Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2011 tot en met 7 oktober 2014, te [plaats 1] , in de gemeente [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
hij op of omstreeks 7 oktober 2014, te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een of meer wapens van categorie III, te weten een semi automatisch pistool, merk Makarov, kaliber 9 mm K(urtz) en/of munitie van categorie III, te weten 8 centraalvuur kogelpatronen, merk Gerco, kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
hij in of omstreeks de periode van 26 mei 2014 tot en met 7 oktober 2014, te [plaats 1] , althans in de gemeente [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zich opzettelijk mondeling jegens [slachtoffer 1] en/of [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of [getuige 4] , heeft geuit, kennelijk om dier/diens vrijheid om naar waarheid en geweten ten overstaan van een rechter en/of (een) (politie)ambtena(a)r(en) een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft, verdachte en/of verdachtes mededader(s) tijdens (een) telefoongesprek(ken) en/of tijdens opgenomen vertrouwelijke communicatiegesprekken (zogenoemde OVC-gesprekken) tegen - [slachtoffer 1] gezegd: "broer, als ze iets vragen over die hoerenzoon dan moet je "nee" zeggen want daarom houden ze oom vast" en/of "zeg dat maar, zeg maar: hij heeft ook tegen ons gelogen, hij heeft ook tegen mij gelogen en is toen weggelopen moet je zeggen" en/of
Overweging met betrekking tot het bewijs
Inleiding
De door verdachte op de terechtzitting van 24 september 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van Politie Noord-Nederland d.d. 3 maart 2014, opgenomen in map J-1 op pagina 357 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisant:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen van Politie Noord-Nederland d.d. 10 maart 2014, opgenomen in map C-1 op pagina 299 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2014.03.12.100, d.d. 10 april 2014, opgenomen in map J-1 op pagina 363 e.v., opgemaakt door A.B.M. van Esch - De Bruin, op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als haar verklaring:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 5 maart 2014, opgenomen in map C-1 op pagina 274 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisant:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen politiële informatie inwinner van het Korps landelijke politiediensten d.d. 26 februari 2014, opgenomen in map C-1 op pagina 286 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant 1] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen pseudokoper van de Landelijke Eenheid d.d. 26 februari 2014, opgenomen in map G op pagina 118 e.v. van het dossier IJsland, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant 2] :
[handlers]overhandigde ik de zwarte plastic zak met de vermoedelijke hennep.
Parketnummer 18-850077-14 feit 3 - verdenking verboden wapenbezit
Parketnummer 18-830123-16 – verdenking beïnvloeding getuigen
Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 26 mei 2014 tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] , opgenomen in map F-3, van het dossier IJsland:
Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 27 mei 2014 tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] , opgenomen in map F-3, van het dossier IJsland:
Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 18 juni 2014 tussen [verdachte] en [getuige 3] , opgenomen in map F-4, van het dossier IJsland:
Een schriftelijk bescheid, inhoudende de uitwerking van een OVC-gesprek d.d. 18 juni 2014 tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] , opgenomen in map F-4, van het dossier IJsland:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 12 november 2014, opgenomen in map C-2 op pagina 184 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
Parketnummer 18-850077-14 feit 2 – verdenking mensenhandel
[medeverdachte 1] (sh)
[verdachte] geeft aan dat hij door het slechte werk van [slachtoffer 1] niet aan zijn eigen werk toekomt. [verdachte] wil dat [slachtoffer 1] zijn tijd beter gaat indelen om zo het werk beter te kunnen doen. [verdachte] vindt dat [slachtoffer 1] wel wat actiever kan zijn. [slachtoffer 1] belooft beterschap. [50]
J: Het is maar 3-4 keer per jaar.
[medeverdachte 1] (sh)
I: Nou vooruit dat! 3 uur (terug) is niet te accepteren maar voorruit dat maar. (…)
[verdachte] wordt boos op [slachtoffer 1] .
I: Zeg niet hoe tegen me!! Zeg niet hoe tegen me!! Ik sla je smoel helemaal kapot. Stommerd. [57]
[getuige 2] vraagt [slachtoffer 1] de zaak te sluiten dan kunnen ze ergens anders zitten. [slachtoffer 1] past hiervoor omdat broer nog zou kunnen bellen. [slachtoffer 1] heeft weleens commentaar gekregen omtrent het feit dat hij de zaak te vroeg sluit. Klanten die om 01.00 uur voor een dichte deur stonden. [slachtoffer 1] vraagt zich af wie [medeverdachte 1] dat heeft verteld. Daarvoor moet je bij hem wezen zegt [getuige 2] . Hij moet zich doodschamen. Hij is niet eerlijk, hij is niet zichzelf zegt [slachtoffer 1] . Hij is gemeen zegt [getuige 2] . Ja zegt [slachtoffer 1] . [60]
Uit de tapgespreken blijkt dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] [slachtoffer 1] dagelijks bellen en vragen waar hij is, wat hij doet en/of waar hij blijft. [61] Ook geven ze [slachtoffer 1] instructies. Bijvoorbeeld dat hij achter de bar moet blijven [62] of dat hij terug moet komen omdat [verdachte] weg moet. [63]
Bewezenverklaring
hij in de periode van 14 juni 2011 tot en met 7 oktober 2014, te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] , door dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] , immers hebben, verdachte en zijn mededader,
hij op 7 oktober 2014, te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie III, te weten een semi automatisch pistool, merk Makarov, kaliber 9 mm K(urtz) en munitie van categorie III, te weten 8 centraalvuur kogelpatronen, merk Gerco, kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
hij in de periode van 26 mei 2014 tot en met 7 oktober 2014, te [plaats 1] , zich opzettelijk mondeling jegens [slachtoffer 1] , [getuige 3] en [getuige 4] , heeft geuit, kennelijk om dier vrijheid om naar waarheid en geweten ten overstaan van een rechter en politieambtenaren een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
23 (drieëntwintig) maanden.