenaar van het heersend erf onbelemmerde toegang te bieden tot het dienend erf.
De zaak begint met een dagvaarding door de gezamenlijke erfgenamen van de eigenaar van het dienende erf, die vorderingen indienen bij de rechtbank te Maastricht. De rechtbank doet uitspraak, maar de zaak gaat in hoger beroep naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk bekrachtigt en de zaak terugverwijst voor verdere afdoening. Uiteindelijk komt de zaak bij de Hoge Raad, waar de erfgenamen in cassatie gaan tegen het arrest van het hof.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de erfgenamen niet tot cassatie kunnen leiden, maar vernietigt wel het arrest van het hof voor zover het betreft de veroordeling tot afgifte van de sleutel aan de erfgenamen. De Hoge Raad stelt dat de eigenaar van het dienend erf, in dit geval [betrokkene 1], ervoor moet zorgen dat de eigenaar van het heersend erf, [verweerder 2], onbelemmerde toegang heeft tot het dienend erf. Dit betekent dat [betrokkene 1] [verweerder 2] een sleutel moet geven, zodat deze zijn recht van erfdienstbaarheid kan uitoefenen zonder afhankelijk te zijn van de medewerking van [betrokkene 1]. De Hoge Raad doet zelf de zaak af en wijst de vordering van [betrokkene 1] tot afgifte van de sleutel af, waarmee de Hoge Raad de rechtszekerheid en de uitoefening van erfdienstbaarheden bevestigt.