In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil met betrekking tot fosfaatrechten. De eiser, die fosfaatrechten had gekregen op basis van jongvee dat hij opfokte voor de V.O.F. Agrapol, heeft een vordering tot vernietiging ingediend van een arbitraal vonnis dat op 14 mei 2019 was gewezen. De eiser stelde dat het arbitraal vonnis in strijd was met de openbare orde, omdat het beginsel van hoor en wederhoor was geschonden en omdat de arbitragecommissie een verrassingsbeslissing had genomen. Daarnaast werd aangevoerd dat het vonnis niet voldoende gemotiveerd was en dat de arbitragecommissie buiten haar opdracht was getreden.
Het hof heeft de vordering van de eiser afgewezen. Het hof oordeelde dat de arbitragecommissie niet in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor had gehandeld, omdat de informatie die door Agrapol was ingediend niet van wezenlijk belang was voor de beslissing. Ook werd geoordeeld dat er geen sprake was van een verrassingsbeslissing, aangezien de eiser op de hoogte was van de grondslagen van de vordering van Agrapol. Het hof concludeerde dat de arbitragecommissie voldoende gemotiveerd had beslist en niet buiten haar opdracht was getreden. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de procedure.